Luistertest: Mike Watt (deel 2)

Genredenken als goelag

Omdat Mike Watt na zes pagina’s in de papieren Gonzo (circus) #182 nog niet uitverteld was, hier de twee laatste tracks die we die juni-namiddag bij Dropa House aan Watt voorschotelden.
Mike Watt - (c) Stijn Buijst

Mike Watt – Minutemen, fIREHOSE, The Stooges, Dos – heeft een nieuwe plaat uit met Il Sogno Del Marinaio, zijn band met de Bolognezen Stefano Pilia en Paolo Mongardi. In mei en juni tourde het trio uitgebreid door Europa. Bij hun Antwerpse passage mochten we Watt aan een Luistertest onderwerpen. Omdat Mike Watt na zes pagina’s in de papieren Gonzo (circus) #182 nog niet uitverteld was, hier de twee laatste tracks die we die juni-namiddag bij Dropa House aan Watt voorschotelden. Over onder meer Watts anekdotes en associaties bij tracks van John Coltrane, The Stooges en De Stoeltjes, lees je in onze papieren juli/augustus-editie.

Het is geen muziekstijl, het is een state of mind.

Kawabata Makoto
Ryo
Inui.4

Dit gaan we wellicht niet uitluisteren. Het is een track van 67 minuten.
Mike Watt: ‘Wow. Ik heb La Monte Youngs Dream House bezocht. Die motherfucker was al jaren aan het spelen. Ik heb daar een paar uur doorgebracht met die moddervette synthesizerklanken. En het was zomer man, it was sweaty. Dit klinkt heel interessant.’
Het is een track van Kawabata Makoto, van Acid Mothers Temple, met wie je sinds kort een project hebt lopen, The Spirit Of Hamlet. Kan je daar iets over vertellen?
‘Wel, we waren met de eerste versie van Il Sogno Del Marinaio op tour in de Verenigde Staten, en tijdens een rit door North Carolina passeerden we in een klein dorpje, Hamlet, waar John Coltrane geboren is. Nu, ik was daar al eerder voorbijgereden en ik had langs de weg een bordje gezien: ‘John Coltrane was born here’. Nu, ik wist dat hij niet op het fucking voetpad geboren was, dus ik zei: deze keer maken we een tussenstop. Ik maar rondkijken: waar kan hij geboren zijn? En ik kijk binnen in een gebouw, van NAACP, een burgerrechtenorganisatie. En een gast die daar aan het werken was komt naar me toe en zegt: wacht ik heb een sleutel. En hij neemt me mee naar een klein deurtje aan de zijkant. Ze hadden dat nieuwe gebouw dus over Coltranes geboortehuis gebouwd, maar er wel een klein kamertje in voorzien, de Coltrane room, op de plek waar hij geboren was… Maar dus: toen in 2020 The Situation begon, werd mijn wekelijkse internetshow Watt From Pedro, die ik al sinds 2001 doe, opeens een lifeline en begon ik, met behulp van Skype, vijf keer per week uit te zenden. In die periode heb ik heel veel mensen leren kennen.’
Een manier om The Movement gaande te houden in die periode?
‘Absoluut. Door de show heb ik dus Scotty Irving leren kennen. En hij is van North Carolina, vlakbij waar Coltrane werd geboren. Scotty stuurde me drumtracks door, en vervolgens verzon ik er baslijnen bij, terwijl ik me voorstelde dat Scotty bij mij in de kamer zat. Dat is het mooie van het internet: je hoeft er niet per se leugens en haat mee te verspreiden, je kunt ook files uitwisselen. Eigenlijk deed ik al hetzelfde met Dos, mijn duo met Kira (Roessler, Black Flag en Watts ex-vrouw). Toen zij in Connecticut was voor een stage, stuurden we mekaar tapes over de post. Hetzelfde idee, beetje trager.
Maar ik heb Scotty dus nog steeds niet in levende lijve ontmoet. Het project heet The Spirit of Hamlet omdat die gasten dus daar in de buurt vandaan komen. Er zijn trouwens wel meer jazzgrootheden uit die streek afkomstig: Thelonious Monk, Dizzy Gillespie ook, geloof ik. Ze zijn er niet lang gebleven, maar ze komen er wel vandaan. Daar komt de bandnaam dus vandaan. Ik voel een trippy connectie met de bandleden. Ik heb het ook met Raymond Pettibons tekeningen bijvoorbeeld… Er is iets aan de hand met de kunsten…
Maar die band is dus letterlijk ontstaan without a skipper. Qua fucking syndicalist collective kan dat tellen, toch? We zijn trouwens net aan een nieuwe samenwerking begonnen. En die Argentijnen van Reynols hebben me ook iets opgestuurd. Heel vrije geest, Kawabata…’

