Het lijkt alsof J.R.Robinson, de man achter Wrekmeister Harmonies, bij elke nieuwe plaat zijn grenzen nog verder wil verleggen. Hij snoept van genres, laat zich prikkelen door een waaier aan invloeden en destilleert er lange composities uit die van het ene genre naar het andere hoppen alsof het gewoon zo hoort. Voor elke plaat nodigt hij een resem gasten uit, die meestal niet van de minste zijn. Voor ‘You’ve Always Meant So Much To Me’ (2013) en ‘Then It All Came Down’ (2014) componeerde hij telkens twee ongetitelde stukken die van opera naar black metal via experiment en jazz meanderden. De gasten waren op die platen net zo divers als op het eveneens twee stukken tellende ‘Night Of The Ascension’. Hij heeft voor de gelegenheid een ensemble van dertig mensen samengesteld, waaronder Lee Buford en Chip King (The Body), Alexander Hacke (Einstürzende Neubauten), Cooper Crain (Cave), Marissa Nadler, Mary Lattimore, Olivia Block, Eric Chaleff (Bloodiest), Dylan O’Toole en Ron DeFries (Indian, Bruce Lamont, Sanford Parker (Twilight), Mark Solotroff (Anatomy Of Habit), Solomon Lee Walker, Chris Brokaw (Come). Divers en bereid naar de pijpen van Robinson te dansen, en dus ook uit hun eigen comfortzone te stappen. Bevreemdende vrouwelijke stemmen, jazz die uitmondt in machtige doom. Het meer dan een half uur durende titelnummer is een bewerking van het madrigaal ‘Ahi Dispietata E Cruda’, geschreven door de middeleeuwse kunstenaar en moordenaar Don Carlo Gesualdo. ‘Run Priest Run’ handelt dan weer over Father John Geoghan, die na het molesteren van meer dan 150 kinderen uiteindelijk door een celgenoot van kant werd gemaakt. Beide onderwerpen lenen zich perfect voor de uiterst donkere kijk op de wereld van Robinson. Dit werkstuk is geen licht verteerbare kost, maar eerder een monumentaal en bombastisch kunstwerk dat dwingt tot luisteren en nogmaals luisteren, tot alle details zijn doorgedrongen. Zijn beste tot nu toe, en dat wil wat zeggen.