Nu er al een jaar of twee geen maat meer staat op billy woods, wordt het stilaan een lastig verhaal om alweer een nieuwe topplaat van zijn hand te voorzien van de gepaste adjectieven. Gelukkig helpt woods een handje, want op ‘Maps’, zijn samenwerking met Kenny Segal, hoor je facetten waarvan je niet wist dat hij ze had. Zoveel kwaliteit en tóch nog weten te verrassen: het is weinigen gegeven. Nog minder artiesten is het gegeven om een touralbum te maken dat z’n mannetje kan staan tussen de topplaten uit een repertoire. Hier geen vlakke en snel in elkaar geflanste producties of door jetlag veroorzaakte stemmingswisselingen die de kwaliteit van de nummers als een soort spiegelbeeld laten schommelen. Wel Kenny Segal dus en ook gastpassages van onder meer Aesop Rock, Quelle Chris en – verrassend, alsook een kwestie van smaak – Danny Brown. Toch is ‘Maps’ nog steeds spontaan en een tikkeltje huiselijk, en maakt woods’ kenmerkende urgentie ietwat plaats voor een meer intuïtief en divers geluid dat minder ‘zendt’ en met name Segals knappe producties de ruimte geeft om tot de luisteraar door te dringen. Wat niet kon ontbreken, is de gelaagdheid van woods’ teksten en de schijnbaar oneindige put waaruit hij emmers observaties, reflecties en een ongezien creatieve omgang met de realiteit blijft halen. Zo baadt ‘Maps’ simpelweg in een Easyjet-esthetiek. Het is dan ook een album dat deels geïnspireerd werd door de weinig glamoureuze wereld van lowbudgetreizen waar een artiest als woods nog steeds aan moet geloven. De veelheid aan associaties die daaruit voorkomen, is jaloersmakend voor eender wie die al eens wat op papier zet. De rijm-acrobatieën (zie ‘Rapper Weed’, maar ook woods’ grootse overname op het slotstuk van ‘Babylon By Bus’ of het refrein van ‘The Layover’) vormen een nieuw hoogtepunt in zijn oeuvre. Er is vandaag simpelweg geen artiest die kwaliteit aan productiviteit weet te koppelen zoals billy woods dat doet. En dan moet de nieuwe Armand Hammer-plaat nog volgen. Wat een weelde.