Het eerste stuk van Temporary Audiosculptures And Artefacts begint met een steeds herhaald fragmentje van elektronische pulsen. Na enige tijd komt daar een ander repetitief patroon bij, evenals een aantal willekeurige metalige slagen. Er ontstaat iets als een ritmebasis, waar overheen een vrij bewegend melodietje groeit. Een echte song wordt het en dansen zal hierop niet makkelijk zijn. Het is de aantrekkelijke en fascinerende opening van een cd die verder alleen maar abstracter is. Wel hanteert Konrad Kraft, alias van de Duitse kunstenaar/muzikant Detlef Funder, regelmatig dezelfde methode: er wordt een basis gecreëerd van bijvoorbeeld aanhoudende ruis of zich herhalende klanken of patronen. Langzaam komen er meer geluiden bij; de ene keer zijn dat andere repeterende patronen, de andere keer zijn het willekeurig verspreide geluiden. Geruis en getik als van druppelend water gaan vergezeld van tot nauwelijks herkenbaar vervormde stemmen; geklik, fluittonen, storingsgeluiden en ruisen verspreiden zich willekeurig tot een dicht weefsel. Steeds het contrast tussen repetitie en willekeur, tussen regelmaat en verandering. Soms lijkt een geluid herkenbaar, terug te voeren op een akoestische bron, soms is het duidelijk geconstrueerd. In de vijfde track, bijvoorbeeld, klinkt over de waaiende elektronica iets als gepluk aan pianosnaren. Het zou zomaar kunnen, want later op de cd duiken ook akoestische percussie een gesamplede gitaar op. Maar, songs, nee, dat worden de composities nooit. Ze behouden een hoge mate van abstractie. Konrad construeert uit allerlei klanken inderdaad auditieve sculpturen. Hij maakte een prachtige, sfeervolle plaat van abstracte klankhouwkunst.