Wakker worden. Dag twee van Pukkelpop begint. De dag van Metallica. Als we de wei opkomen worden we daaraan herinnerd. De boekhouderstypes, met bierbuik, gehuld in een afgewassen Metallica-shirt vallen ons al op.
Starten deden we in de door Gonzo (circus) geliefde Chateau. Het kleinste podium op het festival, met vaak de interessante programmering. The Dodos bijten de spits af met een set vol psychedelische folk en blues. Drie mannen op het podium. Waarvan een drummer met de onnozelste snor die we hopelijk deze drie dagen zullen zien. Ritme heeft een hoofdrol in de muziek van deze uit San Fransisco afkomstige band. Live wordt dit duo aangevuld met een percussionist die rammelende ritmes tevoorschijn tovert uit een vuilnisvat en vibrafoon. Het publiek in goed gevulde Chateau wist dit optreden te smaken, getuige het langdurige luide applaus. En wij, wij kunnen alleen maar akkoord zijn met het publiek. Een eerste hoogtepunt.
Eén van de artiesten waar we op Pukkelpop een afspraak hadden voor een interview was Nina Nastasia. De beschermelinge van de legendarische DJ John Peel zat hier volledig alleen op het podium. Zij alleen met een gitaar. Breekbaar en stil. Te stil en te breekbaar voor een festival. Maar wel ongeloofelijk dapper. Blijven lachen en contact blijven zoeken met het publiek. Maar bindteksten over een circuszwembad vol bloed, dat helpt wel om bij Gonzo (circus) op een goed voetje te staan. En dat interview dat is er niet gekomen. Ze moest een boot naar Engeland halen. Jammer, een gemiste kans. Graag snel terug, maar dan in een gezellig theater.
En met het aantreden van Caribou volgde meteen een tweede. De heren spelen zich moeiteloos in de gunst, met zowat een Reader’s Digest samenvatting van alle hoogtepunten uit de psych van de jaren zeventig. En de leuke gimmick van een gitarist die geregeld achter een tweede drumstel kruipt, blijft ook het hele optreden lang fris. Tijdens het laatste nummer sleept de bassist er ook nog een stel toms bij, en ontaardt alles in een bijna primale percussiejam. De sobere maar rake projecties maken de psychedelische ervaring helemaal af.
Het uit Wales afkomstige zevental – vier jongens, drie meisjes – Los Campesinos! stond in voor de springerige indiepop van de dag. Was het bij het begin nog moeilijk om de tent in te raken, bij het einde van het optreden konden wij rustig buitenlopen. Een veeg teken. Maar goed, leuk groepje als ze uit je stad afkomstig zijn en je een feestje hebt.
Foals moest de Marquee doen daveren met hun dansbare rock vol complexe ritmes. Maar slaagde daar maar half in. Sloeg de vermoeidheid toe, of was dit onder de verwachtingen ?
Het meest afgelegen podium is de Dance-Hall. Omdat we ook onze dansbenen eens wilden strekken, zakten we af naar deze tent voor Leila. Een dame uit de Warp-stal die acht jaar geleden een plaat maakte, en nu terug is. Waarom is ons een raadsel. Want overtuigen, nee dat kon deze dame niet. Ze stond verscholen achter een batterij apparatuur waaruit ze belegen elektronica toverde. Toen er ook nog een zanger het podium mocht bestijgen die een onduidelijk gedicht kwam voordragen haakten wij af. Samen met de spreekwoordelijke vijf man en een paardenkop die er op dat moment nog stonden.
Tunng, dan maar. Het Britse zestal deed wat van hen verwacht werd. Meerstemmige verstilling, drie akoestische gitaren, wat knisperende elektronica en voorzichtige beats. Nieuw was een lap lawaai die aan Lars Ulrich werd opgedragen. Het publiek in de Chateau zag dat het goed was.
En tussendoor was het flaneren van tent naar tent, zonder ook maar één moment verrast of gepakt te worden. Niet door Get Cape, Wear Cape, Fly, niet door een dreunende dj set van Surkin, zelfs niet door de keurig uitgevoerde maar wat identiteitsloze stoner psychedelica van Creature With The Atom Brain. We gaan van armoe zowaar nog uitkijken naar Metallica, gotsamme!
Mager dagje tot hiertoe, dus.
(dv, sb en mt)