Interview Birds In Row

Bondgenoten in solidariteit

Drie personen met geblurd gezicht voor een gekreukt doek

Een aantal jaar geleden gaf de Franse band Birds in Row ons een heerlijke draai om de oren op Roadburn. De groep brengt een broodnodige verfrissing in het posthardcoregenre door de kenmerkende elementen daarbinnen met zoveel inventiviteit en begeestering te brengen dat het onmogelijk is zelf ook niet enthousiast te worden.

Hun debuutalbum ‘You, Me & The Violence’ uit 2012 was al veelbelovend, maar opvolger ‘We Already Lost The World’ (2018) zette de band definitief op de kaart. Met een reeks energieke liveshows bevestigden ze vervolgens hun potentieel. De opgedane ervaring met opnemen en touren vindt zijn weerslag in het recent verschenen ‘Gris Klein’, waarmee de drie Fransen wederom een duidelijke stap vooruit zetten. Zowel muzikaal als tekstueel is Birds In Row een opvallende band. Gitarist, zanger en tekstschrijver B. (de bandleden prefereren anoniem te blijven) spreekt – via een Zoom-verbinding – openhartig over zijn mentale gezondheid en zijn interesse in politiek en kunst.

Solidariteit
De belangrijkste thema’s op het nieuwe album zijn depressie en angststoornissen, aandoeningen waar B. zelf ook aan lijdt. De coronapandemie en bijbehorend isolement hadden wat dit betreft geen positieve invloed. Toch is ‘Gris Klein’ geen coronaplaat geworden. ‘We hadden al besloten om deze thema’s aan te snijden en toen kwam Covid, een van de meest deprimerende en angstige periodes in ons leven. Maar we wilden absoluut geen album over de pandemie maken. Over de lockdown schrijven was te gemakkelijk en in feite niet interessant. De afstand die ontstond tussen mensen, niet alleen fysiek maar ook mentaal, is wel iets waar we op terug wilden komen. Onze band en onze muziek hebben als doel om mensen juist bij elkaar te brengen. Op het podium praten we daar ook over. Dat het niet vreemd is om je eenzaam te voelen, dat er veel mensen zijn die dit gevoel ervaren. Een show is dan juist een moment waarop mensen die elkaar niet kennen samenkomen in een gedeelde passie.’
Dit gevoel van gemeenschap is sterk aanwezig bij de band. Op het nummer ‘Secession’ wordt letterlijk over ‘solidariteit’ gezongen. ‘Alles dat ik weet over solidair zijn en over gemeenschapszin heb ik geleerd in de punkscene. Dat begon tijdens onze allereerste tour, toen onze bus kapot ging. Door de hulp van allerlei mensen, voornamelijk onbekenden, konden we die tour voortzetten. De verhuurmaatschappij gaf ons 50% korting op het huren van een nieuwe bus, omdat we een DIY-band waren. Mensen verkochten merchandise en hotdogs om geld in te zamelen voor ons. Hoewel het een tour was waarop we nogal wat verlies maakten, hadden we heel veel aan de solidariteit die we voelden. Ik realiseerde me nog meer dat ik zelf een vrij geprivilegieerd leven leid, dit was voor het eerst dat ik afhankelijk was van de hulp van anderen.’

Vakbonden
Die hulp bestond niet alleen uit financiële ondersteuning, maar ook uit inzichten in ideologische overwegingen. ‘We hadden steeds vaker discussies met mensen over onderwerpen als antifascisme en veganisme. We vinden het belangrijk om daar zelf ook aandacht aan te besteden, om het gesprek aan te gaan met mensen die we onderweg ontmoeten, met onze fans. We zijn geen band die zichzelf verstopt achter de coulissen, maar we praten met de toeschouwers voor en na onze shows. Onze fans weten dat inmiddels ook en komen vaak naar ons toe, dat zorgt ervoor dat we ons gezamenlijk onderdeel voelen van iets groters. En dat zeg ik als iemand die eigenlijk helemaal niet sociaal is. Buiten de muziekwereld kom ik het liefst mijn appartement niet uit, omdat mensen me soms beangstigen. Maar ik besef dat dat is vanwege mijn depressies en angststoornissen, niet omdat mensen daadwerkelijk zo eng zijn.’
Een meer solidaire opstelling is iets dat B. graag ook in de maatschappij in het algemeen zou willen zien. ‘Er is te veel focus op competitieve dwang, op het altijd beter moeten presteren dan anderen. Op meer geld verdienen dan je buurman, belangrijker zijn dan je collega. Onze samenleving is vrijwel volledig geconditioneerd op onderlinge strijd en dat is zo zonde. Het neoliberalisme wil ons overtuigen dat dit de manier is om het beste in mensen naar boven te halen, maar ik geloof daar niet in. Ik kijk liever naar wat goed werkt voor iedereen, in plaats van voor een select gezelschap gelukkigen. Hoe kunnen we het beste overleven als mensheid? Alle goede dingen die we op sociaal gebied in Frankrijk hebben komen voort uit de idee van solidariteit, zoals sociale uitkeringen. De vakbonden hebben daarvoor gewerkt, de anarchisten. Het feit dat ik me geen zorgen hoef te maken over hulp als ik mijn arm breek, omdat ik niet hoef te betalen in het ziekenhuis, geeft mentale rust. Als je dat vergelijkt met de Verenigde Staten, de situatie daar lijkt me doodeng… Als je daar geen geld hebt, is de kans groot dat je niet de zorg krijgt die je nodig hebt. Kijk alleen maar naar de vele inzamelingsacties die op poten worden gezet door artiesten die medische zorg nodig hebben. Ze hebben de steun van fans en vrienden nodig. Dat is dus de gemeenschapszin die dan zo belangrijk is.’

