De Arabische Lente van 2011 en het gebied waar historisch gezien de zon opkomt en de eerste beschavingen ontstonden, staan model voor het tweede album van het trio Stearica uit Turijn. ‘The Fertile Crescent’ wordt die omgeving genoemd, wat leidde tot de titel en een verhaal uitgesmeerd over negen instrumentale stukken die samen net geen uur duren. Het is slim gezien van het powertrio om de muziek aan een verhaal op te hangen. Vooral omdat er ondertussen zoveel bands zijn die het zonder zang plegen te doen en met de nodige power een stevig potje aan het rocken slaan. Toch weten deze Italianen indruk te maken. Niet alleen door de power, die bassen klinken echt wel heel vet, maar ook door de funky touch die het gros van het kleine uur muziek bevat. De groove ook, want hoe heavy de muziek ook klinkt, er straalt ergens een beetje hoop uit, al is die door de huidige historische ontwikkelingen ferm de kop ingeslagen. Dat we niet de enigen zijn die dit ‘Fertile’ kunnen appreciëren bewijzen de complimenten die ze kregen van bands waarmee ze toerden (Acid Mothers Temple, NoMeansNo of Tarentel) of mensen waarmee ze toerden en die bereid waren om een steentje bij te dragen tot dit werkstuk. We horen Colin Stetson toeteren als een gek op afsluiter ‘Shah Mat’, Scott McCloud (Girls Against Boys doorbreekt de vocale stilte op ‘Amreeka’, en al is het trucje dat veel instrumentale bands tegenwoordig toepassen, het trucje werkt. Op ‘Nur’ mag Ryan Patterson (Coliseum) datzelfde trucje uitproberen, maar dat is net iets minder indrukwekkend. We waren Pelican een beetje beu, hun meest recente exploten overtuigden niet echt. Met Stearica hebben we al een vervanger gevonden. Aan Pelican om te tonen dat ze weer poeder in het gat hebben.