Het achtkoppige hippiegezelschap Feathers uit Montague, Massachusetts levert een sterk naar de jaren 1960 en 1970 teruggrijpende debuutplaat af, met verrassend melodieus en catchy klinkende songs die niet vreemd in de oren zullen klinken voor liefhebbers van hedendaagse folkies als posterboy Devendra Banhart of de rustigste momenten van een band als Espers. Zij het dat de acid-psych elementen van deze laatste band grotendeels afwezig blijven. Folkgospels van akoestische gitaren, autoharp, blokfluiten, violen, Indische banjo, sitar en uiteenlopende percussie elementen die vederlicht op een zachte windbries meegedragen worden, maar niet altijd even overtuigend klinken.