Softrock aan scherven

Ken je die mop van het duo Matmos dat in Occii zou spelen? Inderdaad die…. Bandlid Martin Schmidt was positief getest op Covid.

Iedereen die een kaartje gereserveerd had – en het was uitverkocht! – kreeg ’s middags keurig een mailtje van Occii. Je kon je geld terug krijgen. Of naar de soloset van Schmidt’s partner in art, love en crime, Drew Daniel, komen. Ik koos, zoals de meeste liefhebbers, voor het laatste. En dat zou achteraf een prima alternatief blijken.

Drew Daniel Plays the Sound of Matmos, a program that will include a six channel presentation of the “Regards Boguslaw Schaeffer” material’ is in de mail van Occii te lezen.  Dat klopt. Maar dat zou met Matin Schmidt op het podium eveneens het geval zijn geweest. Drew Daniel zegt het subtieler als hij eenmaal op het podium heeft plaatsgenomen – met mondkapje: ,,Ik ben van de lange, pretentieuze praatjes tussen de nummers door. En Martin kapt die dan doorgaans met een korte en grappige one-liner af. Maar hij is er niet, dus je weet wat je te wachten staat. Ik pak mijn kans.’’

Dat zet de toon.

Conceptueel

Zo’n dertig jaar maakt het Amerikaanse Matmos nu al conceptuele popmuziek. In de beeldende kunst is werk waarbij het uiteindelijke fysieke resultaat ondergeschikt is aan het concept al zo’n eeuw gemeengoed, denk aan de Dadasulpturen van Duchamp. En via componisten als Cage is ook de twintigste eeuwse ‘serieuze’ muziek van concepten doortrokken. Maar in de pop is dat nog nauwelijks het geval.

Misschien zou je een groep als The Residents ‘conceptueel’ kunnen noemen. Maar dan wel op een heel andere wijze dan Matmos dat is. The Residents nemen doorgaans een muziekstijl als uitgangspunt en fabriceren daarvan dan de één na de andere ‘makeover’. Bij Matmos is het concept doorgaans geen muzikale stijl, maar de keuze voor en bepaalde ‘grondstof’ waarmee dan vervolgens muziek gemaakt gaat worden. Een grondstof die gebruiksklaar wordt gemaakt door het eerst tot ‘sample’ te transformeren.

Voorbeelden te over: Op het album ‘A Chance to Cut is a Chance to Cure’ uit 2001 zijn alleen maar samples gebruikt die afkomstig zijn uit de cosmetische chirurgie – van het geluid van liposuctie tot de klank van de kooitjes waarin ratten als proefdier worden bewaard. Op ‘Ultimate Care II’ uit 2016  zijn alle gebruikte en bewerkte geluiden afkomstig van een wasmachine. En voor ‘Plastic Anniversary’ uit 2019 werd van plastic-afval uitgegaan bij het vastleggen van geluiden; het was tegelijk een statement ten aanzien van de plasticsoep in de oceanen. Maar het levert in alle gevallen samples op waarmee vervolgens weer ritmes en zelfs melodieën geconstrueerd worden.

Modernist

Het meest recente Matmosproject is Regards/Ukłony dla Bogusław Schaeffer. Schmidt en Daniel werden door Michal Mendyk van het Instytutu Adama Mickiewicza in Warchau uitgenodigd om iets te doen met de opnamen die de Poolse componist Bogusław Schaeffer in de jaren zestig en zeventig maakte in de studio’s van de Poolse radio. De in 2019 overleden Schaeffer geldt als een belangrijke modernist in het Poolse componistenlandschap van de twintigste eeuw en wordt wel in één adem genoemd met de internationaal veel bekendere Krzysztof Penderecki.

De Matmosmannen namen het aanbod graag aan, wat enkele weken geleden resulteerde in de release van ‘Regards/Ukłony dla Bogusław Schaeffer’. Sommige recensenten doken direct diep in het werk van de Poolse componist en dachten allerlei inhoudelijke overeenkomst te vinden met het oeuvre van de Amerikanen. Dat is echter flauwekul. Schmidt en Daniel zeggen het zelf heel duidelijk op hun Bandcamp-pagina:  ‘We have not played his music, but we have played with it and created new songs from fragments of many of his works’. Je zou zelfs kunnen stellen dat ze diezelfde ‘nieuwe liedjes’ ook hadden kunnen maken met samples van S10 of Sesamstraat, al zouden die natuurlijk wel een tikkeltje anders hebben geklonken.

