Available Jelly klinkt nooit zoals je zou verwachten. De eerste tonen van Lovelock, het eerste nummer van hun nieuwe plaat begint jazzy swingend bijna voorspelbaar en cliché om dan snel te vertragen en opnieuw te beginnen; ditmaal minder jazzy, meer impro.
Wat ik van Available Jelly mag, is hun vermogen om allerlei stijlen zodanig te mengen dat je als luisteraar van de ene in de andere verrassing valt, terwijl je tegelijkertijd getrakteerd wordt op dolkomische wendingen (luister naar hun vertolking van Burt Bacharachs Little French Boy), instrumentale hoogstandjes solistisch en in ensemble.
De vaste kern van Available Jelly bestaat al jaren uit trompettist Eric Boeren, (bas)klarinettist/altsaxofonist (en belangrijkste componist) Michael Moore en slagwerker Michael Vatcher. Dit trio wordt op Bilbao Song bijgestaan door trombonist Wolter Wierbos, saxofonist Toby Delius en bassist Ernst Glerum. Anno 2004, toen de opnamen voor deze plaat werden gemaakt, was Wierbos nog steeds een onbetwiste meester op zijn instrument.
Bilbao Song is niet Available Jellys beste productie, maar mag er wel degelijk zijn.
De opnamen die het plaatje Live At The BIMHUIS vullen, dateren uit 2000 en 2003. Gravitones is de groep van de (toen?) in Nederland verblijvende klarinettist Augusto Forti. Voor deze gelegenheid versterkte hij zijn vaste band met enkele strijkers. Let wel: geen banaal strijkje! Omdat er drie jaar zitten tussen de verschillende opnamen, hebben er in zijn groep ook de nodige personeelswisselingen voorgedaan. Michael Vatcher werd bijvoorbeeld vervangen door Han Bennink, cellist Alex Waterman door Tristan Honsinger. Andere muzikanten zijn: cornettiste Felicity Provan, gitarist Paul Pallesen, trombonist Joost Buis en violiste Mary Oliver.
In zekere zin vullen Gravitones & Strings Available Jelly fraai aan. Forti, die alle stukken schreef, put hier uit zijn liefde voor het verre oosten. In het openingsnummer Gasaku lijken de muzikanten af en toe te verblijven op Chinees territorium, terwijl ook Nino Rota-achtige klanken langskomen. Ook in de volgende nummers, Gasuto, Gasiform en Gasonata, klinken die oosterse invloeden door.