De magie van entanglement, dat deeltjes na gecompliceerde natuurkunde-experimenten op grote afstand van elkaar met elkaar verbonden blijven, is een nieuw hoofdstuk in de solocarrière van Jessica Moss. Zij rijgt met viool en stemmen elektro-akoestische landschappen aan elkaar.
De Canadese violiste Jessica Moss, bekend van onder meer Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra & Tra-La-La Band, is een belangrijke schakel in de Montréalse muziekscene en heeft sinds 2015 drie soloalbums uitgebracht. Het spelen in die bands staat voorlopig even stil, waardoor ze tijd heeft voor haar eigen muzikale project mét bijhorende films. Ze weet daarbij in haar elektro-akoestische muziek een weg te vinden tussen minimalisme en maximalisme, donkere treurnummers en lichte slaapliedjes. Tussendoor maakt ze tijd om muziek bij films en voorstellingen te maken. En ze heeft een zoon die mee op tournee is geweest en die ze samen met co-ouder en bandgenoot Efrim Menuck opvoedt. Kortom: een druk bestaan, dat ooit is begonnen in Toronto toen haar moeder, een celliste en muziektherapeute, haar dochters een instrument meegaf. Haar zus kreeg de piano toegewezen en Moss zelf de viool.
Moss vertelt: ‘Van jongs af aan heb ik een klassieke vioolopleiding gekregen. Ik volgde de Suzuki-methode, een kindvriendelijke leermethode die veel draait om het oefenen van je oren. Hier was ik erg goed in, maar de rest van de regels waar je als klassieke muzikant aan moest voldoen, muziektheorie en lang oefenen, lapte ik aan mijn laars. Op mijn twaalfde gaf mijn moeder het op en mocht ik stoppen met muziekles. Ze zei: ‘Fuck, fine, just quit if we’re gonna fight all the time!.’ Vanaf dat moment volgde ik mijn eigen pad. Al bleef ik wel met orkesten meespelen, omdat ik daar erg van genoot.’
Traditie
Folkmuziek is een rode draad in je werk. Je hebt in het verleden ook in Balkan- en Arabische folk-ensembles gespeeld en je komt uit een Joodse familie.
‘Ik ben opgegroeid met Joodse muziek. Voor deze tournee heb ik besloten om de set steeds te openen met simpele nummers uit die traditie in een eigen arrangement. Ik leerde ze voornamelijk spelen tijdens mijn periode met de band Black Ox Orkestar. Die muziek legde de basis voor ons repertoire. Thuis luister ik ook veel naar niet-westerse en dan met name Arabische muziek: ik speel niet in de maqam-traditie, maar ben wel beïnvloed door deze muziek. Misschien dat ik me in de toekomst hierop ga toeleggen om ook echt in deze traditie te kunnen spelen. Dat lijkt me fantastisch.’
In je live-optredens communiceer je zowel met viool als met woorden tussendoor.
‘Vanaf het eerste moment dat ik solo ging spelen, wat dus relatief recent is, voelde ik de drang om met woorden te communiceren, tussen de nummers door. Dit omdat er in de liedjes zelf weinig woorden zitten en omdat ik graag iets meer wil uitweiden over de ideeën en gedachten die ik had toen ik het lied maakte. Dat betekent niet dat mensen ze ook per se zo moeten zien. Ik hou de betekenis open voor interpretatie. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik maar deels kan uitdrukken wat ik eigenlijk wil zeggen, maar ik vind het belangrijk om íets te zeggen. Af en toe komt er een zin bij me op, ik zie mezelf niet als een woordsmid. Sinds mijn vroege jeugd voel ik dat ik dingen helderder en meer gepassioneerd duid met mijn snaren, strijkstok en vingers. Mijn viool is als een derde arm. Pas wanneer er iets aan mijn viool kapotgaat, besef ik ineens dat het een instrument is dat naar de vioolwinkel moet om gerepareerd te worden.’
Neuriën
Je neoklassieke dronemuziek heeft voor een belangrijk gedeelte ook een elektronische component. Met wat voor effectpedalen werk je?
‘Ik heb al heel lang dezelfde opstelling met alleen pedalen die ik echt nodig heb. Ik gebruik een Whammy DigiTech-pitchshifter die een toon toevoegt, een organizer pitchshifter die verder kleur toevoegt aan het geluid, een superego-freezepedaal die ik voor mijn drones gebruik, een distortionpedaal, een Maxon-delaypedaal, een volumepedaal, een Boss-tremolopedaal, phaser, een tweede delaypedaal om er voor te zorgen dat geluid niet ineens abrupt stopt, een flashbackpedaal waarna ik het signaal in stereo uitstuur in de Ditto-looper met erna de infinity-looper, daarna nog een flashbackpedaal, die in een splitter gaat. En ik heb nog een looppedaal dat direct in de geluidsinstallatie gaat.’
Hoe componeer je?
