Wat hebben een sjamaan, een kantoormedewerker en een blackmetalband met elkaar gemeen? Wat klinkt als het begin van een slechte mop, is in deze film- en boekselectie niet om te lachen. Alle drie proberen ze los te breken van vastgeroeste denkwijzen. Hun wapens: verhalen vertellen, de absurditeit omarmen en heel veel ruis produceren.
Verweerd
Ross Bolleter is een Australische toetsenspeler en zenleraar die een reservaat heeft ingericht voor verweerde piano’s. Hij is daarmee begonnen toen hij erachter kwam dat mensen bij wie hij op bezoek was al jarenlang een piano in een schuurtje hadden staan. Daar was het instrument blootgesteld aan de onbarmhartige temperaturen van de outback. Uit nieuwsgierigheid probeerde hij het uit. Een groot aantal toetsen werkte nog, maar een deel van de hamertjes sloeg in de lucht. Als ze snaren raakten, waren die ontstemd. In de loop van de tijd vond hij er meer, en hij ontdekte dat elke verweerde piano een persoonlijk karakter had. Het werd de basis voor een serie cd’s, en van een boek dat zes jaar geleden verscheen bij de Franse uitgeverij Lenka lente, ‘The Well Weathered Piano’. Daarin beschrijft hij wat een zogeheten ‘ruined piano’ precies inhoudt, hoe hij ze ging verzamelen in een reservaat (in zijn keuken staan er al zes), en wat voor muziek hij erop gemaakt heeft.
Nu ligt er een boekje van geringere omvang, ‘Average Human Heart’, met korte teksten die hij ‘left hand stories’ noemt, verhalen van de linkerhand. Hij heeft ze ingedeeld in hoofdstukken als ‘Blissful Moth’ over zijn eerste voorzichtige stapjes op het gebied van muziek als leerling op het accordeon, ‘High Rise Piano’ over zijn pianostudie aan de universiteit van West Australië in Perth. Hij deed daar auditie op zijn accordeon, waarop de professor die hem moest beoordelen wit wegtrok, en zei: ‘Je bent toegelaten, maar dat ding blijft buiten.’ Twee hoofdstukken behandelen ‘muziek van wat er gebeurt’, volgens de Ierse mythische held Fionn mac Cumhaill de mooiste muziek van de wereld. Daar klinken de ideeën van John Cage in door, die zich net als Bolleter in zen verdiepte.
In de korte stukjes volg je Bolleter op zijn reizen als musicus, maar ook in zijn omzwervingen door de uitgestrekte outback van Australië, de vaak surreële ontmoetingen die hij heeft met Aborigenes en witte bewoners. De linkerhand duikt regelmatig op, bijvoorbeeld in een beschrijving van een infernale eenhandige improvisatie op de piano door de ‘Nederlandse violist Johannes Rosendorf’ (vrijwel zeker Jon Rose), nadat die een steelpan van de snaren heeft geplukt en met een grote boog in een prullenmand heeft geworpen.
Veel teksten ademen de sfeer van het merkwaardige westen van het continent waar hij geworteld is. Soms zijn het anekdotes, soms zijn het diepe overpeinzingen, vooral als hij onderwerpen als dood en liefde behandelt. Het surrealisme bereikt een hoogtepunt in vijf bizarre prozagedichten. Zelfs na drie keer lezen blijven ze ondoordringbaar, maar ze blijven intrigeren. (rvp)
Ross Bolleter, Average Human Heart (Nantes: Lenka lente, 2022)
Sekte
Wie ooit op een kantoor heeft gewerkt, weet dat het kantoorleven bij voorbaat iets absurds heeft. Elke ochtend verzamelen mensen die niet voor elkaar gekozen hebben zich onder een systeemplafond en zitten gemiddeld acht uur per dag aan een bureautje. En dat vijf dagen per week. De Amerikaanse stripmaker Nick Maandag weet in zijn nieuwste grafische roman de absurditeit ervan bloot te leggen. Twee van de drie verhalen in deze bundel spelen zich dan ook af op een kantoor. In ‘The Plunge’ koopt een kantoormedewerker een percolator omdat hij het beu om elke ochtend te moeten aanschuiven in de rij van een koffiezaak. Zijn collega’s zijn benieuwd naar