Julia Jacklin is op het eerste gehoor weer iemand die singer-songwritermuziek combineert met indierock uit de jaren 1990. Wie aandachtig naar haar tweede plaat ‘Crushing’ luistert, hoort echter dat ze evengoed put uit countryrock en Lloyd Cole & The Commotions-achtige new wave. Bovendien: het overgrote deel van deze tien liedjes is meer dan geslaagd. Alleen al de intrigerende opener ‘Body’ en het daaropvolgende slimme, bijtende ‘Head Alone’ laten een artiest horen die een heel stuk voor ligt op concurrenten als Soccer Mommy. Bovendien, en dat is ook een hele prestatie, is ‘When The Family Flies In’ een drammerig pianoballade met een aantal ontzettend a-ritmische momenten –en toch is het een prachtnummer. Een paar keer kakt ze een beetje in en klinkt ze te conventioneel, maar het is haar vergeven.
Van een van de eerste pareltjes van 2019 naar een van de beste platen van het vorige jaar: ‘The Very Start’ van de Zwitserse singer-songwriter Emilie Zoé. Je zou haar muziek slowcore kunnen noemen, maar dan in een variant die flirt met Tom Waits-eske percussie en Sonic Youth-achtige riffs. Luister die gitaarlijn er op ‘6 O’Clock’ maar op na: zo’n riff hoor je bij Sonic Youth vlak voordat er herrie uitbreekt. Zoé barst zelden los, maar weet wel een grote spanning op te bouwen, waarbij de climax vaak wordt gevormd door meerstemmige, dwingende refreinen, zoals in ‘A Fish in a Net’. Veel mooiere liedjes zijn er in 2018 nauwelijks gemaakt.