Na vijf maanden protest tegen de Libanese regering, bracht covid de beweging noodgedwongen tot stilstand. Over zowel de aanvankelijke hoop van het verzet als over de desillusie nadien, schreef Sandy Chamoun een album vol intense elektronica. Ze gelooft niet meer in de politiek, enkel nog in de fantasie.
Het verzet van de verbeelding
Met het eind vorig jaar uitgekomen album ‘Fata17’ vertelt producer en zangeres Sandy Chamoun over de revolutie. Met onheilspellende beats, broeierige galmzang en gruizige geluidsfragmenten maakt ze hoorbaar hoe op 17 oktober 2019 een protest tegen het voorstel om belasting te heffen op gas, tabak en VoIP-gesprekken, uitmondde in een breder protest tegen de Libanese overheid en de deprimerende algehele economische situatie in het land. Video’s die ze zelf tijdens de opstanden schoot, gebruikte ze als vertrekpunt bij het schrijven van de muziek. ‘Door de video’s en geluidsopnamen probeerde ik me de verschillende stadia van de revolutie te herinneren, waar ik toen was en wat ik deed. Het eerste lied gaat over de eerste nacht van de opstanden, het tweede over de climax van de protesten, en het derde over hoe iedereen vanwege covid naar binnen moest,’ legt Chamoun uit. Zo valt op de eerste track (‘Ahlam Al Khayal’) naast rumoerig geclaxonneer en gejoel ook een beat te horen, gemaakt door drie jongens op straat. ‘Die jongens heb ik gefilmd toen het eerste jubileum van de opstand werd gevierd. Hun beat was geen muziek, maar lawaai. Dat was een trend tijdens de opstand: dat we onze woede in lawaai uitten door bijvoorbeeld tegen een muur te slaan. Dat lawaai was overweldigend, soms kreeg ik er zelfs paniekaanvallen van. Maar nu is het een geluid dat ik mis.’
Existentieel
‘Tijdens de opstand zag ik jongens van dertien, veertien jaar oud voorwerpen naar de politie gooien. Ze zaten vol woede, vol razernij. En toch, als je erbij stilstaat: wat weten die jonge jongens nou over onze regering, over dit leven? Niets! Ze hebben niet meegemaakt hoe het allemaal is gegaan. En tóch hebben ze die woede en razernij. Voor mij is dat een soort levenswoede. Het idee daarvan raakte me,’ zo verklaart Chamoun de albumtitel ‘Fata17’, wat zich laat vertalen naar ‘De jongen van de 17e’. ‘Ik stelde me voor hoe ik toen zou zijn geweest, als dertienjarige in 2019. Niet als meisje, maar als een van deze jongens, gooiend met voorwerpen. Wat zij deden was natuurlijk politiek, maar vooral existentieel. In situaties waarin er niets verandert, waarin het systeem sterker is dan jij, wanneer je onderdrukt wordt, dan overvalt dat gevoel je: existentiële woede. Voor mij is die woede waardevoller dan ieder ander politiek idee.’ Maar de waarde van die woede hangt af van hoe die wordt gekanaliseerd. ‘Je kan naar een politieke praatgroep gaan en het over mensen als Marx hebben, ook geweldig natuurlijk, maar hoe kan ik mensen op straat vertellen dat ‘Marx dit en dat zei, en we het zus en zo moeten doen’? Cynisch gedacht natuurlijk, maar ik bedoel vooral dat er in de hedendaagse Libanese politiek geen ideeën of oplossingen zijn. Dat is precies waarom ik niet puur in een politiek hokje geplaatst wil worden. Ik wil niet vanuit de werkelijkheid spreken als het over politiek gaat. Het is voor mij niet nodig om een activist te zijn in de traditionele zin van het woord. Want ik ben niet alleen een activist, maar ook een artiest. Dus moet ik fantasie hebben. Fantasie die in de politiek ontbreekt.’
Roes
Dat Chamoun een belangrijke rol weggelegd ziet voor fantasie en verbeeldingskracht, blijkt uit hoe ze de opstanden beschrijft. Zo zingt ze op ‘Ahlam Al Khayal’ alsof ze de eerste nacht van de opstand beleefde als in een soort roes. ‘Zoiets groots hadden we nog nooit ervaren in Libanon. Iedereen was op straat. Voor mij was dat als een soort euforie. Iets wat niet echt leek. Ik bleef maar denken: het is niet echt… en toch wás het echt. Die eerste nacht kon ik haast niet op mijn benen blijven staan: ik moest doorlopen, dóór. Waarheen wist ik niet, maar ik moest lopen, water, veel water. Ik was opgewonden en liep, liep, liep, mijn lichaam kwam niet meer tot stilstand. Alsof ik drugs had genomen. Op sommige momenten voelde de opstand zelf als een soort verslaving.’ Chamoun zingt op de track een benevelende mantra in het Arabisch waarin alles wat ze in haar gejaagde tocht tegenkomt als onwerkelijk wordt beschreven: ‘de mensen zijn fantasie, het licht is fantasie, de straten zijn fantasie, …’.
