Afgelopen Eurosonic-Noorderslag in Groningen ging het in een heel aantal panels over het inkomen van artiesten. Zo is de Erasmus Universiteit van Rotterdam onderzoek aan het doen naar de invoering van een basisinkomen voor kunstenaars. Of moet ik zeggen: herinvoering? Want laten we de Wet Werk en Inkomen in Nederland niet vergeten. (Ik heb even proberen te zoeken naar een equivalent in België, maar het begon me al snel te duizelen). Ook was er aandacht voor het initiatief ‘De Basisbeurs’ van het Into The Great Wide Open-festival. Hierdoor kregen onder meer Pink Oculus, Nana Adjoa en Willem Smit van Personal Trainer een ‘uitkering’ om vrijelijk te kunnen creëren. Of dat aan de basis lag van het succes van ‘Big Love Blanket’ van de band (ook in GC#172) is natuurlijk wetenschappelijk niet hard aan te tonen. Maar het lijkt op meer dan alleen een toevalligheid.
Ook in andere panels – bijvoorbeeld over de verdeling van het geld binnen de popsector – werd duidelijk dat de kloof tussen de meest en minst verdienende artiesten steeds groter wordt. Mensen zijn bereid om honderden euro’s neer te tellen voor supersterren, maar kleine popzalen hebben moeite om hun tickets voor tien à vijftien euro te verkopen. Een goede vriend van me met een boekingskantoor, vertelde me dat alle kosten (onder andere zaal- en reiskosten) omhoog gaan, maar de gages voor de artiest onder de streep hetzelfde blijven, of zelfs naar beneden gaan, omdat in het segment waarin hij zit, de entreegelden niet evenredig kunnen stijgen met de stijging van de kosten.
In deze Gonzo (circus) zien we dan ook voorbeelden van artiesten die op ingenieuze manieren proberen een extra zakcentje te verdienen. Het simpelste voorbeeld zag Peter Bruyn bij het echtpaar van Tengger (p.10), die een doos vol merchandise meesleepten bij hun concerten. Grand River (p.12) kon op een gegeven moment leven als geluidstechnicus van hoorspelen en componist van muziek voor reclamespots. Bij kunstenaar Jan Robert Leegte (p.16) vertaalt zich dit juist in het omarmen van de nieuwe techniek rond NFT’s, waarbij niet de zeldzaamheid, maar juist de bereikbaarheid van een kunstwerk de waarde bepaalt. Om Peter Bruyn te citeren: ‘Na de kunst de handel.’
Dit relaas komt uiteindelijk uit in een mededeling van huishoudelijke aard. Want om onze bereikbaarheid én basisinkomen als magazine te garanderen, gaan wij de komende tijd onze website onder handen nemen. Hierdoor zul je in de komende tijd wat basisfunctionaliteiten van de oude website, zoals de agenda en de mixtapes moeten missen. Ook zullen er even wat minder live-recensies online verschijnen. Maar dit alles om uiteindelijk onze bereikbaarheid, en daarmee onze basis, te verbeteren!
Veel lees- en luisterplezier!
Tijs Heesterbeek
Hoofdredacteur