Conrad Schnitzler maakte eind de jaren 1970 onder meer de albums ‘Con’, ‘Consequenz’ en ‘Con 3’. Het zijn platen die ondertussen tot het beste van zijn zeer uitgebreide oeuvre worden beschouwd. Alle drie werden ze de afgelopen jaren opnieuw uitgebracht door Bureau B. Op die drie platen werkte hij steevast samen met Wolfgang Seidel en namen ze op in de Paragonstudio van Peter Baumann. Schnitzler overleed in 2011, maar dat wil niet zeggen dat er geen interessante muziek meer is te vinden in zijn uitgebreide archieven. Hij heeft dan wel meer dan tweehonderd titels op zijn naam staan, muziek maken deed hij quasi altijd. En dan worden er opstapjes gevonden die later in afgewerkte vorm terecht kwamen op bijvoorbeeld de zogenaamde ‘Con’-platen. Tien van die probeersels, al is dat niet de juiste omschrijving want de nummers zijn heel erg de moeite, zijn de stutpalen van die ‘Con’-albums. Die stukken werden pas recent ontdekt en ieder die een beetje liefhebber is van instrumentale elektronische muziek, al dan niet met kosmische inslag, zal hiervan genieten. Coherentie tussen de stukken is er nauwelijks, behalve de virtuositeit van Schnitzler en Seidel, de studio en de apparatuur. Minimale techno is meestal niet ver af en ook Genesis P. Orridge zou fan zijn geweest, zeker als we bijvoorbeeld ‘8’ beluisteren. Een intrigerende verzameling en de kluizen zijn nog verre van uitgeput.