Maria W Horn, een van de exponenten van experimentele elektro-akoestische scene in Stockholm, komt een jaar na haar debuut met haar tweede album, ‘Epistasis’, gevuld met een viertal relatief lange composities waar akoestische en elektronische instrumenten elkaar aanvullen. Het opent met op de computergestuurde Disklavier gespeelde kalme pianocycli, ‘Interlocked Cycles I’, die de luisteraar verwelkomen en een kalmerende werking hebben, al is er tegen het einde een licht duistere ondertoon te horen gevolgd door een gejaagde versnelling. Op ‘Epistasis’ is een collectief te horen met viool, altviool, cello, elektrische gitaar en orgel. De gitaar is landschappelijk, een mix van drone metal en Sigur Rós, en mengt voornamelijk fijn met het orgel. De minimale dronecompositie ‘Konvektion’ combineert daarna meer en minder oorvriendelijke drones: verschillende lagen orgel en elektronische resonanties klinken zowel warm als indringend. Het nummer past in haar onderzoek naar het bereiken van overmatige zintuiglijke prikkeling, onder meer door gebruik te maken van psycho-akoestische effecten. De afsluitende pianocycli, ‘Interlocked Cycles II’, zijn duidelijk onderscheiden van de eerste cycli, in de zin dat er op de piano conclusies worden geweven uit wat er in het voorgaande te horen was. De achtergrond vult zich met ondersteundende lange klanken. Geleidelijk aan stijgen we op richting de hemel, met een versnelling aan het einde waarin ons leven aan ons voorbij flitst. ‘Epistasis’ is daarmee hemelbestormend te noemen, toegankelijk, maar ook compromisloos. In deze ritualistische luisterervaring worden we gedwongen alles mee te nemen: de klanken van de instrumenten voortgebracht in samenspel en solo, en de effecten op de omgeving waarin ze hun weerklank vinden.