Wanneer ooit een stamboom van de Belgische elektronische underground wordt opgemaakt, dan zullen er centraal in het verhaal ongetwijfeld twee namen opduiken: The Klinik en Vomito Negro. De hoeveelheid releases die anno 2004 op de één of andere manier rechtstreeks gelinkt zijn met die twee is nog steeds meer dan aanzienlijk. Dive, Sonar, Monolith, Insekt of Pressure Control: allemaal zijn ze terug te voeren tot die twee pioniers. Sinds Dirk Ivens en Marc Verhaeghen ieder hun weg kozen, heeft de eerste zich voornamelijk bezig gehouden met zijn soloproject Dive. Op zijn nieuwste album krijgt hij hulp van Rafael M. Espinosa (Geistform) en Ms. Poly-Ester (zie ook Hybryds en This Morn Omina). Die beslissing bleek een goede zet want het totaalgeluid is daardoor aanzienlijk veranderd, zonder evenwel de typische Dive elementen (i.e. vervormde vocalen, pulserende ritmes, schurende noise, etc) uit het oog te verliezen. Nooit klonk Dive zo weinig minimaal en rudimentair. Subtieler ook. De stempel van Espinosa is opvallend en ook de invloed van Pan Sonic is frappant. Dit zal mogelijk niet in dank worden afgenomen door fans van het eerste uur, maar voor al de rest moet duidelijk zijn dat Behind The Sun de beste Diveplaat is sinds Concrete Jungle en Grinding Walls. Met Vamp maakt Gin Devo van Vomito Negro als Pressure Control een ambitieuze comeback. Ambitieus omdat hij bewust andere wegen kiest dan de vertrouwde eenheidsworst van EBM, electro en industrial. Dat dit niet geheel zonder risico is, werd aangetoond door bijvoorbeeld Neon Electronics. Het integreren van dance-elementen is immers geen garantie voor vernieuwing omdat ook dance, meer dan welk ander genre door de gebruikte technologie, sterk onderhevig is aan datering. Devo weet de meest voor de hand liggende valkuilen te ontwijken, al balanceert hij wanneer hij zingt bij momenten gevaarlijk op de rand van de pathos. Nummers als Biogod, C.O.D of 666 maken gelukkig heel veel goed. Ohrwürmer werd live opgenomen tijdens het Neurobeats festival in Hof ter Lo. Het laat een herboren Insekt horen die net als Fornt 242 (Re:Boot) kiezen voor een radicale transformatie van hun verleden. Nooit eerder klonk Insekt zo hard, smerig en gedreven. Publieksfavorieten zoals ‘Punisher of Dreamscape kregen een compleet nieuw kleedje waardoor ze nog nauwelijks herkenbaar zijn. Het duo wil niet op zijn lauweren rusten en zeker niet op de retrokar springen. Acht nummers waaronder een weinig ter zake doende cover van Personal Jesus van Depeche Mode plus drie studioremixen allemaal in afwachting van een nieuw album. Plastic Noise Experience is één van de oudgedienden van de tweede generatie EBM-bands die begin jaren negentig vooral in Duitsland welig woekerden. 99% van die namen produceerden pure troep en zijn intussen terecht vergeten. Het weinige muzikaal relevante van die tijd mag op rekening worden geschreven van Project Pitchfork, Das Ich, Calva Y Nada en PNE. Maschinenmusik is de eerste cd in jaren en de vijfde in totaal. Wat onmiddellijk opvalt, is dat Claus Kruse onmogelijk kan ontkennen dat hij wel héél zwaar is beïnvloed door Kraftwerk. Maschinenmusik is niettemin een fijne release voor wie zijn electro graag donker, futuristisch, stoïcijns en Duits heeft. Remixen van Solitary Experiments, Armageddon Dildos, Suicide Commando en :Wumpscut: ronden het geheel in stijl af. Quasi volledig bevrijd van het enge EBM-keurslijf is het Duitse duo Mnemonic. Hun vorige releases waren flauwe kopieën van Front Line Assembly en bijgevolg te negeren. Konstruktive Vergangenheitsbewältigung tapt gelukkig uit een interessanter vaatje. Atmosferische, licht melancholische soundscapes, restanten industrial en IDM (met vooral qua ritmes haast expliciete verwijzingen naar Beefcake en uiteraard Autechre en Aphex Twin) maken van dit album vooral een sfeervol werkstuk dat precies door zijn meerslachtig karakter weet te boeien. Zeker voor wie dit allemaal nieuw klinkt. Ervaren IDM-luisteraars hebben natuurlijk het originele spul in huis.