Summer Bummer - Reed, Tate, LaMar Gay - (c) Geert Vandepoele

Summer Bummer 2023 – Dag 1

Na alweer zeven prachtige edities die zich eerst in het Zuiderpershuis en daarna in het al even wonderlijke pand van De Studio afspeelden, zou het door Oorstof georganiseerde Summer Bummer, dat Antwerpse feest van de vrije muziek in al haar verschijningsvormen, dit jaar voor zijn achtste editie verhuizen naar muziekcentrum Trix. Het was een verkassing waar we aanvankelijk niet helemaal gerust in waren. Maar de verhuis pakte onverwacht goed uit: de op zich veel te grote zaal van het oude Hof Ter Lo werd optimaal gebruikt, met de ensembles voor het podium gepositioneerd en het publiek verdeeld over de trappen. Bovendien ontstond op de binnenplaats/tuin van Trix het soort dorpspleingevoel dat ons warme herinneringen bezorgde aan dat andere favoriete festival van ons, Incubate.

Summer Bummer heeft de schone gewoonte om jonge muzikanten een stevige por in de rug te geven. Zo mocht vorig jaar de toen twaalfjarige Omar Gebruers – zoon van – nog een geïmproviseerde gitaarnoise-set ten berde geven en ook ondertussen ontbolsterde talenten als Hanne De Backer, Farida Amadou of Stan Maris hebben vroeg in hun carrière gulle kansen gekregen van Sound in Motion. Dit jaar mochten jonge snaken Ornella Noulet en Ferdinand Lezaire de feestelijkheden openen. Drummer Lezaire herkenden we pas na zijn set als de jongeling die al een jaar of twee klokvast de Oorstof-concerten bijwoont, ons nu en dan een sigaret afbietst en daar nooit met minder dan een stevige stapel muziek de merchtafel verlaat. Het was prachtig om te zien hoe die jonge, wat schuchter overkomende slungel op het podium openbloeide tot een zelfverzekerde muzikant die met gerechte rug en explosief spel, schijnbaar onbewogen en zonder maniertjes de improvisaties aanvuurde. De Française Noulet, ons eveneens tot voor kort onbekend, speelde doorleefd en met een mooie toon, nu eens frenetiek, dan weer met lange, verhalende melodielijnen. Een mooie opener en perspectief voor de toekomst. Hulde aan het Sound in Motion-scoutingteam.

Summer Bummer Bennink Ex Kvelvane c Geert Vandepoele
Summer Bummer – Bennink, Ex, Kvelvane – (c) Geert Vandepoele

Meteen na die getalenteerde piepkuikens: veteranen Han Bennink en Terrie Ex, die na twee korte stukken improvisatie de Noorse altsaxofoniste Heidi Kvelvane als special guest op het podium roepen. Bennink en Ex zijn eigenlijk allebei net zoveel bewegingsartiesten of dansers als muzikanten, al moet gezegd dat Bennink minder clownesk / acrobatisch dan ooit speelt, al deelt hij op een bepaald moment wel mee: ‘ik heb panne, net als Remco Evenepoel’ en doet hij later Ex danig in de lach schieten met een paar onverwachte, zware knallen op zijn snare. Magisch momentje wanneer Bennink een marsachtig ritme boventovert en Ex daar zowaar een écht rifje van een paar noten overlegt: er ontstaat meteen een onmiskenbare swing, waarover Kvelvane een fijnzinnig melodietje over de toonladder laat fladderen. Tenslotte gaat Ex ook nog eens de piano (de vleugel van wijlen Fred Van Hove, ondertussen overgenomen door Sound in Motion) te lijf, godzijdank niet met die gehavende kop van zijn gitaar, maar met fladderende handjes, een perfecte persiflage neerzettend van de lichtste passages uit het oeuvre van Fred Van Hove.