Maar na de roes kwam de kater: covid maakte noodgedwongen een einde aan de protestbeweging. Thuis komen te zitten terwijl de adrenaline nog door de aderen gierde, viel Chamoun zwaar. ‘Het was een oncomfortabele stilte. Eerst kwam je tijdens de protesten steeds vrienden op straat tegen, en daarna ben je ineens alleen. Ik voelde mijn hart nog bonken. Ik was angstig. De eerste twee, drie weken thuis was ik vooral erg kwaad. Ik wilde niet thuis zitten, maar ook geen covid oplopen of iemand ermee aansteken. Het voelde alsof er iets zonder reden tot stoppen was gebracht. Niet omdat we niet wilden doorgaan, maar vanwege iets buiten ons. Na twee maanden legde ik me erbij neer en ben ik begonnen met werken en schrijven. Ik dacht dat aan mijn muziek werken mijn therapie zou kunnen zijn.’
Momentum
‘Ik ben altijd politiek actief geweest. In Libanon is het niet mogelijk om niet politiek actief te zijn. Weet je, al vanaf toen ik klein was, vertelt mijn moeder me het verhaal van de keer dat er een Syrische soldaat een wapen op haar borst zette terwijl ik bij haar op schoot zat. Er bestaat niet zoiets als apolitiek zijn in Libanon omdat je dagelijks leven niet normaal is.’ Maar waar Chamoun zich tijdens de opstand nog vol overgave in de protesten wierp, raakte ze gedesillusioneerd door de stille dood van het verzet, het spaaklopen van het momentum, en verloor ze haar geloof in het vermogen van politiek protest om oplossingen te bieden. ‘Het is niet dat de situatie hier me nu niets meer doet, want dat doet het natuurlijk nog steeds, maar ik heb het gevoel dat ik tegelijkertijd ook een hoop tijd heb vergooid door te protesteren.’ De derde track van het album, ‘Soukoun Mouwshesh’, gaat over die periode. Nadat Chamoun zich realiseerde dat er geen andere optie was dan binnenblijven, begon ze te reflecteren op de voorafgaande periode. ‘Op die track heb ik willen beschrijven dat ik toen besefte dat hoe we ons tijdens de protesten voelden, niet echt was geweest. Er was geen doel, geen organisatie, geen duidelijk plan.’ De track is rustiger dan de andere twee, en heeft, buiten een beat als een hartslag, iets verslagens, kaals, met emotionele elektronica die tegen het einde van de track ombuigt naar ambient. ‘Tijdens covid kwam ik tot het besef dat dit de realiteit is. Dat er niets zal veranderen. Dat we geen geld hebben, geen wapens. En de overheid en militie wel. We kunnen dromen, we kunnen van alles proberen, maar een systeem veranderen is moeilijk. Zonder macht, geld of wapens kun je niets. Deprimerend, maar waar. En nu, drie jaar later, zie je het resultaat: niets is veranderd, niets. De politici gedragen zich als voorheen en zijn voor niemand bang.’
Archief
‘Ik geloof in fantasie. Omdat de werkelijkheid me niet aanstaat. Om die reden blijf ik liever binnen mijn eigen verbeelding, mijn eigen ideeën en geest. Drie jaar geleden droomde ik nog veel, was ik poëtisch, had ik hoop. Maar nu? Nu heb ik geen hoop meer. Maar dat bedoel ik niet negatief: ik denk dat het eerder een soort volwassenwording is,’ bespiegelt Chamoun. Ze ziet de protesten nu in een ander licht. ‘We moeten slimmer zijn dan hen. We hebben andere manieren nodig om het systeem te weerstaan. Het leven hier te weerstaan.’ Het is de rol van de fantasie, en de uiting daarvan in muziek en kunst, waar Chamoun nog wél hoopvol lijkt, en zelfs een praktische rol weggelegd ziet voor kunst. ‘Het doel van het album was ook om deze momenten te archiveren. Deze momenten en deze gevoelens. In Libanon hebben we bijvoorbeeld geen boeken over de burgeroorlog. De regering geeft ook geen officiële geschiedenisboeken uit. Er zijn wel films gemaakt, maar de regering rept er niet over. Ze wissen graag onze geheugens, beweren dat er niets heeft plaatsgevonden. Dus ja, het is alsof ik dubbel werk doe door kunst te maken tijdens deze gebeurtenissen: je probeert deze momenten te archiveren, probeert te zeggen: ‘Nee, het is zó gebeurd en niet zó,’ en tegelijkertijd maak je ook kunst.’
