Philosophy Of The World

Eind jaren 1970 was er een lichting bands bevolkt door voornamelijk vrouwen die besloten, om in het zog van de punkbeweging, zelf muziek te maken die schots en scheef mocht (of moest) zitten en waarbij de liedjes mochten rammelen aan alle kanten. De bands, stijl The Raincoats, The Slits, Mo-dettes of Kleenex, gingen er gewoon voor en werden stap voor stap beter in het maken van leuke liedjes. Hun eerste nummers klonken misschien dan wel lekker krakkemikkig en naïef, ze zorgden voor een golf aan bandjes die lo-fi zoals het toen plots werd genoemd, hoog in het vaandel voerden. Tien jaar eerder, in 1969, kwam het debuut van The Shaggs uit Fremont, New Hampshire, op de markt. De zusjes Helen, Betty en Dorothy, soms bijgestaan door vierde zus Rachel en als manager pa Austin Wiggin, creëerden met ‘Philosophy Of The World’ als het ware een blauwdruk voor wat voornoemde bands tien jaar later uit hun mouwen zouden schudden. Ook hier gaat het om het plezier van het maken van liedjes. Virtuositeit doet er niet toe. Zingen in harmonieuze samenzang ook al niet. Het mag al eens botsten, valse noten mogen (en worden niet gecorrigeerd), en ook qua uiterlijk zijn de dames niet moeders mooiste. Het kan hen geen barst schelen. De dames staan glunderend op de foto’s en ook de liedjes zijn lekker rammelig, rommelig en toch aanstekelijk. Bij de eerste heruitgave van dit album, in 1980, omschreef iemand The Shaggs, die zelden buiten het lokale gemeentehuis en rusthuis optraden, als de Von Trapps na een lobotomie. Schoonheid in lelijkheid dus en een vergeten pareltje dat eindelijk opnieuw opduikt.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
The_Shaggs_Philosophy_Of_The_
geplaatst:
zo 6 jan 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!