‘Ik neurie af en toe iets in een opnameapparaat, of ik neem even snel wat viool op. Maar ik componeer voornamelijk in mijn geliefde oefenruimte waar ik alleen ben met mijn versterkers en pedalen. In de studio ben ik met mijn geluidstechnicus Radwan Ghazi Moumneh, maar daar kom ik pas als ik een lange tijd in de oefenruimte heb doorgebracht. Daarna zit ik weer veel in m’n eentje achter de computer om de opnames te arrangeren.
Ik heb Radwan waarschijnlijk ontmoet bij een optreden van Jerusalem In My Heart, ergens begin jaren 2000. Hij ging daarna als geluidstechnicus mee met A Silver Mount Zion en we werden close op persoonlijk en artistiek vlak. Hij heeft veel geduld met mij en is onmisbaar voor wat ik met mijn muziek wil doen.
Ik ben perfectionistisch, maar tegelijkertijd ben ik technisch ongeschoold: ik worstel met die paradox. Als ik ideeën heb, maak ik zelf vaak een soort van uitgebreide, lange, gekleurde kaarten om aan te geven hoe ik de nummers technisch in elkaar wil zetten. Gelukkig helpt Radwan als muzikant en technicus om deze ideeën uit te werken. Ik ben ook systematischer gaan werken door opnames specifiekere titels mee te geven dan ‘viool’ of ’track 1’.’
Muzieklandschappen
Hoe is je album ‘Entanglement’ ontstaan? Het is interessant om horen hoe het met fragmentarisch bewerkte snaargeluiden begint die langer gerekt worden, er stemmen bij komen en uiteindelijk aan het slot alles aaneengeregen wordt door een sterk melodisch thema.
‘Het album is begonnen met het begrip entanglement, dankzij een podcast waarin het terloops besproken werd. Ik ben er verder over gaan lezen; het is een fascinerend onderwerp dat gaat over hoe deeltjes na gecompliceerde natuurkunde-experimenten met elkaar verbonden blijven, ook al bevinden ze zich op grote afstand van elkaar. Maar de schoonheid en het magische van dit gegeven staan bij mij uiteindelijk voorop: ik hou ervan om na te denken over dingen die ons voorstellingsvermogen te boven gaan.
Vervolgens ben ik gaan nadenken hoe deze ideeën kunnen worden omgezet in muzieklandschappen. Het openingsnummer ‘Particles’ is live ontstaan tijdens de tournee voor het vorige album. Het fragmentarische geluid in het begin komt uit een tremolopedaal samen met de andere pedalen. Voor de albumversie hebben we vervolgens het geluid grootser gemaakt en er in Protools geluidslagen in verschillende octaven aan toegevoegd. Daarna zijn de vier ‘Fractals’-nummers erbij gekomen. Het kost me daarna veel tijd om de volgorde van de nummers vast te leggen, wellicht omdat ik geen standaard gearrangeerde nummers maak. Het duurt hierdoor soms ook wat langer om het album te masteren.’
Combinaties
Hoe staat het met je beeldende werk?
‘Sinds ik solo werk als muzikant gaat hier de meeste tijd in zitten en heb ik minder tijd voor het maken van wereldjes in lichtbakken en sieraden uit hout en afval. Ik heb in plaats daarvan honderden uren gestoken in het maken van films die te maken hebben met mijn muziek; ik wil mijn hele album van video’s voorzien. Ik ben erachter gekomen dat de manier waarop ik met film werk heel dicht in de buurt komt van hoe ik muziek maak. Ik was bijvoorbeeld bij de video voor ‘Fractals (Truth 4)’ voor ‘Entanglement’ gegrepen door een vreemde griepachtige passie. Ik maak de hele tijd foto’s en video’s met mijn smartphone, vaak statische opnames van interessante momenten. Dus ik had een flink archief aan materiaal om te bekijken: honderden opnames van water en gebouwen, en dan besteed ik veel tijd in het vinden van geschikte combinaties. Met film inspireert een beeld me om een volgend passend beeld te vinden en hier een sequentie van te maken; met muziek kom ik eerst met een idee, waarna ik de muziek eromheen bouw.
Ik ben altijd gedreven door mijn passie om iets te proberen te vertellen. Ik wil mensen samenbrengen om zo een emotioneel moment te creëren waarin mensen hetzelfde voelen.’
Tijdens je concerten nodig je mensen ook uit om je optreden zittend te ondergaan. Ben je eigenlijk, net als je moeder, niet bezig met een soort van muziektherapie?
‘Dat voelt wel zo. De manier waarop ik nu optreed, heeft te maken met een geloof in de helende werking van het samenzijn. Dat voelt nu als mijn roeping. Maar het voelt nooit genoeg: ik zou eigenlijk meer energie en uren in een dag willen hebben om me actiever met belangrijke zaken bezig te kunnen houden. Ik zou meer lokaal willen doen, in plaats van rondreizen, maar tegelijkertijd merk ik dat ik zo gelijkgezinden ontmoet en ideeën mee naar huis neem waar ik op voort kan bouwen. Ik kan me voorstellen dat ik me op een gegeven moment niet meer met muziek bezighoud, maar me meer ga richten op organiseren, op het bouwen van een gemeenschap.’