M.A.N.
Farida Amadou, Thurston Moore, Steve Noble
Dropa Disc

‘Elektrische bas… De bas is een heel interessant instrument om mee te componeren, net als de drum. Je hebt niet al die harmonische inhoud, dus de mensen met wie je speelt, zijn vrijer. Dat zit me dwars aan Charles Mingus: dat hij alleen op piano componeerde. (luistert verder) Wat mij altijd intrigeert aan dit soort geïmproviseerde muziek, en een vraag die ik altijd stel aan mijn gasten in Watt From Pedro, is: wie begint er te spelen?’
Dit komt van een dubbele plaat, met twee trio’s rond Farida Amadou en Steve Noble. Op de ene plaat spelen ze met Thurston Moore en op de andere met Peter Brötzmann. Het valt heel hard op dat Moore en Brötzmann heel anders met dat bas-drum duo omgaan. Thurston wacht meer af, terwijl Brötzmann aanvankelijk het trio heel hard naar zijn hand tracht te zetten.
‘Ik heb in Tokio een keer met Han Bennink gespeeld, dat was wat hoor… Maar hij was fantastisch. En achteraf heeft hij me nog verhalen verteld over Wes Montgomery, hoe die John Coltrane heeft afgewezen. (gniffelend) Doug Wimbish heeft The Rolling Stones afgewezen. Fantastische bassist. Onlangs heb ik met Joe Baiza (Saccharine Trust) en Chris Corsano gespeeld. Ik was zó bang man, die eerste keer. De tweede keer ging het al wat beter en de derde keer vond Chris het goed.’
Is spelen met een virtuoos als Corsano makkelijker?
‘Nee! Ik ben eraan gewend om loops, funk en grooves te spelen. En Chris speelt géén grooves. It’s trippy, ik moest mijn grooves loslaten. Ik moest Chris me laten leren hoe je zo speelt.’
Over Joe Baiza las ik ergens dat hij gitaar heeft leren spelen door bebop-classics na te spelen.
‘Ja, uit die Hollywood-scene zijn zoveel muzikanten voortgekomen. Er zou geen sprake geweest zijn van Minutemen zonder die scene. Dat waren misschien maar tweehonderd mensen. Daarom noem ik het The Movement. Het is geen muziekstijl, het is een state of mind.’

We maken ons klaar voor een korte fotosessie. Watt besluit om die toch maar niet in bloot bovenlijf te doen. ‘Mijn moeder gaf me deze gele jas voor ze stierf. Ik was net weer beginnen fietsen en ze ging ervan uit dat ik dan minder makkelijk overhoop gereden zou worden door auto’s.’
Op onze vraag of het niet vreemd is dat in zoveel stukken die over hem verschijnen zijn relatie met D. Boon wordt belicht, terwijl Minutemen-drummer George Hurley een beetje in de schaduw lijkt te blijven, antwoordt Watt: ‘George kan daarmee omgaan hoor. Maar er is een reden waarom ‘Three-Way Tie’ onze slechtste plaat is, en dat is dat Georgie geen songs heeft aangeleverd. Trouwens: ‘Double Nickels On The Dime’ vind ik onze beste. Voor de tweedebeste kan ik niet kiezen tussen ‘What Makes A Man Start Fires?’ en ‘Buzz Or Howl Under The Influence Of Heat.’

Dit artikel verscheen eerder in GC #182

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!