hoe dat werkt en zo groeit het maken van koffie uit tot een soort kantoorritueel. De handelingen die het hoofdpersonage doet, werken bezwerend en het lijkt alsof we als lezer een eeuwenoud gebruik zien ontstaan. ‘Full Day’ lijkt dan weer meer op een verzameling miniverhaaltjes. We volgen een dag uit het leven van een kantoorklerk, maar dat in een wereld die steeds opnieuw in de weg komt te zitten. Alle goede bedoelingen ten spijt, wordt het hoofdpersonage constant tegengewerkt. Stripmaker Maandag maakt uitvergrotingen van typische kantoorrealia zoals evaluatiemomenten en pendelen. Tussen die twee kantoorverhalen door worden we getrakteerd op het titelverhaal ‘Harvey Knight’s Odyssey’. Dat speelt zich af in een wereld waarin een sekte die het licht aanbidt aan de macht is. Siamese tweelingen, naakt rondlopende gelovigen, cancandanseressen verkleed als mades… het komt er allemaal voorbij. Maandag trekt de lezer hier diep zijn absurdisme in, maar komt daar ook mee weg. In alle verhalen zien we personages die het leven ondergaan, hoe grotesk of bizar de gebeurtenissen ook zijn. In hun universum zijn het immers geen bijzonderheden, omdat het leven bij hen altijd dwarsligt. De sobere zwart-wittekeningen, die vaak bestaan uit gezichten met weinig expressie, dragen bij aan die vervreemding. Dat de verhalen daardoor niet heel diepzinnig zijn, stoort op zich niet. Eerder leggen ze helder bloot dat wat wij normaal vinden evengoed heel absurd kan zijn. Voor ons was ‘Harvey Knight’s Odyssey’ een eerste kennismaking met het werk van Nick Maandag, en wij staan te popelen om dieper in zijn oeuvre te duiken. (tow)
Nick Maandag, Harvey Knight’s Odyssey (Montreal: Drawn & Quarterly, 2023)
Ruis
Blackmetal heeft in de kern altijd een doelbewuste en hardnekkige neiging naar ellende en terreur gehad. Anti-commerciële, anti-maatschappelijke en misantropische tendensen hebben ervoor gezorgd dat radicale politieke stromingen een weg naar het genre hebben gevonden. Misschien de bekendste, maar, zoals Bill Peel zegt in de introductie van zijn nieuwe boek ‘Tonight It’s A World We Bury’, daardoor getalsmatig niet gelijk de grootste, is nationaalsocialistische blackmetal, NSBM in het kort. Dat vertekende beeld wil Peel met zijn boek rechttrekken door te laten zien wat blackmetal te bieden heeft in de strijd tegen het kapitalisme, juist vanuit uitgesproken socialistisch/communistisch perspectief. Een van de hoekstenen van het blackmetalgenre is een verlangen om de moderne wereld te vernietigen. Dit kan door terug te grijpen op een gefantaseerd verleden, een methode die Peel afschrijft, of door juist je pijlen op een betere toekomst te richten. Met dit doel voor ogen analyseert hij verschillende thema’s die het genre kenmerken, zoals geheimzinnigheid en ketterij, om zo de rode draad binnen het genre op te tekenen. Aan de hand waarvan hij vervolgens onderzoekt waar blackmetal steken heeft laten vallen in de strijd voor een betere toekomst, en de strijd tegen het kapitalisme. Hij kijkt daarbij naar bands als Dawn Ray’d en Wolves in the Throne Room.
Het levert interessante hoofdstukken op, hoewel er soms wel erg uitgebreid de tijd genomen wordt voor de theorie of historische context, om vervolgens in slechts anderhalve zin een eigen punt te maken. Prikkelend zijn de gedachten die Peel opwerpt over ruis. Hij merkt op dat dit niet alleen wordt ingezet als sonisch middel, maar ook als manier om verwachtingen te traineren en nieuwe wegen in te slaan, zoals Deafheaven deed met ‘Sunbather’. Ook ziet hij een focusverschuiving van reflecteren op de dood, als statisch moment in het verleden, naar reflecteren op verval, als proces waarin de grens tussen leven en dood vervaagt en ruimte is voor verandering. Peel put uit een rijk scala aan voorbeelden en invloeden, van film tot filosofie en antropologie, en doet dit allemaal vanuit een persoonlijke invalshoek. Dat geeft het boek iets aanstekelijks. Jammer is alleen dat Peels schrijfkunsten soms te wensen overlaten. Punten worden tot vervelends toe herhaalt, er komen flauwe retorische trucs voorbij – ‘Hoe zit dat dan? vraagt de lezer zich af, nou laat het me je aantonen!’ – en soms doet de auteur claims zonder dat hij ze goed onderbouwt. Gelukkig zijn de gedachten die Peel oppert boeiend genoeg om je daar doorheen te worstelen. (jsz)
Bill Peel, Tonight It’s a World We Bury – Black Metal, Red Politics (Londen: Repeater Books, 2023)
Turbulent
Deze fictieve muziekbiografie lag al sinds 1996 te sluimeren in pdf-formaat, en nu zorgt Korm Plastics alsnog voor een gedrukte uitgave. Adam Paul Kingdon Morris stond in 1979 mede aan de wieg van de postpunk en bracht met zijn label Malicious Damage Records werk uit van onder meer Killing Joke en Ski Patrol. Later werkte hij ook in distributie en als tourmanager van Lee ‘Scratch’ Perry. Hij richtte Mr Modo Records op en werd manager van The Orb. Kortom, de man had enige reputatie als ambient-paus, tenminste tot hij ontslagen werd en (lsd-gewijs) van zijn fiets viel. Natuurlijk staat niets van dit alles in het boek, al vertoont het leven van het hoofdpersonage, manager Harry Viderci, enorme gelijkenissen, en doen namen als Cloud Bass, of The Pederasti ook meer dan één belletje rinkelen. Je zou zelfs kunnen denken dat het eigenlijk over The Orb en Killing Joke gaat. Maar de namen (of aliassen) van de personages mogen dan wel inside jokes zijn, toch vinden wij ze niet altijd even geslaagd. Wat te denken van Hasta Lavista, My Venus, of een keyboardspeler/frontman die Jeremy Fingers heet? Het verhaal bestrijkt de in muziekmiddens te verwachten thema’s als drugs (in buitenmaatse proporties), seks, aanvaringen met de arm der wet, en vooral de kunst van het babysitten op grote ego’s. Natuurlijk leveren de talrijke tours verhalen op uit alle windstreken, en ontmoetingen met zowat iedereen die van tel was in de muziekwereld: van Motörheads Lemmy tot de legendarische producer Conny Plank, en The Beautiful South. Viderci klapt uit de biecht, en geeft een unieke inkijk in onder andere elektronische liveshows (uiteraard staat elke noot op DAT), de ongelofelijke buigzaamheid van de muziekpers, en het reilen en zeilen op grote festivals als Glastonbury. Er zijn ook zijstapjes naar de bredere cultuurgeschiedenis. Gaande van Bob Dylan, de (politiek incorrecte) T-shirts van de roadies van The Rolling Stones, de voetzoekers van Keith Moon, tot het artwork van Factory Records en de occulte aspiraties van beroemde muzikanten. Ook de turbulente studentenjaren van het hoofdpersonage komen aan bod. De vlotte schrijfstijl en alomtegenwoordige sarcastische humor, maakt ‘Losing It’ een prettig boek om te lezen, ondanks de neergang en het onvermijdelijke ongelukkige einde van de protagonist. (pv)
Adam Paul Kingdon Morris, Losing It (or How I Fell Off My Bike) (Nijmegen: Korm Plastics, 2022)
Onbegrip
Davi Kopenawa Yanomami is sjamaan en vertegenwoordigt namens de Hutukara-organisatie de in het grensgebied van Brazilië en Venezuela in het Amazonewoud wonende Yanomami- en Yakuana-volken. Hij maakt de grote oversteek naar Europa om zijn woede en bezorgdheid te uiten over de gevolgen van nabije stedelingen die feitelijk – zoals de onlangs herkozen president Lula het nu noemt – een genocide plegen op zijn volken. De documentaire ‘Holding Up The Sky’ volgt hem tijdens zijn reis, en laat gaandeweg de ongemakkelijke ontmoetingen zien van een man die maar niet begrepen wordt in het Westen.
