2

Beat-Man, headhoncho van het Zwitserse Voodoo Rhythm, heeft het voor ons uitgezocht en de uitkomst bleek het cijfer twee te zijn, voor het tweede volledige album van de The Come’N Go. Nog zo makkelijk, moeten we onze verhitte hersencel niet verder pijnigen en kunnen we zonder rekenwerk voluit genieten van de tweede worp van het kwartet. Geloof het of niet, maar de band, bestaande uit een wedergeboren Christen en ter compensatie ook drie satanisten, heeft voor de opnames van ‘2’ een studio gebruikt, en dat is de eerste keer in hun bestaan. De sound is er een stukje minder rauw op geworden, maar we horen nog steeds een garagepunkband in bloedvorm die een mooie mix maakt van vroege Jon Spencer Blues Explosion en The Oblivians, van wie ze ‘There’s No Butter For My Bread’ overigens een opknapbeurt geven. Dat doen ze ook met de Creedence Clearwater Revival-klassieker ‘Commotion’. De band verbergt evenmin hun adoratie voor de vroege Rolling Stones via ‘Don’t Matter’ en ze doen het op een manier die ons geen braakneigingen bezorgt, wat meestal bij Stones-referenties wel het geval is. Over the top en cranked up punkrock zoals we het zeer graag hebben. Laat nummer drie maar snel komen! Roy And The Devil’s Motorcycle is een Zwitsers collectief dat tot op heden alleen speelde op familiefeestjes en in de eigen garage, omdat ze dat nu eenmaal super vinden. Al die nieuwsgierigen uit die verrotte buitenwereld verdienden hun psychedelische garagerock niet, zo stelden ze. Nu vonden ze de tijd toch rijp om een plaat vanuit de Zwitserse bergen op de wereld los te laten. Drie broers op evenveel gitaren en een kameraad die de drums speelt, meer hebben de heren niet nodig om van de sound van Spacemen 3 een trashversie neer te zetten. Junior Kimbrough, Elmore James en Chuck Berry worden gecoverd, maar dan op een zo eigen manier dat de nummers als nieuw klinken. Bluespunk en psychedelica wonen wettelijk samen op deze knaller. Ooit zullen we erin slagen één van hun supergelimiteerde, alleen voor familie bedoelde, vroegere platen op de kop te tikken, maar voorlopig zijn we heel tevreden met ‘Because Of Women’. (www.voodoorhythm.com) Black Time doet niet aan subtiliteiten. Zoals quasi alle releases op het Australische In The Red gooide het trio zijn nummers behoorlijk chaotisch en aan alle kanten rammelend op band, maar net die ongepolijste ruwheid vormt de charme van het garagepunktrio. Overstuurd over de hele lijn blijven de nummers toch overeind, wat wel iets zegt over de songschrijverkwaliteiten van de drie. Als een Britse versie van de uit Detroit afkomstige The Dirtbombs of een vunzige en ranzige versie van The Hunches, vol Britse arrogantie en zich wentelend in pis en verschaald bier. Black Time kotst de garage vijftien keer onder op hun tweede plaat, en ze doen dat overtuigend. Epsilons zijn vier snotapen tussen de zestien en achttien jaar die de platenkast van hun ouders hebben geplunderd, er albums van Devo, The Cramps en The Sonics aantroffen en daarmee meteen aan de slag gingen. Ze hebben amper een half uur nodig om veertien rammelende punkliedjes op een rij te zetten, liedjes waar speelse melodieën verborgen liggen onder snerpende gitaren. Yeah Yeah Yeahs en Coachwips zijn nooit veraf. Niet toevallig twee bands die ook bewust geen ‘the’ voor hun naam wilden. Weg hipcats, rocken zullen ze. Een grotere garage en een paar jaartjes extra zullen deze band gegarandeerd de kans geven om door te breken naar een groter publiek met een gepolijster geluid. (www.retarddisco.com) Laat ons nog even in de waan dat de wereld soms rechtvaardig kan zijn en deze ruw vormgegeven stamppunkliedjes ook een groot publiek kunnen bereiken. Mooie dromen kunnen zo mooi zijn. Country Teasers komen uit Edinburgh en vormen de intellectuele tak van hun label. De Schotten brachten ooit hun platen uit op het roemruchte Crypt, maar grossieren tegenwoordig in politieke getinte luisterliedjes in plaats van rauwe punk. De idealen zijn gebleven, de boodschap wordt alleen anders verpakt. Op hun ‘The Empire Strikes Back’ onderzoeken ze de plaats van ras en racisme in de politieke wereld van Groot Brittannië in de jaren 1970 en dat resulteert in een vreemde luisterervaring. Zonder echt naar de teksten te luisteren, weten de heren door hun aan de stem van Mark E. Smith refererende verteltrant ons toch in hun denkwereld op te zuigen. Ook muzikaal is The Fall nooit veraf, vermengd met behoorlijk wat country. Luister naar de lo-fi countrywals ‘Spiderman In The Flesh’ om een idee te vormen over deze politiek correcte plaat. De hoes verraadt nauwelijks dat we met Country Teasers van doen hebben, dus hoge verkoopcijfers zullen ze niet halen. (www.intheredrecords.com) Die laat de band aan het vrolijk zomerse, Britse damestrio The Pipettes. Koortjes, huppeldepuppop, lieflijke smoeltjes met dito instrumentjes, gelijke jurkjes, de stranden van Brighton en veel glimlachjes. The Pipettes ten voeten uit. Banarama, Ronettes, Shirelles, The Supremes en Shangri-La’s in de blender en hop, we zijn meteen weer vrolijk na de intense luisterervaring van ‘The Empire Strikes Back’. Alleen zullen we de plaat van The Pipettes veel sneller vergeten zijn. Volgende week al.

tekst:
Patrick Bruneel
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!