‘Matmos Regards/Ukłony dla Bogusław Schaeffer’ is uiteindelijk een ‘typische Matmosplaat’ geworden, maar zeker niet de meest toegankelijke of laagdrempelige. Het is ook niet zo dat het Schaeffer-project het hele optreden van Drew Daniel in Occii overheerst. Integendeel.

Hij begint zijn concert met een stuk van ‘Plastic Anniversary’ waarvoor de twee helften van de grote blauwe ampul, die ook op de albumhoes afgebeeld staat, over elkaar gewreven worden, waardoor een piepend geluid ontstaat. Eenmaal ‘gevangen’ wordt de sample al snel omgezet in een ritmische puls en vervolgens tot thema van een opgewekt liedje.

Hilarisch

Het volgende nummer is ook ontleend aan het ‘Plastic Anniversary’-album en heet ‘Breaking Bread’. Het concept is consequent gevolgd en hilarisch. Daniel haalt een LP van de softrock-formatie Bread uit de jaren zeventig tevoorschijn – ‘Guitarman’ uit 1972 – en slaat die aan diggelen. De brokstukken blijken tal van mogelijkheden te bieden om klanken op te weken: met nagels langs de groeven, reepjes vinyl als een duimpiano te laten klinken. Enzovoort. De demonstratie van de Amerikaan is bijna hilarisch en heeft ook wel wat van een workshop.

En passant realiseert Drew Gabriel zich dat Occii een voormalig krakersbolwerk is en vraag het publiek of het het verschil weet tussen protest en revolutie? Het antwoord blijkt ontleend aan Ulrike Meinhof: ‘Protesteren is klagen, revolutie is veranderen.’

Vervolgens deelt hij enkele tientallen rammelaartjes uit aan de bezoekers zodat het muzikaal kan participeren, terwijl hij zelf met een ‘dronende’ bluetooth-speaker door het publiek loopt, ondertussen wat tribale kreten slakend. Hier ontgaat mij het conceptuele verband even, eerlijk gezegd. Het duurt ook allemaal wat lang.

Maar dan wordt er plotseling een abstracte filmclip geprojecteerd en klinkt er muziek uit verschillende hoeken van de ruimte. De aangekondigde ‘six channel presentation of the “Regards Boguslaw Schaeffer” material’, dat kan niet missen. Een zware noise-collage: het stuk ‘Anti-Antiphon (Absolute Decomposition)’ waarmee het album afsluit, gevolgd door het al even monumentale ‘Tonight there is something special about the moon’.

Organisch

Dan is Drew Daniel weer terug op het podium en kondigt het laatste stuk aan. Maar dat is er wel eentje van een half uur, zegt hij erbij. Het blijkt een lange improvisatie op basis van materiaal van ‘The Consuming Flame’, het Matmosalbum uit 2020. Een college van geluiden met een prachtige organische ‘groove’. Speels en dansbaar. Humor is altijd een belangrijk, maar soms ook onderschat, element geweest van de Matmosmuziek. Hier begint het na een dikke twintig minuten echter wel erg lollig te worden met drinkliederen- en Schlagersamples. Dat schijnt Daniel zelf ook te beseffen, want opeens zet hij er resoluut een punt achter en dankt het toegewijde publiek.

Als ik hem later vraag of het er met Martin Schmidt erbij heel anders zou zijn geweest, antwoordt hij dat het voor de structuur van het optreden weinig had uitgemaakt, maar dat er bijvoorbeeld méér ruimte zou zijn geweest voor individuele solo’s. ,,Vooral met Martin op klavier. Dan zou het funkier zijn geworden!’’

Nog funkier.

Gezien: Drew Daniel (Matmos) – Occii, Amsterdam – 10 juni 2022

tekst:
Peter Bruyn
beeld:
Drew-Daniel-3
geplaatst:
za 11 jun 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!