Overlevingsdrang
‘De problemen hier zijn niet alleen mijn problemen, maar collectieve problemen. Ook de oplossing zou vanuit het collectief moeten komen, in mijn eentje kan ik het niet.’ Maar de neiging van de mens om vooral zelfredzaam te zijn, verraste Chamoun in negatieve zin. ‘In de zomer van 2021 was de situatie in Libanon heel slecht en moeilijk: geen brandstof, geen medicijnen, geen gas. Niets, helemaal niets.’ Chamoun doelt op de periode volgend op 4 augustus 2020, toen een vrachtschip met ammoniumnitraat door corruptie en nalatigheid ontplofte en het land in puinhoop en crisis achterliet. ‘Ik voelde me heel alleen. Toen ik zag dat mensen met een crisissituatie omgingen door te proberen vooral zelf te overleven, niet denkend aan anderen of een grotere gemeenschap, was dat voor mij een grote schok. Via de muziek en kunst die we nu hier in de alternatieve Libanese muziekscene maken, proberen we het idee te verspreiden dat je niet alleen bent en dat niemand zijn problemen in z’n eentje hoeft op te lossen. Maar je kan niemand opdringen om er anders over na te denken. In Libanon bestaat er een overlevingsdrang die diepgeworteld is in nationale trauma’s: in de burgeroorlog, in de Israël-oorlog, en ga zo maar door…’
Elektronica
Met een achtergrond in theater en onder meer als zangeres van klassieke Arabische liederen bij de Beiroetse cultuurplaats Metro Al Madina, heeft Chamoun zich op haar nieuwe album toegelegd op elektronica. ‘Elektronische muziek heeft iets chaotisch. Die geluiden vind ik leuker dan klassiekere geluiden. Ze passen mij en mijn ideeën goed.’ Voor de productie op ‘Soukoun Mouwshesh’ vroeg Chamoun gitarist en producer Anthony Sahyoun, die voordat hij zijn plaat ‘Proof By Infinite Descent’ anderhalf jaar geleden uitbracht vooral bekend stond onder zijn alter ego Mme. Chandelier of als onderdeel van jazzrockgroep Kinematik. ‘Ik wist dat hij heel emotioneel is in zijn muziek, en dat hij precies zou begrijpen waarnaar ik op zoek was.’ Chamoun haalt veel uit zulke samenwerkingen.
Zo gedesillusioneerd ze is over het gefnuikte protest, zo hoopvol spreekt ze over de alternatieve muziekscene in Libanon. ‘Het afgelopen jaar zijn er hier meer mensen die keihard werken aan hun muziek. Een heel goed teken, vooral dat met name muzikanten hier nu proberen te blijven, zelfs in de huidige moeilijke omstandigheden. En ook dat ze met elkaar samenwerken – dat is een nieuw fenomeen in Libanon: vier of vijf jaar geleden was de scene hier veel meer versplinterd. Als je bij Metro Al Madina hoorde, dan werkte je alleen daar, verder met niemand. Haast als een burgeroorlog,’ grapt Chamoun. ‘Maar de scene is nu opener en rijker, een goed teken voor de toekomst, voor de muziekscene.’ Met diezelfde Sahyoun zit Chamoun nu in een samenwerkingsproject dat verschillende scenes bij elkaar brengt: SANAM, een zeskoppige postfolkgroep waarmee niet lang geleden een nog te verschijnen album is opgenomen. ‘Misschien merk je het al aan me, maar ik wil Libanon niet verlaten. Ik wil hier blijven. Ik voel me door de muzikanten om me heen geïnspireerd. Ik weet niet, het is de eerste keer dat ik zoiets voel in Libanon. Iedere week vind je twee, drie gigs door verschillende muzikanten in kroegen of zaaltjes, dat is iets om enthousiast over te zijn. De alternatieve muziekscene is echt een kleine community,’ vertelt Chamoun. ‘Ik heb een hoop nieuwe ideeën in mijn hoofd. Dat is iets goeds. Want wanneer je nieuwe ideeën hebt, blijf je niet in het verleden hangen.’