Stem, fluit en elektronica -veel meer heeft Ka Baird niet nodig om miniatuurwerelden van kleur en klank te boetseren. Met vaardige vingertoppen, flexibele inzet van adem en stembanden, een inventieve geest, en apparatuur om geluiden te vangen en na bewerking weer los te laten, weet ze je steeds weer voor verrassingen te stellen. Na ‘Sapropelic Pycnic’ is ‘Respires’ haar tweede solo-album. Baird is tegenwoordig mijlenver verwijderd van de psychedelische folk die ze ooit maakte met haar groep Spires That In the Sunset Rise. Haar muziek is meer uitgehard, ontdaan van verzachtende omstandigheden. De laatste jaren zoekt ze in haar werk de uitersten op van wat ze muzikaal en fysiek kan doen. ‘Spiritus Operis’ is gebouwd rond het bewerkte klakken van de kleppen van haar fluit dat ze met elektronisch ritmisch tikwerk weeft tot complexe patronen. Daar stikt ze brommende synthesizerklanken en gecontroleerd hijgende en sissende ademstoten doorheen, om daar vervolgens akkoorden overheen te trekken die ze heeft gebouwd met stemsamples. Maar ze kan ook losbarsten in lyrische zang, als een lijster in mensengedaante na een verpletterende stortbui. Haar psychedelische verleden komt om de hoek kijken in de hardnekkigheid waarmee ze haar fluit tussen je oren rondjes laat draaien. Zo begint ‘Teaching Lodge Of The Arrows’, waarin wervelende fluiten zetjes krijgen van uithalen van Bairds stem. Die bewegingen condenseren tot één pulserende toon, waar ze steeds weer puntjes op zet in korte gezongen noten, en een zacht wiegende fluit als inleiding dient voor dof ratelend drumwerk. Op zulke momenten doet haar muziek denken aan de rol die Joan LaBarbara speelde in de opera’s van Robert Ashley -ook een componist die de werkelijkheid omvormde tot verhalen waar je vol verbazing in rond kon blijven lopen. ‘Respires’ is verantwoord muzikaal trippen.