‘Dat kan ik beter,’ moet Vladislav Delay gedacht hebben, na drie albums te hebben gediend in het Moritz Von Oswald Trio. En richtte vervolgens zijn eigen kwartet op, samen met elektronica-guru Mika Vainio (Pan Sonic), bassist Derek Shirley en blazer Lucio Capece. Sasu Ripatti, zoals Delay echt heet, speelt zelf drums en percussie. Trio’s, kwartetten, dat riekt naar jazz, zult u wellicht denken, maar mocht dat niet uw ding zijn, laat dat u er dan toch niet van weerhouden deze plaat te proberen. De meeste nummers passen inderdaad in dat genre, maar met name omdat ze improvisatie als invalshoek hebben, niet omdat het geluid nou zo jazzy is. Na albums vol dubby elektronica te hebben gemaakt, kon je deze koerswijziging al horen aankomen op Delays ‘Tummaa’ uit 2009 (waar Capece ook al op mee speelde). Spacey improvisaties, gedragen door een baslijn van vaak maar een paar noten. Vervolgens zorgen spaarzame percussie, uitgerekte halen op een basklarinet, en een dwalende sopraansax voor een vervreemdende sfeer. Een enkel nummer is wat oeverloos, maar over het algemeen is de muziek veel spannender dan wat Delay op Von Oswalds laatste album mee hielp produceren. De andere helft van de plaat hoort eerder thuis in het vak ‘experimentele elektronica’. De invloed van Vainio is daar in duidelijk hoorbaar: ruis, analoge pulsen, drones, soms op het industriële af. Geluiden waarmee hij ook de laatste drie Pan Sonic albums onveilig maakte. Wanneer jazz en elektronica elkaar in balans houden, zoals op het voorlaatste nummer, ontstaat een koortsdroom die zenuwachtig en zeer prettig is. Ook een aanrader voor iedereen die vindt dat Kammerflimmer Kollektief wel wat meer drones zou kunnen gebruiken.