Zeno van den Broek houdt zich al jaar en dag bezig met werk dat inspeelt op de werking van ogen en oren. Hij laat je fysieke diepte ontwaren in een ruimte voor en achter een afbeelding of een geluidsbron. Kijkend en luisterend naar wat hij je voorschotelt, ga je zoeken naar rechtstreekse verbanden tussen beeld en geluid. In zijn muziek bereikt hij een suggestie van diepte door het bewerken en stapelen van ruis en sinustonen. Op ‘Breach’ zet hij een volgende stap. Gebleven zijn de ruis, de klikjes en de diepe tonen. Maar hij heeft er nieuwe lagen van ritmes overheen gelegd. Het zijn geen ritmes waarbij je met je vingers gaat knippen, met het hoofd gaat knikken, en onweerstaanbaar de dansvloer opgetrokken wordt. Anderzijds deelt hij in vier Breaches soms opmerkelijk dansbare klappen en tikken uit. Terwijl je eerder bij zijn muziek de rol van gefascineerde maar enigszins afstandelijke toeschouwer speelde, voel je je nu steeds weer meegesleept in muziek waarin herkenbare klanken verschijnen. Flarden van stemmen, vervormde gitaren. De onderliggende ritmes binden die samen met de verschillende vormen van ruis en brom. Maar ‘Breach’ is meer dan een van de meest toegankelijke albums die Van den Broek tot nu toe gemaakt heeft. Dat wordt duidelijk uit clips van concerten die hij met dit materiaal heeft gegeven. Onder bewegende rasters van horizontale en verticale lijnen en vormen worden mensenmenigten zichtbaar, die rebelleren tegen het gezag. Grote groepen staan tegenover linies van bewapende ordebewakers, agenten met helmen en schilden. De dreiging is ook in de muziek zelf terug te vinden -grommende, aanrollende bastonen en snelle staccato’s als van mitrailleurvuur. De stuwende ritmes herbergen blijkbaar een woede die zich niet meer wil laten intomen.