Carrion, My Wayward Son

Le Flange Du Mal is het soort band waar muziekhistorici doorgaans een ledemaat veil voor hebben: politiek gechargeerd, uniek, potent en met een korte levensduur. Het kwartet was een goed decennium geleden in de weer met een eclectische, springerige, uit z’n voegen barstende punkvariant, waarin de afwezigheid van raggende gitaren werd gecompenseerd met rollende ritmes, belletjes, trompet en veel zeurende, gierende en brommende synths. Liz Allbee, Jason Stamberger, Chris Cones en Chris Rolls speelden muziek die aansloot bij die van een aantal eigenzinnige voorgangers, zoals The Slits, The Raincoats en Young Marble Giants, maar meer nog dan dat, voel je hier soms de hypernerveuze, dansbare punk van bands als The Ex en (vooral) Dog Faced Hermans, vooral dan door Allbee’s trompet en die stuwende ritmes van de dominante Cones. Een enkele keer zoeken ze met al die dissonante wendingen en stemmetjes iets te nadrukkelijk de grens op tussen ‘spitsvondig’ en ‘irritant’, maar wanneer het wérkte, dan werkte het meteen goed. In ‘Threnody For S.A.’ klinkt het alsof de zomerpop van de vroege Beulah helemaal binnenstebuiten gekeerd wordt, in ‘Weather War’ is de Casiocore van Child Abuse echt niet meer veraf, en ‘Caravan To Montauk’ is bijna (bijna) klaar voor de ochtendradio. In z’n geheel blijft dit half uurtje echter vooral een verborgen pleziertje voor parelzoekers met een zwak voor obscure bands die even zorgden voor een korte opstoot van opwinding, maar alweer verdwenen waren voor ze goed en wel op je radar verschenen waren. En zo’n Crass-cover (‘Shaved Women’) die maar geen keuze kan maken tussen strijdlied en absurde/onweerstaanbare dansvloervuller maakt er natuurlijk helemaal zo’n echte epateerplaat van.

tekst:
Guy Peters
beeld:
Le_Flange_Du_Mal_Carrion_My_Wayward
geplaatst:
wo 21 nov 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!