S/t

Verwarrend. Dat is het minste wat je kan zeggen, als we proberen te achterhalen hoe het nu precies zit met deze plaat. De promo had het namelijk over een bandje dat Hey Kid zou heten, waarvan het debuut ‘Arabrot’ zou heten. Laten we nu net een band kennen met die groepsnaam, waarvan we het vorige, vijfde, album ‘Solar Anus’ zeer wisten te pruimen. Meester Steve Albini had die ingeblikt (net als ‘Brother Seed’ uit 2009). Alles viel op zijn plaats en de band verdiende er zelfs een Grammy mee in thuisland Noorwegen. Haugesund is de uitvalsbasis voor Arabrot, dat al sinds 2001 actief is. In hun begindagen werden ze in Noorwegen amper serieus genomen. De black metalgemeenschap spuwde hen uit, en ook zij die een stevige brok noiserock weten te appreciëren, vonden de band vooral grappig. Toch zijn ze koppig hun eigen ding blijven doen en zo veroverden ze stilaan Europa en uiteindelijk ook de harten van de thuisbasis. Na het eerder genoemde ‘Brother Seed’ hield Arabrot zich bezig met soundtracks en het opluisteren van kunsthappenings, zonder hun initiële noiserock uit het oog te verliezen. Inmiddels is de vooruitgeschoven single ‘Arrabal’s Dream’ een feit. Een geslaagd stuk met Laura Pleasants van Kylesa als gast, en meteen een band waarmee Arabrot nauw verwant klinkt. Emil Nikolaisen (Serena Maneesh), Lasse Marhaug en Erland Dahlen mochten mee de boel opfokken. Dat zullen ze met plezier hebben gedaan, gezien de teksten geïnspireerd zijn op het werk van George Bataille en Robert Desnos. Net als zijn voorgangers is deze plaat ruw en hard, niet door zijn snelheid maar door zijn benadering van het noiserock genre. De stem zou een afknapper kunnen zijn, maar voor ons werkt die wel. Eigenzinnigheid troef bij deze Noren, en daar houden we wel van.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Arabrot_Arabrot
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!