Ryan Adams wil u iets vertellen. Veertien jaar na zijn debuut brengt de Amerikaan immers een zelfgetitelde plaat uit, met op de voorkant van de hoes een close up van zijn gezicht. Ryan raakte de afgelopen jaren af van de drank, trouwde met de voormalige kindster Mandy Moore en heeft alle zwartgalligheid afgezworen. I’m tired of giving up so easy, klinkt het strijdvaardig op zijn nieuwe album. Adams heeft niet alleen zijn leven weer op de rails gekregen, maar meteen ook zijn muzikale carrière in eigen handen genomen. Zo verschijnt Ryan Adams (de plaat) op de man zijn eigen label Pax AM, en nam hij ook zelf de productie op zich. Muzikaal balanceerde Adams in het verleden vaak tussen tussen ruige rock en ingetogen americana. Dit album weert zowel de lapsteel als de punkgitaren en laat eerlijke, melodische rock horen die gestoeld is op de leest van Springsteen. De man uit Jacksonville voelt zich duidelijk in zijn sas en dat werkt aanstekelijk.
Het openingstrio bevat de minste nummers van de plaat, en de angst voor een generische rockplaat
duikt even op, maar vanaf Am I safe, nummer vier, en de elektrische gitaar die te midden van het nummer zelfs even de funky tour opgaat, heeft de man onze aandacht beet en houdt hij die de rest van de plaat vast. My Wrecking Ball brengt verstilde pracht en in de meer weidse rocknummers als I Just Might en Shadows onderscheidt Adams zich helemaal. Had die laatste op het fel bejubelde Lost In The Dream van The War On Drugs gestaan, het was er een topper. Jammer van die valse start, maar gelukkig schakelt Adams op dit album na enkele nummers meteen naar vijfde versnelling, zodat Ryan Adams zeker een mooie aanvulling is aan de man zijn rijke oeuvre.