De kunstwereld blinkt anno 2020 nog altijd niet uit in diversiteit. De Frans-Kameroense, in Londen gevestigde curator, kunstcriticus en onderzoeker Christine Eyene wil daar verandering in brengen. Met haar Curating Lab tijdens het OORtreders Festival in Pelt onderzoekt zij de kunstmatigheid van grenzen en maakt zij ruimte voor nieuwe stemmen.
‘Ik wil mensen laten voelen dat hun erfgoed iets is om trots op te zijn.’
Nee, naar Pelt is ze nog niet geweest, lacht Christine Eyene vanaf het beeldscherm tijdens een Skype-sessie eind juli. Eigenlijk had ze nu in de Vlaamse grensgemeente moeten zijn, vertelt ze, maar de coronamaatregelen gooiden roet in het eten. Eyene: ‘Het project ontwikkelt zich daardoor wat langzamer.’ In haar Curating Lab gaat zij werken met twee of drie gemeenschapsgroepen, die op het moment van schrijven nog niet bevestigd zijn. Wat wel al duidelijk is: deze deelnemers zullen straks samen met geluidskunstenaar Elsa M’bala en intermediakunstenaar Em’kal Eyongakpa werken aan een project over grenzen en sonisch erfgoed, auditieve herinneringen die migranten met zich meedragen.
Wantrouwen
Het is het nieuwste project binnen een breed scala aan activiteiten waarmee Eyene tegenwicht biedt aan het eurocentrisme en de patriarchale patronen in de kunstwereld. Zo is zij verbonden aan het interdisciplinaire onderzoeksproject ‘Making Histories Visible’ onder leiding van kunstenaar Lubaina Himid en adresseerde ze het gebrek aan diversiteit in de geluidskunst met de baanbrekende tentoonstelling ‘Sounds Like Her’ (2017-2019). Ook is zij artistiek directeur van de Internationale Biënnale van Casablanca, die volgend jaar voor de vijfde keer plaatsvindt. ‘Ik wil bruggen bouwen tussen culturen, en tussen mensen die de taal van de kunstwereld spreken en participanten.’
Eyene’s Curating Lab neemt de grensgemeente Pelt als vertrekpunt voor een onderzoek naar de grens als constructie. ‘België is in dat opzicht een interessante plek. Brussel is de hoofdstad van Europa, maar is tegelijk zeer gespitst op haar Afrikaanse inwoners en migranten. Als Europeaan ben je gewend vrij te reizen, maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Ik weet het uit eigen ervaring; als ik – een zwart persoon – reis, wordt mijn Franse paspoort wantrouwig bekeken. Een grens is een obstakel voor niet-Europeanen.’
Erfgoed
Wat Eyene aanspreekt aan het OORtreders Festival, is dat het plaatsvindt op verschillende (openlucht)locaties buiten geijkte kunstinstellingen. ‘Zelfs als je alles te werk stelt om een plek toegankelijk te maken, voelt nog niet iedereen zich op zijn gemak in een kunstruimte. Ook de gemeenschapsgroepen die zich opgaven voor het Curating Lab voelen zich misschien niet thuis in de culturele sfeer. Ik wil mensen laten voelen dat hun erfgoed iets is om trots op te zijn. Neem de Jamaicaanse migranten in Engeland en hun invloed op de muziek. Het gaat over het op waarde schatten van culturele diversiteit, juist in een tijd van opkomend nationalisme en uitsluiting.’
In Pelt zal een groep straks samenwerken met de in Kameroen geboren, in Duitsland opgegroeide Elsa M’bala, die in haar werk haar soms conflicterende leefwerelden verkent. De andere groep wordt gekoppeld aan de in Amsterdam gevestigde Kameroener Em’kal Eyongakpa, die zich onder meer bezighoudt met de doorwerking van politiek-sociale structuren in zijn thuisland, sinds de koloniale tijd verdeeld in een dominant Franstalig en gemarginaliseerd Engelstalig gedeelte. De ervaringen van de gemeenschapsgroepen staan echter centraal. ‘Hoe wij de notie van grenzen gaan verkennen, hangt van hen af, zij brengen dit element in. Zij weten hoe het is om bijvoorbeeld in een land te werken en in een ander land te wonen.’
