Drie keer per jaar gaan de deuren van het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten open voor de eclectische elektronische muziekliefhebber. Tijdens Bozar Night (10 november en 30 april) wordt een hedonistisch feestje gekoppeld aan musea slurpen. Tijdens het grotere Bozar Electronic Arts Festival is het twee dagen lang bleeps, beats en massieve drones aangelengd met een stukje installatiekunst.
Het kunstgedeelte stond boven en toonde het waanzinnige ‘Orban Space’ van Luc Deleu, het speelse klassiekers reconstrueren van Quayola en ‘de bezoeker manipuleert de geluiden en machines’ – van onder meer Félix Luque Sánchez.
Beneden in de Fumoir zal een kleine delegatie van Gonzo (circus) de dag nadien een intense interviewsessie houden. Op vrijdag was er enkel drones en vertier in het Terarken en Salle Henry le Bœuf. Het werd het hoogtepunt van het weekend, maar dat was nog niet geweten of gedacht tijdens de eerste flauwe elektronica-uitwerpselen van Olafur Arlands-hobbyprojectje Kiasmos. Dan toch maar eerst even plaatjes kopen, een praatje slaan en dan klaar voor:
Nils Frahm: de slechte grapjesmaker
Er zit een zweem van arrogantie in Nils Frahms houding wanneer hij het podium opstapt, aangevuld met een nerveuze, krampachtige poging tot grappig zijn. Waarom hij steeds verwees naar de prent op zijn T-shirt is nog steeds de vraag. Misschien was het een zelfportret? Het publiek was al uitzinnig voordat een eerste noot werd aangeslagen. Een zoveelste rare grap. Frahm vervolgt: ‘Ik heb twee verrassingen voor jullie vanavond. De eerste zie je daar’ – en hij wees naar zijn zelfgemaakte piano. Een lichtgewicht vertelde hij, handig om mee op tour te nemen. Even speelt hij wat. Er zijn geluidsproblemen en hij achteraf nadien de zaal in ‘Gelukkig ken ik dat nummer heel goed, ik hoorde niets.’ Maar toch een staande ovatie. De zoveelste al en de avond is pas bezig. De perfectionist in Frahm wordt lastig en dat laat zich voelen. Licht geagiteerd begint hij aan zijn tweede nummer. Prachtmoment en even lijkt zijn performance te worden wat je had verwacht. Olafur Arnalds stapt op het podium en de heren brengen samen een liedje. Best leuk, maar de verveling begint ook al op te spelen. Of is het ongeduld om wat de rest van de avond nog komen gaat?
Tim Hecker: de beeldenbestormer
Een kathedraal binnen een kathedraal, compleet gehuld in duisternis. Grauwe klanken en een beklemmende wereld. Alle zintuigen zijn uitgeschakeld. Het enige wat telt, het gehoor en gevoel. Tim Hecker slaagt hard. Jij, vrijwillig gepijnigd. Kreunend onderga je de trommelvliesscheurende dreunen. Het ultieme geluk hier: een bloedend oor. Tim Hecker is intens en hard. Het je herinneren roept meteen weer die beklemming en roes op. Het einde, wanneer je nog uren wilt doorgaan op die monsterlijke deining die je lichaam overheerst, wordt abrupt afgebroken. Er rest enkel nog de herinnering. Maar zoals Tim Hecker-anciens weten, die is eeuwig.
Ben Frost: de geluidenterrorist
‘Aurora’ is me te veel, te veel op een hoopje en te weinig spanning. Dit is de man die ooit ‘By The Throat’ maakte. Die titel mag je letterlijk nemen. Vanavond doet hij dat absoluut niet. Ook al dreigt de veelbelovende white noise aan het begin je de nek om te wringen. Het is hard en kruipt letterlijk in je borstkas. Het is een spanning die Ben Frost niet weet vast te houden. Nummers deinen uit en worden veel te lang. Even beneemt een bas je alle adem, maar er is ook dat oeverloos potsierlijk en glibberend synthlijntje dat klinkt als een foute jaren zeventig horrorfilm. Die spanning net voordat de gruwel je je ogen doet sluiten. Niet bij Ben Frost. De drums overheersen, het verhaal lijkt zoek. Het is gewoon veel geluiden maken. Zelfs wanneer Tim Hecker het podium bestijgt, blijft er de zucht en verlangen naar het einde.
Mondkopf: de onheilsprofeet
Het lijkt geen profetie meer. Onheil is nabij. Dreiging van drones en plaatslagers die met hun hamerslagen ritmisch vorm geven. Het is sonic warfare, lege bommen en sissende geluidswapens, aangevuld met een naar breakcore neigend nimmer aflatende ritmesalvo. De visuals zijn synchroon en apart. Bostaferelen, schimmige plaatsen en waterbellen. Alles is hopeloos, tot even een beeld van de zee verschijnt. Het zonlicht. Even. Want daar is die laatste alles verpulverende en verdrinkende beat die aan alles een einde maakt. Mondkopf suggereert veel met zijn zelden gehoorde opbouw en de filmische sfeer. Het is de soundtrack voor wanneer de wereld op zwart gaat en overleven het enige is wat telt.
Powell: de eclectische danser
Schud alles van je af. Huppel en wees vrolijk. Bij Powell is het leuk dansen op onbekende plaatjes en onverwachte ritmes. Springen en doorgaan. Een feestje nabij. Powell selecteert een eclectische mix die losstaat van de allernieuwste hypes. Er is geen allesomvattende technobeat maar toch doet het ritme je slaafs bewegen, tot diep in de nacht.