Bredanaar Marien van Oers is wat je noemt een onbezongen held. Actief in alternatieve kringen in zijn thuisstad. Enig lid van de band Het Zweet. Geliefd bij het Britse gezelschap Bourbonese Qualk, dat hem wilde uitnodigen om met hen op tournee te gaan. Hij speelde lange trance-sets op zelfgebouwde instrumenten, met een sterke nadruk op percussie. In 2013 overleed hij. Toen was hij al enige tijd gestopt met zijn muzikale activiteiten, en raakte hij nog verder in de obscuriteit. Eerder dit jaar speelde het duo Driftmachine tijdens het World Minimal Music Festival in Amsterdam een interpretatie van ‘Massive Trance’, een cassette die alleen nog op YouTube te vinden is. Het origineel is ongepolijst, repetitief. De ritmes zijn onverbiddelijk, maar worden bijgekleurd met zang en (mogelijk) instrumenten. Op ‘Driftmachine Plays Marien van Oers’ blijkt dat het Berlijnse duo de ritmiek heeft overgehouden. Die hebben ze omkleed met bezwerende klanken uit hun analoge synthesizers. Het resultaat is schoner en warmer. Het roept niet het beeld op van klamme kelders met onvoldoende verlichting, maar van een flinke hal die tot barstens toe gevuld is met een deinend dansende menigte, besproeid met laserstralen en oplichtend in geestverruimende kleur-erupties. In de verte doen de vier nummers denken aan een tapdansende Brian Eno van veertig jaar terug. Maar er klinkt ook verwantschap met de ‘Anthology Of Interplanetary Folk Music’ van Craig Leon. Wat hen allen bindt zijn de ritmes, geworteld in muzikale voorstellingen van stammen uit een denkbeeldig, gedroomd hart van Afrika. Het is techno. Het is pop. Maar het is ook warm en sensitief. En inspirerend. Dit mogen ze vaker uitvoeren, wat mij betreft. Liefst uit vier of meer kanalen rondom het publiek, en overgoten met laser en veelkleurige lichtexplosies.