Een fascinerende ep van een Zwitsers kwartet (toetsen, cello, gitaar/bas, drums) onder leiding van ene Manuel Engel, dat hier vergezeld wordt door de Franse zangeres en multimedia-artieste Ana Igluka. De speelzone: knutselarij tussen improvisatie, noise, minimalisme en ethno-rock. De songs met Igluka erbij zijn stuk voor stuk geslaagd, of ze nu te classificeren zijn als een muzikaal exorcisme dat een poëzieperformance koppelt aan wiebelende keyboards en stompende floor toms, iets dat verwant lijkt aan de skronk van Cannibales & Vahinés of de surreële art-metal/avant-garde blues van Oxbow. Mooi om dat afgelost te zien worden door dubby grooves die zo uit een hippe Brooklynse kelder lijken te komen en onheilspellend melomanenvoer waarin lieflijke zangpartijen gecontrasteerd worden met hortende en stotende klanken en ontregelde ondergronden. Het levert zeventien behoorlijk intrigerende minuten op, maar zowat de helft van de acht tracks (eigenlijk zowat alles zonder zang) doet vooral uitkijken naar meer, zonder het niveau van succesvolle basisschetsen te overstijgen. Geef die mensen een budget en wat studiotijd en het levert gegarandeerd nog een knappe langspeler op.