Gemeenschapsidentiteit
Zelf werd Eyene geboren in Parijs uit Kameroense ouders. Ze groeide op met Kameroense muziek en raakte zo doordrongen van het belang van divers cultureel erfgoed. ‘Mijn moeder luisterde naar bikutsi, een heel specifiek soort Kameroense muziek met een bepaald ritmisch patroon. Later hoorde ik dat patroon terug in de elektronische muziek waar ik naar luisterde, drum-’n-bass en jungle. Het bracht dezelfde lichamelijke gewaarwording.’
Na afronding van haar studie kunstgeschiedenis hield ze zich voornamelijk bezig met fotografie. Recenter kwamen daar geluidskunstprojecten bij. ‘Dat begon met een terugkeer naar die vroege gewaarwordingen. Ik was uitgenodigd een project te doen voor de David Roberts Art Foundation in Londen en stelde voor iets te doen met Afrikaanse ritmische patronen (Curator’s Series #8: All Of Us Have a Sense Of Rhythm, 2015, lfj). Toen ik opgroeide, was die muziek er gewoon, ik besteedde er niet veel aandacht aan. Tien, twintig jaar later vond ik het opeens heel interessant hoe sonische herinneringen verbonden zijn met persoonlijke en gemeenschapsidentiteit. Zo woon ik in Londen in een cultureel heel diverse wijk, waar iedere groep naar zijn eigen muziek luistert. Via muziek krijg je een idee van je geschiedenis. Dat heeft er alles mee te maken dat we onze cultuur niet in een museum terugzien. Het moet thuis tot uitdrukking komen.’
Ondersteunen
Eyene is inmiddels acht jaar betrokken bij ‘Making Histories Visible’, een onderzoeksproject van de Universiteit van Lancashire dat de bijdrage van zwarte beeldende kunst in het culturele landschap centraal stelt. Hoofdonderzoeker Lubaina Himid won in 2017 als eerste zwarte vrouw de Turner Prize. ‘Als zij een tentoonstelling kreeg, zorgde ze altijd al dat er ook andere zwarte kunstenaars werden uitgenodigd. In die geest steunt het project zwarte makers en curators, die nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Tegelijk kijkt het verder dan het idee dat witte curators alleen witte kunstenaars presenteren. Ik werk ook niet alleen met zwarte kunstenaars. Het gaat erom ruimte voor ontmoetingen te creëren.’
Sinds de moord op George Floyd klinkt de roep om meer diversiteit in de kunst steeds luider. Een doelstelling van het Curating Lab is dan ook om deuren te openen. ‘De deelnemers zullen zich ook bezighouden met de organisatorische kant van het project. Ik ben benieuwd naar de vaardigheden die zo naar boven komen. Ik probeer altijd contact te houden met mensen met wie ik werk en als ik met jongere mensen werk die echt verder willen in de kunst, kunnen we diegene steunen. Dat is wat ik doe en ook wat het uitgangspunt is van Lubaina: ondersteunen, netwerken en contacten delen.’
Eyene ziet het Curating Lab als een beginpunt. ‘Binnen mijn projecten zijn het meestal de kunstenaars die deelnemers erbij betrekken, nu doe ik dat zelf. Dat is iets wat ik verder wil ontwikkelen. Volgend jaar is er weer een biënnale in Casablanca en daarvoor denken we nu, ook door corona en de klimaatcrisis, veel na over de economie en ecologie van het cureren. Moeten we nog wel grote kunstwerken willen verschepen? We denken veel meer in termen van ervaringen en bruggen bouwen tussen kunstenaars en het publiek.’