Filter
Op de albumhoes staat een tekening die B. heeft gemaakt: een man die met gebogen hoofd en een wezenloze blik naar een mooie bloem kijkt. Het beeld geeft een beklemmend gevoel. ‘Als je aan depressies lijdt, is een van de eerste belangrijke zaken die je moet accepteren dat er een groot filter over je waarneming zit. Je verliest je interesse in de dingen die je normaal gesproken graag doet. Zelf heb ik me lange tijd er niet toe kunnen zetten om te tekenen, iets dat nogal vervelend was aangezien ik ook tatoeëerder ben. Hetzelfde gold voor muziek: ik heb twee jaar lang geen gitaar kunnen spelen. Ik zag het nut er niet meer van in en voelde me verloren. Tot we eindelijk weer konden touren, toen besefte ik dat dit echt is wat ik wil met mijn leven. Dat de tegenzin die ik eerder ervoer niet voortkwam uit een verlies van interesse, maar uit mijn depressie. Het heeft me geleerd te accepteren dat er soms een waas zit over hoe ik naar de wereld kijk, dat ik de dingen anders zie dan ze daadwerkelijk zijn.’
‘Die tekening was de laatste die ik maakte voor de periode waarin ik het niet meer kon opbrengen om te tekenen. Ze is ontstaan uit het gevoel dat overbleef na het schrijven van het album. Ik had een beeld in gedachten van iemand die probeert iets moois of kleurrijks te zien, maar waarbij je van het gezicht kunt aflezen dat het maar de vraag is of deze persoon wel ziet wat er vlak voor hem is. Het moest duidelijk zijn dat er een onevenwicht bestaat tussen de blik van de man en de bloemen waarnaar hij kijkt. Daarnaast vormen de kaders van de hoes ook een soort omsluiting, alsof de man vastzit in een doos. Dat was voor mij een belangrijk element. Het beschrijft het gevoel van depressie, waarbij alles zwaar en drukkend is en je je opgesloten voelt.’

Kunstwereld
Buiten de albumhoes, refereert de band ook in hun teksten met regelmaat naar de kunstwereld. B. is, mede door samen met zijn partner regelmatig tentoonstellingen te bezoeken, geïnteresseerd geraakt in het verband tussen kunst en politiek. ‘Ik zal het vast niet altijd bij het juiste eind hebben, maar ik zie vaak een politieke context in kunst. Zoals de relatie tussen het socialisme en de esthetische beweging van de Prerafaëlieten. Toen ik met de teksten bezig was kwam de vergelijking tussen kleurenblindheid en depressie bij me op. Hoe ervaar je kunst als je kleurenblind bent? Kun je op dezelfde manier van een werk genieten als iemand die dat niet is? De albumtitel ‘Gris Klein’ is een referentie naar de kleur ‘Klein Blue’ van de Franse kunstenaar Yves Klein. Hoe ziet iemand deze kleur als diegene geen kleuren kan zien? Grijs? Op dezelfde manier als iemand die depressief is de mooie dingen niet ziet voor wat ze zijn? Daar komt voor mij dan ook het politieke om de hoek kijken, want depressie en angststoornissen zijn immers politiek. Ze hebben gevolgen voor hoe mensen met elkaar omgaan, hoe we als individuen en als maatschappij mensen behandelen, hoeveel ruimte we bereid zijn elkaar te geven. Uiteindelijk was het puzzelen om dat allemaal bij elkaar te brengen zonder de kunstmetaforen te veel de overhand te laten krijgen. Het moest geen gimmick worden.’

Bondgenoten
Wat opvalt aan de stijl van Birds In Row is dat ze de hardcore- en punkinvloeden voornamelijk laten gelden in hun muziek en teksten, maar dat ze niet zozeer met politieke vlaggen zwaaien om aandacht te genereren. Ze stellen zich kwetsbaar op en zijn daardoor wellicht juist meer punk dan vele andere bands in de scene. Ze proberen bondgenoten te zijn van minderheden zonder hun plek in te willen nemen, wat B. tot zijn spijt wel eens ziet gebeuren bij andere artiesten. ‘Ik ben wel eens teleurgesteld in bands die vanuit een positie van macht en privilege praten over onderwerpen als feminisme. Met in principe een goede boodschap, maar vervolgens daarmee een plek innemend die niet aan hen toebehoort. Naar mijn idee kun je het beste een bondgenoot zijn door de mensen om wie het gaat aan het woord te laten. Als wit persoon zal ik geen liedje maken met als titel ‘Black Lives Matter’ bijvoorbeeld. Het is af en toe lastig om dit soort relevante politieke thema’s aan te snijden zonder de spotlight weg te nemen van de mensen die belangrijker zijn. Zoals zingen over feminisme in plaats van een plek vrij te maken voor een vrouw om daarover te praten.’
‘Het is een lastige balans, we willen zoveel mogelijk groepen mensen ondersteunen die het nodig hebben, zonder hen in de weg te zitten. We praten vooral over de mechanismen van solidariteit, elkaar ondersteunen en versterken. We hopen mensen bewust te maken van zaken die spelen om daarover vervolgens het gesprek aan te gaan. Het is een dunne scheidslijn tussen een bondgenoot zijn en politieke statements maken als vorm van marketing. Dat is iets waar ik echt op tegen ben. We willen geen band zijn die simpelweg naam maakt door interessant te doen over zogenaamd hippe onderwerpen. Het gaat erom je bescheiden op te stellen, een stap terug te zetten en ruimte te geven aan verhalen van mensen die gehoord moeten worden.’ En dan zijn we eigenlijk weer terug bij gemeenschapszin: elkaar ondersteunen waar nodig. ‘Daar zullen we ons dan ook voor blijven inzetten.’

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!