El Khat is de groep rond de Israëli Eyal El Wahab, waarvan voorjaar 2022 het album ‘Albat Alawi Op.99’ verscheen. Maar het is vooral ook een zoektocht naar El Wahabs culturele wortels, die in Jemen liggen. En tegelijk een statement voor hergebruik als alternatief voor kritiekloos consumeren.
In artikelen over El Wahab en zijn groep El Khat kom je het woord meer dan éénmaal tegen: ‘retrofuturisme’. De Israëli van Jemenitische afkomst glimlacht als hem ernaar gevraagd wordt en haalt de schouders op. Het begrip heeft ongetwijfeld te maken met de instrumenten die El Khat zelf bouwt van afval dat hij her en der vindt, in combinatie met de samples en andere elektronica die hij bij concerten gebruikt. Maar misschien slaat het ook wel op zijn artistieke attitude: muzikale traditie in combinatie met een 21ste-eeuwse benadering?
‘Allebei denk ik,’ zegt El Wahab op de ochtend na zijn soloconcert op het Berlijnse Underground Institute-festival. ‘En ik denk ook dat dat eerder toeval is dan een bewuste keuze. Want gebruikmaken van wat je op straat vindt is natuurlijk tegelijk heel erg modern; iets van deze tijd, waarin we bewuster willen omgaan met onze leefomgeving.’
‘Israël is een heel erg Westers land dat zich nadrukkelijk spiegelt aan Engeland en de Verenigde Staten, ook muzikaal. Daar ben ik mee opgegroeid. Als je dan vervolgens gaat graven naar je eigen culturele wortels – in mijn geval de muziek uit Jemen – leer je in feite ook meer over jezelf. Maar je kunt de invloeden uit je eigen jeugd, in mijn geval pop en rock, niet ontkennen. Sommige mensen noemen de muziek die ik nu maak ‘fusion’. Maar het is geen fusion. Het is mijn waarheid.’
Jemendub
Hij heeft uiterlijk wel wat weg van de jonge Dylan, zoals hij op het podium van het Berlijnse Silent Green staat, Eyal El Wahab. De krullen, het dunne baardje en die wat geforceerde arrogantie waarin zelfverzekerdheid en onzekerheid samengaan. De vorm van het solo-optreden is duidelijk nog een beetje zoeken. Hij start een gesamplede strijkerstrack die het publiek meteen in een Midden-Oosten-stemming brengt, hangt een zelfgebouwd banjo-achtig snaarinstrument om en begint te tokkelen. De strijkers verdwijnen en El Wahab begint te zingen. In Jemenitisch-Arabisch, zal hij de volgende dag zeggen. Het klinkt rauw en ontzettend expressief, zoals ook de albums van zijn groep El Khat. Veel stuwende grooves. Dan zet hij het tokkelinstrument even weg en zingt bij een gesamplede backingtrack die hij ter plekke remixt. Noem het maar ‘Jemendub’. Vervolgens pakt hij het zelfgebouwde snaarinstrument weer en bespeelt het ditmaal met een strijkstok. Het is goed te horen dat hij een geoefend cellist is. Na een dik half uur beëindigt hij zijn set met een variatie op de afsluitende titeltrack van het meest recente El Khat-album ‘Albat Alawi Op.99’: een collage van samples van meubels die versleept worden.
Bowie
‘Ik beschouw mijn muziek niet als een politiek statement, maar er zit wel degelijk een maatschappelijk aspect aan. Ik heb altijd graag in de vrije natuur gewandeld. Je geniet dan van de frisse lucht, maar tegelijkertijd word je steeds meer geconfronteerd met de troep die mensen overal achterlaten. Het afval. Er is geen enkel respect meer voor de wereld waarin we leven, denk je dan. Tot ik mij realiseerde dat je dat ook als ‘natuur’ kunt zien. Vanaf dat moment zag ik afval niet meer als ‘afval’, maar als materiaal dat ik kan gebruiken, zoals mensen in vroeger tijden een afgevallen boomtak, bot of steen gebruikten om er iets van te maken.’
‘In zekere zin is dat natuurlijk ook een commentaar op ons consumptiegedrag. De commerciële marketing wil ons voortdurend wijsmaken dat we van alles missen. Maar dat is onzin. Alles wat we nodig hebben of willen is er al, of kun je zelf maken…’
Eenmaal op zijn praatstoel wil El Wahab ook nog wel een verbinding met racisme leggen: ‘Mijn grootouders kwamen in de late jaren 1940 vanuit Jemen naar Israël en voelden zich daar niet welkom. Ze werden heel erg gestimuleerd, gedwongen bijna, om zich Westers te gedragen. Dat had verder niets met religie te maken, of zo. Hun culturele waarden werden gewoon niet erkend.’