Deze Summer Bummer gaat aan een hoog tempo, want als we de grote zaal uitwandelen, kunnen we gewoon rechtdoor het café binnenstappen waar Cath Roberts en Dee Byrne, respectievelijk op bariton- en altsax al volop in the zone zitten, met hun meditatieve saxconversatie, waarbij ze op ingehouden spanning, klein en op de vierkante centimeter cirkelen. Daarbij lieten de twee zich niet uit het lood slaan door de aan de ruimte inherente airco- en bargeluiden (het stomen van een espresso blijkt verrassend goed te marcheren als derde lid van een saxduo). Naar het einde toe ging vooral Roberts iets wilder tekeer, maar over de hele set werd toch vooral in de diepte gewerkt.

Summer Bummer - Reed, Tate, LaMar Gay - (c) Geert Vandepoele
Summer Bummer – Reed, Tate, LaMar Gay – (c) Geert Vandepoele

Drummer Mike Reed en kornettist-alleskunner Ben LaMar Gay hadden stadsgenoot en poëet Marvin Tate meegebracht uit Chicago. Tate staat voor rauwe soul, en injecteerde met zijn roepzang terug een stukje politiek in het genre. Met de armen hoog in de lucht, als stond hij een mis voor te dragen, rondstuiterend als was hij touwtje aan het springen of met de vuisten hoog in gevechtshouding. Met spaarzame drums, zoete bugelklanken en hier en daar een streepje elektronica legden Reed en LaMar Gay een indrukwekkende soundstage neer voor Tate’s rauwe rasp. Een vroeg hoogtepunt, zowaar.

Summer Bummer - Crain, Quinlivan, Frye, Edren - (c) Geert Vandepoele
Summer Bummer – Crain, Quinlivan, Frye, Edren – (c) Geert Vandepoele

Cooper Crain, Dan Quinlivan, Rob Frye en David Edren, zo stonden ze aangekondigd, maar dan heb je dus gewoon Bitchin’ Bajas plus DSR Lines en weet je dat je een groot drone-feest mag verwachten. Een paar uur voor de set spraken we Edren, en die had de Bitchin boys al een paar jaar niet meer gezien, was amper gebrieft en wist dus ook niet wat hun gezamenlijke set zou opleveren. Maar een drone-feest was wat we kregen: een half uurtje zalig dubbend dobberen op een zee van synthpulsen.

Op Summer Bummer is het altijd kwestie om tijdig te arriveren om de inleiding van presentator (en mede-Gonzoïst) Guy Peters mee te pikken. Onder andere aan de hand van citaten uit ‘Beautiful Frenzy’ en ‘We Jam Econo’, steekt onze favoriete Geraardsbergenaar de loftrompet van de kleine communities die overal ter wereld het verschil maken voor muziek in de niche, niet in het minst Koen, Christel, Joachim en de rest van het team van Sound In Motion vzw. Een belangrijke boodschap die we hier graag nog eens herhalen, al is het maar omdat ook Selvhenter uit die DIY-cultuur ontsproten is. Wanneer we vlak voor het concert van Selvhenter binnenkomen staat Guy Peters te fulmineren tegen de speculatieve prijzen waaraan vinyl tegenwoordig van de hand gaat op sites als Discogs. Uit protest geeft hij twee dubbels uit zijn collectie – ‘Unreleased?’ van Fire + Jim O’Rourke en ‘Sunrise In Different Dimensions’ van Sun Ra – weg, ‘liefst aan iemand jong die zijn collectie net begonnen is’. Naar verluidt was minstens één van de gegadigden na de show een jong iemand. Dat geeft hoop voor de toekomst.

Summer Bummer - Selvhenter - (c) Geert Vandepoele
Summer Bummer – Selvhenter – (c) Geert Vandepoele

