S/t

Ministudio, gitaar en camera in de hand, trok Low Tide Island -Joep Hegger, 26- West-Europa door, om couch surfend en wandelend door de straten een titelloos debuut op te nemen. Een plaat vol intimistische singer-songwriter exploten, met straatopnamen afgewisseld. Dat maakt het tot een soort sonoor reisdagboek, wat natuurlijk de verbeelding prikkelt. Mooi idee, daarom, alleen: wind en auto’s klinken in Brussel net hetzelfde als in Nijmegen of Parijs. De sowieso slechts seconden lange snapshots van de omgeving hadden als interludia dus zeker onderscheidender, verhalender kunnen zijn. Verhalender? Kom ik straks nog op terug. Low Tide Island heeft overigens ook formeel een aantal maanden getourd met huiskamerconcerten (recent nog via de Troubatour), tot hij werd ontdekt voor de Nederlandse Grote Prijs, waar hij de halve finale voor singer-songwriters haalde afgelopen zomer. Illustreert dit debuut dan huiskamervlijt, of gaat het om echt talent? Het antwoord ligt voorlopig nog zo‘n beetje in het midden. Wat eerst opvalt: Hegger heeft een zachte stem. De vocale warmte van Kings Of Convenience is niet veraf. Maar: er is nog schaafwerk in de melodieën. Misschien is Hegger iets te lief voor zichzelf nog in vocaal opzicht, en ook: hij duikt op deze plaat toch echt nog iets teveel in de teksten. De man mag graag optreden op blote voeten, maar ook de liedjes kunnen naakter, met minder proza. Rust in de gitaar of piano zou net mooi kunnen aansluiten bij een spaarzaam gebruikte, zachte stem. Zo mist ‘Tea’ een piano, gaat de stem in ‘Newspaper’ of ‘Stranger’ wel eens hangen in de lage tonen. Anders gezegd: Low Tide Island verdrinkt nog wel ’s in een woordenvloed – het komt dus neer op doseren. Ook ‘Backfire’ had mooi kunnen volstaan met enkele, suggestieve zanglijnen. Alleen meer pijn in verhaal en stem zal Hegger ook dichter bij referenties als pakweg Mark Eitzel of Mark Kozelek kunnen brengen: vaak klinkt alles nog zo lief. ‘Breakfast’ slaat een interessante richting in: randje folk, toetsje bossa. Maar ook hier is bijvoorbeeld een Sam Prekop nog ver weg. Misschien zit het geheim dan toch in een extra stem? Anders dan ‘Pick Me Up’ kiest ‘Fox’ op dat vlak voor een onderscheidende klankkleur in het duet. Ook instrumentaal laat het nummer even een paar tanden zien. Afsluitend duet ‘July’, tot slot, kan zo naast Isbells staan – maar dan wel in het voorprogramma.

tekst:
Gonzo (circus)
beeld:
LowTideIsland_LowTideIsland
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!