Voor de tweede editie verhuisde het Scratch+Snuffest van Nieuwpoort naar Oostende, maar het concept bleef ongewijzigd: twee dagen no-nonsense rock ’n roll voor gevorderden.
De nieuwe locatie mocht er alvast zijn: een hangar langs de kaaien, tussen de sporen en de dokken, een mooi stukje industrieel erfgoed. Binnenin werd het gezellig gemaakt met zitmeubels uit de kringloopwinkel, althans in de chill-zone op het binnenterras, waar ook projecties te zien waren. En – niet onbelangrijk – de muziek tussen de sets door, vaak een zwak punt, was van uitstekende kwaliteit.
Angels Die Hard, uit de Heavenhotel-stal van Rudy Trouvé, mocht vrijdag openen. Affiches van de mooie platenhoes op de monitorboxen, en grooven maar. Er hing nog te weinig rock ’n roll in de lucht om het te laten knetteren, maar de set zat goed in elkaar, met het catchy ‘Unga Dunga’ en het wat forser uitgebouwde ‘Frühstückstelle’ als terechte afsluiters. Het trio deed wat van hen verwacht werd: het publiek op een goeie manier opwarmen.
Daarmee had The Guru Guru geen enkel excuus meer om er niet vanaf de eerste noot stevig in te vliegen. De vijf jongemannen begonnen meteen met ‘SPL’, één van hun sterkste nummers. Trage opbouw met zeldzaam beheerste zangpartijen, om snel door te groeien naar authentieke Hasseltse waanzin. Daarin speelt de zanger-frontman een cruciale rol: hij belichaamt meer dan wie ook de scheve, houterige, tegendraadse muziek en maakt ze intenser door gedurfd expressieve vocalen. En een cape aantrekken: welja, dat helpt! The Guru Guru speelde een erg energieke show, geen evidentie bij een vrij statisch publiek, en overtuigde zonder meer.
Ook de lokale helden The Glücks waren gul voor het publiek. Een béétje muziek maken is geen optie: de machine moet draaien, en liefst zo luid mogelijk, zonder natuurlijke gebreken weg te moffelen, en zonder gedoe. En de machine, dat is de optelsom van altijdmaarvooruitdrums, fuzz-gitaren, hopen galm en liefde, veel liefde. Het koppel speelde een thuismatch, en kreeg het publiek moeiteloos mee. Nu nog elke drie maanden een plaat uitbrengen, en we hebben onze Vlaamse Ty Segall.
De grote Caspar Brötzmann zou normaal gezien deze eerste dag afsluiten, in een opmerkelijke tijdelijke coöperatie met electro-eendagsvlieg T.Raumschmiere. Ja, de première van deze bijzondere samenwerking zou zelfs voor Scratch+Snuff zijn. Maar het heeft niet mogen zijn: amper drie dagen voor datum kwam de melding dat alle optredens voor het najaar werden afgelast. Dat bleek te laat om een waardige vervanger te vinden, met het kaliber van een hoofdact. Daarom werd de ticketprijs verlaagd, en werd het lokale en jonge Von Detta aan de affiche toegevoegd. Een onderbouw van stonerrock en grunge, aangevuld met hardcore-screams. Het klonk iets te genrevast naar onze smaak, maar ze kregen wél de mooiste visuals van de avond achter hun rug geprojecteerd. Ha!
En gelukkig bleef er nog één topper over, na het afhaken Brötzmann. Het Britse Mugstar opereert al lang in de marge, maar het wordt hoog tijd dat daar eens verandering in komt. De groep beschikt over een metronoom van een drummer – en dat bedoelen we positief – die een constante motorik-beat produceert, waarover de rest naar believen grooves en psychedelica kan draperen. Het viertal koos de meest dansbare en opwindende nummers uit hun discografie, en het was dan ook heerlijk spacen op uiteenlopende tracks als ‘Black Fountain’ (die tribale drums klonken live machtiger dan ooit) en het ultra-catchy ‘Axis Modulator’.
Gezien: Scratch+Snuffest, Oostende, vrijdag 31 oktober 2014
Tekst: De Geluidsarchitect – Foto’s: Eva De Meyst