dRaketkanon opent zijn derde op vertrouwd terrein. Nummer drie kreeg in navolging van de vorige platen ‘#3’ mee als titel en de nummers zijn nog altijd met voornamen gedoopt. Ook het artwork laat er geen twijfel over bestaan: dit is de nieuwe Raketkanon. Maar terug naar de opener ‘Ricky’, die volgens ons een heel goeie vriend van ‘Florent’ moet zijn, één van de titelpersonages uit de vorige plaat. Een leutige bende daar op die Raketkanon platen. Met psychopathische trekjes. We begrijpen nog altijd geen jota van het Bargoens dat zanger Pieter-Paul Devos hanteert, maar we kijken wel constant achterom of hij in een onbewaakt moment niet in onze nek springt. Al blijft zijn oerschreeuw dikwijls achterwege en zwalpt hij soms eens op een pad waar menig crooner al eens verloren liep. ‘Melody’ is zo’n song waar hij zijn stembanden in een andere bocht duwt. Het nummer vraagt dat ook, met zijn broeierige ondertoon. ‘Mido’ ook, een bastaard, ongewild bij Flying Horseman en dan maar door Raketkanon geadopteerd. De band wil je nog altijd met graagte een klets op jouw muil geven, maar laat nu graag wat tussenpauzen in de slagen liggen. ‘Hannibal’ is daar de blauwdruk van, het meest rudimentaire nummer en tegelijk het meest experimentele nummer van deze plaat. Van de band tout court. ‘Fons’ is zo’n valse trage, bezeten door de geest van Faith No More. ‘Robin’ mocht van ons gerust van het feestje zijn weggebleven, maar we gaan er niet om zeiken. Hij kan ons altijd nog een pul bier brengen. We raken dan misschien even bezopen als de synths doorheen deze plaat dikwijls durven klinken. Bezopen maar to the point, iets wat alleen getalenteerde zatlappen voor elkaar krijgen. ‘#3’ is ontegensprekelijk Raketkanon en toch anders. Voor ons mag de band zijn vrienden blijven meebrengen. Altijd welkom.