Toen Gonzo (circus) METZ destijds interviewde, wist bassist Chris Slorach te vertellen dat de band eigenlijk gewoon popliedjes wilde maken, maar dat dat er nu eenmaal niet zo uit kwam. Zeven jaar en drie langspelers later moeten wij bij Gonzo Circus toch enigszins fronsen bij deze uitspraak. Luid, rauw, vies en energiek, dat zijn de Canadezen, maar op andere raakvlakken dan de nationaliteit met Bryan Adams of Justin Bieber hebben we de heren nog niet kunnen betrappen. En ook op ‘Automat’, een verzameling van vroege en niet meer te krijgen singles voor de Sub Pop jaren, horen we weinig terug van de ambitie om een popliedje te schrijven. Wel horen we terug wat Slorach in datzelfde interview zei; “We wilden ons niet haasten en een plaat maken die we zelf niet te gek vonden. Als je naar onze eerste drie singles luistert, hoor je dat we daar behoorlijk aan het experimenteren zijn.” METZ heeft de tijd genomen om tot een goed en eigen geluid te komen, en in dat proces krijgen we dankzij deze plaat een aardig inzicht. Maar omdat de plaat minder samenhangt dan de drie platen die op deze opnames zijn gevolgd, weet hij ons echter ook minder te boeien. Dat maakt ‘Automat’ dan ook vooral een langspeler voor completisten, mensen –zoals ondergetekende– die alles van een artiest in de kast willen hebben staan. Verder is het echter niet veel meer dan een zeer fijne zoethouder die even tevredenstelt, maar ook doet verlangen naar de volgende stappen die METZ gaat ondernemen op een nieuwe volwaardige langspeler. Aardig, zo’n blik in het kinderfotoboek, maar uiteindelijk zijn we toch vooral geïnteresseerd in het handelen van de volwassenen die uit het kind is gevormd.