Von Stroheim kan doorgaan als de doomband van Dominique Van Cappellen-Waldock. De bezige Brusselse muzikante zit namelijk ook in Baby Fire, Keiki, Be The Hammer, Naifu en Las Vegas (met Eugene Robinson, de man van Oxbow). Ze is tevens een graag geziene gast in het Crass-universum, wat haar veelzijdigheid en betrokkenheid extra beklemtoont. Het trio Von Stroheim richtte ze op in 2013, samen met de nog steeds lid zijnde gitarist Raphaël Rastelli (ook Keiki) en een drummer. Die vertrok al snel, werd vervangen en nog een keer tot nu Yannick Daïf die taak op zich heeft genomen. Hij is te horen op twee van de nummers op ‘Love? Who Gets Love?’. Zijn voorganger John Thys drumt op de zes overige stukken. Net als op de tot honderdvijftig stuks en handgemaakte mini-cd ‘Sing For Blood’ uit 2015 gebruikt het trio samples uit een aantal films. De bandnaam verwijst ook al naar de Oostenrijker regisseur Erich Von Stroheim, dus dat kadert mooi binnen het concept. Het leverde hen zelfs een opdracht op tot het schrijven van de score voor de avant-gardefilm ‘Impatience’ van de Belg Charles Dekeukeleire uit 1928. Rastelli staat opnieuw in voor de muziek, Van Cappellen-Waldock voor de teksten. Pete Simonelli (Enablers) verzorgt het spoken word op ‘Pulp’. Veelbelovende info allemaal, en dan hebben we eigenlijk de muziek nog niet eens opgehemeld. Een stem die ergens uitkomt tussen PJ Harvey en Jarboe en muziek die zowel lonkt naar de ingehouden stukken van Oxbow, Skin en PJ Harvey. Het magistrale drumwerk in ‘Spit’ pompt dat nummer tot absolute favoriet. ‘Wire’ is strak, koel en traag en verwijst zeer sterk naar eerder genoemde referenties zonder dat Von Stroheim een doorslagje wordt. Elk van de acht nummers klinkt weer anders zonder dat de samenhang verloren gaat. Een sterk staaltje avant-garde donkere muziek zonder moeilijkdoenerij. Straf.