Het duurt even. Nee, wacht. Opnieuw: het duurt een eeuwigheid voordat Static goed op gang komt. Okay, je bent een nieuwe groep, je houdt je bezig met improvisatie, het duurt een tijd voordat je op elkaar in gespeeld bent. Maar zon dingen doe je meestal tijdens repetities, avondjes in een oefenhok. Daar gebruik je doorgaans niet het eerste nummer van je debuutalbum voor. Bad Statistics dus wel, de groep uit Nieuw Zeeland bestaat volgens de bio uit een vijftal fanatieke improvisatieliefhebbers, en daar hebben ze geen ongelijk in. Het is alleen de vraag of fanatiek gelijk staat aan goed. Of talentvol. Static is naar improvisatie maatstaven namelijk niet echt een succes te noemen. Het eerste nummer doet er ongeveer een kwartier over om van een repeterende, minimalistische maar vooral saaie groove naar een tempoversnelling te schakelen. Drums krikken het tempo op terwijl vocalist Thebis Mutante als een schizofrene tiener om de haverklap van persoonlijkheid wisselt, Damo Suzuki referenties zijn op zijn plaats maar waar Suzuki kon leunen op de immer fascinerende geluidstrips van Can heeft Mutante minder steun aan de trage en, ja nog eens, lome achtergrondmuziek die zijn band laat horen. Ik ben een fan van rauwe, primitieve improv maar deze versie kent te weinig spanning, het lijkt vaak of de makkelijkste weg wordt gekozen en die leidt zelden tot een hoogtepunt. De trage sludgedoom waar het tweede nummer mee opent klinkt dan een stuk gevaarlijker. Ook Mutantes vocalen zijn een stuk geproportioneerder en passen beter bij de muziek. Het is alleen jammer dat ze er een plaatkant over doen om daar te geraken.