Een cultivator noemt Jan St. Werner zichzelf op dit vierde deel van zijn project ‘Fiepblatter’. Hij cultiveert er geluiden die hij overal vandaan heeft gehaald. Een soort field recordings dus, al nam St. Werner lang niet alle gebruikte geluiden zelf op. De Berlijner kennen we als lid van Mouse On Mars. Als Lithops en Microstoria zocht hij voorzichtig het experiment, dat hij onder zijn eigen naam volledig als uitgangspunt heeft genomen. In zijn recente project ‘Fiepblatter’, dat in 2013 van start ging, neemt hij alle vrijheid. Dat leverde al drie interessante uitgaves op waarin onder andere de filmische aspecten van muziek, de natuur van het ‘horen’, de relatie tussen muziek en lichamelijkheid, de dynamiek van rigide systemen en metafysica centraal stonden. Deze vierde draait om de vrijblijvendheid van de combinatie van gevonden geluiden. Jan St. Werner construeert er velden (Felder in het Duits) van betekenis door de fragmenten, die in zichzelf een betekenis hebben, te combineren met andere waardoor er nieuwe betekenissen ontstaan. Hij toont zich daarbij niet al te kieskeurig over de plek van herkomst. Hij maakt ze zelf, haalt ze van platen van anderen, schrijft eenmalige computerprogramma’s om een specifiek nieuw geluid te maken en gebruikt echte instrumenten. Daarna stapelt hij de door hem gecultiveerde geluiden laagje voor laagje en creëert zo een tiental prachtige composities die resoneren en schuren maar ook altijd een bepaalde cadans hebben. Ergens klink ‘Felder’ als het meer experimentele werk van Ricardo Villalobos, alleen dan zonder beats. Journalist Wolfgang Frömberg van het Duitse tijdschrift Intro hoort in ‘Felder’ een fabriek dromen en een club verzuchten. Mooie omschrijving.