Welke rockgroep durft een concert te beginnen met een nummer dat gespeeld wordt op sousafoon, melodica, altklarinet, vibrafoon en – vooruit – gitaar?
The Notwist deed het afgelopen maandag in Paradiso. Voor velen de eerste keer in ruim anderhalf jaar dat men weer bij een ‘gewoon’ concert was. Zonder stoeltjes of anderhalve meter. En het was meteen geweldig. De band die zoveel invloeden in zich heeft opgenomen en toch volstrekt uniek is herinnerde onmiddellijk iedereen er aan hoe opwindend livemuziek kan zijn.
Uniek karakter
Even een geheugenopfrissertje. The Notwist is de band die eind jaren tachtig in het Zuid-Duitse Weilheim, nabij München, werd opgericht door de muzikale, een dozijn instrumenten spelende broers Markus en Micha Acher. Van een eigenzinnige metalgroep ontwikkelde The Notwist zich in
een steeds experimentelere richting, zonder het popelement uit het oog te verliezen, met als voorlopige apotheose het album ‘Neon Golden’. De band ontwikkelt zich sindsdien gestaag, is zuinig met releases, maar hun begin 2021 verschenen album ‘Vertigo Days’ behoort tot hun beste werk.
Dat The Notwist Duits is hoort iedere geoefende muziekluisteraar. Ze blijven verre van de typisch Anglo-Amerikaanse ‘roots’. Tegelijk werken de Achers veel met andere muzikanten samen, zoals de Amerikanen van het dwarse hiphoplabel Anticon, met wie ze ondermeer de groep 13 & God
vormden. En ook die invloeden sijpelen weer door naar The Notwist zonder dat die band haar unieke karakter verliest.
Weemoed
Terug naar Paradiso, waar de Archer-broers met hun voor deze tournee bijeengehaalde vijf begeleiders dicht op elkaar staan, centraal op het podium. Men wil elkaar zien. Interactie is belangrijk. Regelmatig wordt er onderling van instrument gewisseld. The Notwist mag dan ‘typisch Duits’ zijn, dat plaatst de groep nog niet in de ‘Krauthoek’ en nog minder in de traditie van de Neue Deutsche Welle, waar altijd een ‘Heimat’-gevoel doorklonk. Wel liedjes. Prachtige liedjes, die vaak middels korte instrumentale intermezzi naadloos in elkaar over gaan. Juweeltjes als ‘Pick up the Phone’, ‘Where you Find me’, ‘Into the Ice Age’ en de toegift ‘Pilot’.
The Notwist leunt ondanks sousafoon en klarinet zwaar op elektronica. Maar zelden klonk elektronica zo organisch en zwoel. De gespeelde nummers zijn grotendeels afkomstig van ‘Neon Golden’ en het qua sfeer in dezelfde lijn liggende ‘Vertigo Days’.
De arrangementen zijn subtiel geconstrueerd – laag over laag en drone over drone, zoals bij Tortoise. Verder lijkt The Notwist echter in niets op Tortoise.
De ritmes krijgen soms fel en Afrobeat-achtig de overhand – waardoor je als toeschouwer niet stil kunt blijven staan, zoals bij Talking Heads. Verder lijkt The Notwist echter in niets op Talking Heads.
En de zangmelodie is altijd geladen met een mysterieuze vorm van weemoed – zonder ooit sentimenteel te worden, zoals bij Talk Talk. Verder lijkt The Notwist echter in niets op Talk Talk.
Menselijkheid
The Notwist is in de verste verten geen band van ‘handjes de lucht in’. De muzikanten lijken eerder verlegen en het verplichte bedankje van Markus Acher aan het publiek na twee uur spelen is ongetwijfeld oprecht, maar ook een beleefdheidsverplichting die hij zichzelf opgelegd heeft. Broer
Micha blijft wijselijk achter op het podium, bij z’n bas en sousafoon.
Tegelijk straalt de groep twee uur lange zuivere menselijkheid uit. Goed, er loopt regelmatig een ritmetrack mee. Er wordt gestoeid met stemsamples, delay- en repeat-effecten. Maar tegelijk staat het hele optreden bol van de improvisatie en spontaniteit. Het bruist. Hier wordt muziek ‘gemaakt’, niet ‘nagespeeld’.
Gezien: The Notwist – Paradiso, Amsterdam – 18 oktober 2021