Amsterdam biedt meer dan de reguliere concertzalen. DNK is zo’n vaste, maar nog te onbekende waarde. Bijna elke maandagavond is het in SMART Project Space (in Amsterdam Oud-West) tijd voor experimentele en avant-garde muziek. Voor de setting wordt gebruik gemaakt van het hele gebouw – nu eens in de oude kapel, dan weer zittend in de filmzaal of staand.
Op 6 april dook DNK diep in de avant-garde met twee bijzondere opvoeringen – of beter heropvoeringen van beroemde performances: Pendulum van Steve Reich en Ping-Pong van Dick Raaijmakers. Het waren zeker geen technisch perfecte heropvoeringen van de betrekkelijk korte stukken, maar door de sfeer – je waande je in de hoogtijdagen van de performance inclusief publiek dat keuvelend en sippend aan een wijntje wachtte tot alles klaar was voor de ‘explosie’ en de tl-lampen zo eigen aan de witte kunstboxen – werd het een magische avond en een waardig eerbetoon aan twee grootheden van de avant-garde muziek.
De aankleding van het eerste Sonic Connections-festival enkele dagen voordien in de Brakke Grond was juist het tegenovergestelde: hip en 21ste-eeuws. Door omstandigheden konden we alleen vrijdagavond 3 april meepikken, maar de muzikale confrontatie tussen Vlaanderen en Nederland mocht er wezen. Eerst was het de beurt aan Ansatz Der Machine, een band die we bij Gonzo (circus) graag mogen horen. Voor een staand en nog dun publiek was de mix van gitaar, elektronica, hedendaags gecomponeerd en visuals niet vanzelfsprekend. Maar de jongens zijn wel lief en doen hun best. De tweede Belg op het podium was Mark Wetzels alias Boy Shouting alias Coem (‘een nieuwe Coem is in de maak zijn, ook al zijn we gesplit’, ‘Man ik ken de Gonzo nog van heeeeel vroeger’, ‘Waar zou mijn hotel zijn?’). Hij brengt net dat stukje absurde humor op het podium dat Vlaanderen onderscheid van Nederland. En dat bleek ook: want tussen Ansatz der Machine en Boy Shouting troffen we LPG – veel bravoure, babbelen en bij momenten bloedserieus en als het grappig was, bleef het toch een beetje in de studentikoze hoek hangen. Het publiek werd ook door allerlei gimmicks (de stem van Willem de Ridder, blinddoek) een beetje als een kudde vee behandeld en daar zijn we nu net bij Gonzo (circus) te eigenwijs voor. Maar de muziek was goed: strak, inventief en de samenzang deed denken aan bijvoorbeeld Akron/Family of Dirty Projectors. En The Moi Non Plus sloten het feestje af – helaas werden wij niet warm of koud van het van-dik-hout-zaagt-men-planken. Maar ook de Antwerpse rapper KraMeRr – die de twee avondhelften aan elkaar moest plakken – deed ons naar de rokers vluchten: hij zou er niet te veel woorden aan vuilmaken. Tja, dat is nou net wat je van een rapper verwacht.
Op 13 april was het in DNK de beurt aan BBB – neen geen lichaamsoefening voor dames van middelbare leeftijd, maar een Duits trio dat met percussie, elektronica en allerlei gebruiksvoorwerpen zoals een elektrische aansteker voor gasfornuizen, laag op laag op laag stapelde. Muziek voor de hersenen, terwijl het gevoel ook wel wat wilde. Mooie visuals zoals bijvoorbeeld bij Ansatz Der Machine zouden BBB ontrokken hebben aan de doorsnee elektronica-act.
Op 11 mei sluit het DNK-seizoen stijlvol af met een optreden van iconen Alan Light en Aki Onda (niet in SMART, maar in OCCII).