Even terug naar het begin: El Wahabs grootouders waren Jemenitische joden die in de late jaren 1940 naar Israël kwamen. Zijn ouders kwamen daar ter wereld en hijzelf, geboren in 1984, kreeg een Hebreeuws- en Engelstalige westerse opvoeding. Inclusief de daarbij behorende muziek: ‘Beatles, Elvis, Deep Purple, alles wat mijn ouders draaiden. En later Led Zeppelin en Bowie…’
‘Mijn vader speelde thuis ook klassiek, maar daar luisterde ik niet echt naar. Of toch misschien, onbewust, want rond mijn vijftiende raakte ik geïntrigeerd door de cello. Een paar jaar later kon ik er een lenen en begon ik mijzelf te leren er op te spelen. Op een plaatselijk voetbalveldje. Ik had al gitaar gespeeld in allerlei rockbandjes, maar dit was toch iets heel anders.’
‘Ik kreeg een plek in een lokaal symfonieorkest, terwijl ik geen noot kon lezen. Ik deed alles op het gehoor. In zekere zin was dat mijn redding, want ik was nogal een troublemaker in die tijd. De muziek hield mij van de straat. Ondertussen had ik wat horecabaantjes en zo. En ik speelde ook nog steeds in allerlei rockbands, ook als cellist.’
‘Het werd echter pas serieus toen ik zes- of zevenentwintig was, ergens rond 2010, en ik besloot om mij helemaal op de muziek te gaan richten. Ik maakte echter van geen enkele scene deel uit en had ook geen netwerk. Daarom ging ik op straat spelen. Iedere dag. Dat betaalde mijn huur, maar ik kreeg ook steeds vaker uitnodigingen voor huisconcerten en gastoptredens. En ik zei op alles ‘ja’. Op een gegeven moment kreeg ik een telefoontje of ik cellist bij het Jerusalem Andalusian Orchestra wilde worden. Dat heb ik toen gedaan, al kon ik nog steeds geen noten lezen. Maar daarmee was ik eindelijk echt ‘profmuzikant’.’
Tradtionals
‘Op een gegeven moment, een jaar of vijf geleden, voelde dat toch niet meer bevredigend. Het betaalde genoeg, maar het was gewoon niet echt ‘mijn’ muziek. En zo ging ik op zoek naar mijn eigen culturele wortels. Dat kreeg nog eens een extra stimulans toen ik het verzamelalbum ‘Qat, Coffee & Qambus: Raw 45s From Yemen’ hoorde, dat in 2012 was verschenen. Dat geluid sprak mij meteen aan. Je hoort er direct aan dat die muziek vroeger een beetje stiekem werd gespeeld. En dat de mensen heel arm waren en trommelden op wat ze toevallig voorhanden hadden. Ik was onmiddellijk geïnspireerd en begon die nummers op mijn cello met een plectrum na te spelen, alsof het een oed was.’
Daarmee is El Khat ontstaan, al bestaat de groep in eerste instantie alleen uit El Wahab, die voor de opnamen van het album ‘Saadia Jefferson’, dat in 2019 verschijnt, wat gastmuzikanten uitnodigt op trompet en percussie. Het repertoire bestaat nog vooral uit traditionals uit Jemen, maar dan gespeeld met een attitude die bijna punk te noemen is. Het duurt dan nog even voordat hij ook met El Khat gaat optreden. En als het zover is slaat de pandemie al snel toe.
Voor El Wahab aanleiding om aan een nieuwe plaat te gaan werken. Hij heeft zich ondertussen op het Jemenitisch-Arabisch gestort, een taal die zijn grootouders nog spraken, maar waar hij zelf niet mee is opgevoed. ‘Albat Alawi Op.99’ heet de plaat die voorjaar 2022 bij het Duitse Glitterbeat-label verschijnt en die internationaal erg positieve recensies krijgt. Ditmaal zijn vrijwel alle nummers van El Wahab zelf.
Thuis
Inmiddels is de samenstelling van El Khat alweer gewijzigd. Voorjaar 2023 komt El Wahab naar Europa met twee musici die net als hijzelf een Jemenitische achtergrond hebben. Ondertussen heeft hij meer ijzers in het vuur. ‘Een half jaar geleden ben ik een nieuw orkest begonnen dat Jemenitische traditionals brengt. Daarin speel ik oed. Er komen geen zelfgebouwde instrumenten aan te pas en evenmin elektronica.’
Begin december publiceerde de Jerusalem Post een artikel over het orkest. De verslaggever stelt enthousiast vast dat het publiek een kleurrijke mengeling is van trendy hipsters en traditionele Jemenieten. El Wahab knikt: ‘En de Jemenieten zingen alles woord voor woord mee. Mijn muzikale ideaal is een combinatie van beide groepen. Een soort El Khat Extended.’
Maar heeft El Wahab met de zoektocht naar zijn culturele wortels nu ook zijn ‘thuis’ gevonden? Beschouwt hij zichzelf als Israëli, als Jemeniet of nog iets anders? ‘Mmm, lastige vraag. Het woord ‘thuis’ bestaat voor mij eigenlijk niet, althans niet in geografische zin. En ik heb besloten om het ook maar zo te laten. Je kunt je natuurlijk ook op andere manieren thuis voelen, bijvoorbeeld in de relaties met je dierbaren. Wat dat betreft is er van alles mogelijk. Uiteindelijk is het toch gewoon je eigen keuze.’