Selvhenter dus, dat vrouwelijke collectief gaat al een hele poos mee, Jaleh Negari, Anja Jacobsen, Sonja LaBianca en Maria Bertel delen een verleden in de Deense noise-scene en dat laat zich horen. Met twee drumsets, trombone, sax en elektronica was Selvhenter meer dan welke act op de affiche ook op groove en riffs gericht. Bertel en LaBianca bewerken hun trombone- en saxspel zwaar met een Sunn O)))-achtige basversterkeropstelling en elektronica, en Negari en Jacobsen leggen met hun twee drumsets wringende polyritmes en wiegende dubs neer. Toen we Selvhenter in 2015 aan het werk zagen (op, jawel, Incubate), was de groep nog geheel op loden riffs gericht. Vandaag beginnen ze iets meer ingehouden aan hun set, met exotisch aanvoelende ritmes, waarover Sonja LaBianca en Maria Bertel sax- en trombonelijnen draperen die met wah en andere effecten bewerkt worden. Tegen het vierde nummer mogen alle sluizen open: een monstergroove waarover sax en trombone helemaal berzerk gaan. Het laatste nummer was dan weer een track waarmee je naar de oorlog kon, een loden tromboneriff, traag dreunende duodrums, met een langgerekt screechfest van een orgelpunt.

Summer Bummer is bij uitstek een eclectisch festival. Dat was dit jaar zo mogelijk nog meer het geval. Star Splitter, het duo van Rob Mazurek en Gabriele Mitelli stond achter een tafel vol elektronisch speelgoed abstracte beats te maken, waarbij Mazurek zijn kornetlijntjes elektronisch bewerkte en Mitelli sjamanistische zanglijnen toevoegde. Als twee geschifte professoren in een caleidoscopisch laboratorium gevuld met muziekdoosjes, rudimentaire synthbaslijnen, stemsamples, kolkende loops en hier en daar een langoureuze kornet- of saxlijn. Als uitsmijter kregen we zowaar een piano-kornetballade, inclusief een melodielijn die als een ode aan jaimie branch klonk. In de wandelgangen hoorden we iemand dit als onbeluisterbaar wegzetten, maar op ons gemoed werkte het experimentele speelplezier alleszins aanstekelijk.

Als afsluiter voor de vrijdag was er zowaar een internationale première. ‘The Death Of Kalypso’, de jazzopera van Martin Küchens ensemble Angles, bleek een zwaar doorgecomponeerd stuk, helemaal opgebouwd omheen de zanglijnen van sopraan Elle-Kari Sander. Een mooie tweede hoofdrol was er voor het strijkkwartet, hier en daar geruggensteund door gelegenheidsbassist Nils Vermeulen, die de ongelukkige Johan Berthling verving, die aan een fietsongeval een elleboogblessure had overgehouden. Angles werd voor de gelegenheid overigens gedepanneerd door nog een paar Belgische doublures. Hanne De Backer verving Eirik Hegdal op baritonsax en het strijkkwartet werd aangevuld door Laure Bardet en Lucas Caluwaerts op viool.

Elle-Kari Sander switcht tussen het perspectief van de verteller, en de zanglijnen van verschillende personages, met een waanzinnige stembeheersing, maar verder werd het ons allesbehalve duidelijk waar het verhaal van ‘The Death Of Kalypso’ naartoe ging. Misschien hadden we de in de opera gangbare boventiteling nodig, maar waarschijnlijker was ons concentratievermogen ondertussen lichtjes aangetast na zulk een lange dag van muzikale scherpslijperij. Dat maakt verder niet heel veel uit: dat het een grootse, gulle en heftige vertelling was, kregen we wel mee. De opera werd aangekondigd als een combinatie van pop, free jazz en drones, in theorie een combinatie die sommige van onze favoriete platen heeft opgeleverd, zoals Ornette Colemans ‘Science Fiction’. Bij ‘The Death Of Kalypso’ bleven we wat dat betreft lichtjes op onze honger zitten, omdat de schotten tussen die verschillende elementen vaak gesloten bleven: liedstukken werden afgewisseld met strijkerstussenkomsten en meer experimenteel spel van de blazers, maar er was weinig overlap. Het betrof natuurlijk een première, dus misschien is het een euvel dat zich bij volgende opvoeringen spontaan oplost. Naar het einde toe gebeurde dat overigens al een beetje, wanneer de blazers voluit gingen en Konrad Agnas zich bijna een hernia mepte op zijn drums. Zwaar en meeslepend, maar de eerste keer op de dag dat we niet helemaal meekonden…

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
Summer-Bummer-Reed-Tate-LaMar-Gay-c-Geert-Vandepoele
geplaatst:
wo 20 sep 2023

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!