De kolonisten, die we onlangs ook zagen in de documentaire ‘The Territory’ (2022) over de Uru-eu-wau-wau, gaan rücksichtslos met graafmachines en explosieven te werk, verspreiden ziektes als corona, terroriseren de inheemse bevolking en leggen rivierbeddingen droog ten behoeve van goudwinning. Goud dat in de steden ingewisseld kan worden tegen geld of (als een herhaling van de koloniale geschiedenis) tot statusobjecten kan worden versmolten voor rijke westerlingen. Kopenawa Yanomami wil er in Parijs niet mee op de foto. Het is ongemakkelijk om naar te kijken. Veelzeggend zijn ook een aantal scènes waarin de sjamaan van het ene naar het andere halve interview wordt gesleept. Ook in de montage van ‘Holding Up The Sky’ worden zijn mythische verhalen, over hoe de hemel op de aarde valt, versneden met andere beelden. Het is de vraag of dit bijdraagt aan het begrijpen van zijn verhalen en we niet beter puur bij de sjamaan als verhalenverteller hadden kunnen blijven. Hij zegt: ‘Jullie witten, jullie filmen ons. Maar begrijpen jullie ons ook? Niet veel witten spreken onze taal. Wat weten ze over het ontstaan van het woud? De witten zouden die zaken moeten leren en iets leren van ons, Yanomami. De meesten begrijpen ons niet. Ze komen hier het woud bezoeken maar horen onze woorden niet. De witten zoeken andere dingen. Ze hebben alleen oog voor materiële zaken. Dingen die niets betekenen voor ons.’ Kortom, het is tijd voor een onversneden, onverdunde weergave van het natuurlijk en cultureel erfgoed dat volken als de Yanomami met zich meedragen. Dit kan inzichten opleveren waarmee kritisch in de spiegel gekeken kan worden. Bijvoorbeeld over de domesticatie van flora en fauna: westelijke stedelingen creëren met machines en mineralen isolerende en vervuilende gevangenissen voor planten en dieren die hen doen uitsterven. En wij gaan met hen ten onder, waarschuwt Kopenawa Yanomami: niet langer opgevoed met moedermelk, onze dorst niet langer gelest door bronwater, onze longen niet langer gevuld met door woudreuzen gegenereerde lucht. (bm)
Pieter van Eecke, Holding Up The Sky (DALTON DISTRIBUTION)
Sampling
Eerder dit jaar sprak Hannes Liechti over sampling tijdens de meest recente editie van het Haagse Rewire-festival. Sampling loopt als een rode draad door het professionele leven van de Zwitser. Hij studeerde aan de Universiteit van Bern en de Ludwig-Maximilians Universiteit München. In 2019 promoveerde hij aan de kunstacademie van Bern op creatieve strategieën van sampling in elektronische popmuziek. Specifieker: de motivaties en intenties achter het gebruik van samples met een sterke politieke of culturele connotatie. De promotie maakt deel uit van een groter project waarin sampling wereldwijd wordt onderzocht. Initiatiefnemer van dat project is Norient, een organisatie die een keur aan activiteiten ontplooit op het gebied van popcultuur. ‘This Track Contains Politics’ is de boekversie van Liechti’s promotieonderzoek. Verwacht dus geen eenvoudig te lezen boek, maar een doorwrocht academisch onderzoek met de nodige opsommingen, herhalingen en referenties. Gelukkig is Liechti, die ook als journalist werkt, een bekwaam schrijver. Hij weet de droge onderzoeksresultaten leesbaar op te schrijven en probeert de rigide structuur van een academisch onderzoek zo veel mogelijk te omzeilen.
De insteek van Liechti is bijzonder. Studies naar sampling zijn doorgaans gericht op thema’s als copyrights, auteurschap, originaliteit, culturele herkomst en creativiteit. Er wordt met name veel nadruk gelegd op het bewust gebruik van samples. Liechti breekt hiermee door op zoek te gaan naar allerlei intenties en motieven om samples te gebruiken. Tevens analyseert hij individuele nummers en onderzoekt hij de strategieën erachter en de keuzes die worden gemaakt bij het samplen. Ook dat is geen gemeengoed in academische kringen. Tot slot richt Liechti zich op samples die niet afkomstig zijn van reeds uitgebracht materiaal, maar van onder andere gevonden geluiden, omgevingsgeluid en geluiden die zijn gebruikt in de media (zoals in bijvoorbeeld tv-shows, radioprogramma’s).
Uiteindelijk gaat het hem om de intenties achter het gebruik van bepaalde politiek-getinte samples. Die komen met name in het tweede deel van dit boek aan bod. In het eerste deel schetst hij het theoretisch kader en definieert de gebruikte begrippen. Nogal zware kost. De resultaten van de vele interviews lezen dan weer lekker weg en bieden een schat aan informatie. Met name de analyses van vijf relatief onbekende nummers van elektronica-artiesten (COOL FOR YOU, Lara Sarkissian, Moro, Eomac en M.E.S.H.) zijn zeer de moeite waard. Liechti verantwoordt zijn keuzes en legt per nummer het creatieve proces bloot. Dat levert een schat aan informatie op. Niet alleen over de motieven voor het gebruik van de samples en de manier waarop dat gebeurt, maar ook over de bredere context waarin het productieproces plaatsvindt. Algemene conclusies trekken over het gebruik van samples is lastig met slechts vijf voorbeelden, maar de antropologische aanpak in deze studie is verfrissend. Voer voor onderzoekers met een voorliefde voor popmuziek. ‘This Track Contains Politics’ is digitaal gratis verkrijgbaar. (tp)
Hannes Liechti, This Track Contains Politics: Analyzing the Culture of Sampling in Experimental Electronica (Bern: Norient, 2022)