Eerste plaat in veertien jaar van Dave Clarke, techno-overlord met punk-inborst, vermaard vanwege zijn eigenzinnige deejay-sets (en natuurlijk ‘Wisdom To The Wise’ alias ‘Red 2’).
Voor een artiest die door wijlen John Peel The Baron of Techno werd gedoopt staat er eigenlijk weinig echte techno op ‘The Desecration Of Desire’. Clarke blijft weg van de al te voor de hand liggend dansvloerwerk, en vult ‘techno’ in zoals hij het ziet. En waarom zou hij ook niet? Het is een volwassen genre dat tegelijk wars van regels hoort te zijn. Het resultaat is een aangenaam gevarieerde verzameling tracks, die net zoveel met techno en elektro van doen hebben, als met new wave en industrial.
Clarke valt meteen met de deur in huis: boos grommende synths die rondzingen tot een gruizige elektrobeat en een stuiterende sequencer het overnemen. Ergens erboven, een ijle, overstuurde synth, voorbode van de donkere toon van de plaat. Meteen daarna gaat het tempo naar beneden voor een uitgebeende, bijna industriële versie van Department S’ postpunksingle ‘Is Vic There?’, gezongen door Louisahhh. Ook vijf andere (van de in totaal tien) tracks hebben zang, door onder meer Anika, Gazelle Twin en twee keer Mark Lanegan. Een van die twee, ‘Charchoal Eyes (Glass Tears)’, is het centrale nummer van de plaat, een mooie techno noir, geïnspireerd door de nachtelijke straten van Amsterdam (Clarkes woonplaats). ‘Frisson’, met Matthew Sims (Mt. Sims), past met zijn slepende beat en sequencers in het weer hippe EBM-ideaal van labels als L.I.E.S. De enige echte uitzondering op de donkere mood van de plaat is ‘Plasmatic’, een dikke clubdreun rond een afgefilterde disco-sample, zoals Daft Punk dat lang, lang geleden zo goed konden.
Al met al een gevarieerd en intrigerend album van een man die precies doet waar hij zin in heeft.