Onorthodoxe elektronische muziek is het motto van het duo Pawet Strzelec (stem, tekst) en Marcin Regucki (muziek, design). Postpunk, postwave en postcommunisme net zo goed. Het kon al worden afgeleid aan de namen van het duo natuurlijk dat het hier om een Pools project gaat. Een project dat niet vies is van een links danspasje en een politieke stellingname. Minder dansbaar dan het debuut, vernamen we van zowel het label als de band zelf. We knikken want hoorden ‘Post’ uit 2014 (op Mechanica) niet. Wanneer ‘Culture’ (‘Kultura’ eigenlijk zoals het openingsnummer) zijn rondjes draait, kunnen we wel best geloven dat de nummers net iets dansbaarder zouden kunnen. Maar het hoeft niet. Zwartzakken dansen nu eenmaal op een ietwat gekke manier, en dat zullen ze zeker kunnen bij deze muziek. Minimal wave, electro, new wave en industrial worden vermengd met heel wat samples tot een elektropunkpastische van Kraftwerk. De Poolse teksten geven de band iets aparts (in het bijgeleverde boekje staan ze vertaald naar het Engels), al duiken in het openingsnummer ‘Kultura’ diverse samples op in een waaier aan talen, waaronder het Nederlands (“Ik ben geboren in België, in West-Europa”). Net zo punk is het in 2015 in Warschau opgerichte Bastard Disco. Drie inwijkelingen en één oorspronkelijke bewoner van Warschau delen een liefde voor alternatieve rock van de jaren 1990. Die muziek leent zich niet alleen voor een gitaarstormpje zo nu en dan; ze leent zich net zo goed voor wat kritiek op wat zoal misloopt in de huidige maatschappij. ‘Global Warming’ bijvoorbeeld, de teloorgang en verloedering van hun thuisstad in het titelnummer of onvrede met de eigen demonen. Bastard Disco kiest ook bewust voor het Engels, wat een stuk beter past bij hun op Amerikaanse leest geschoeide muziek. Een doorslagje van één of andere band is het echter nooit. Invloeden zat, dat wel. Bastard Disco neemt één song van hun demo (‘Mourning’) in een herwerkte versie mee op tussen de in totaal acht nummers. Het nummer valt door zijn teneur, neigend naar cold wave, ietwat uit de toon bij de meer indie- en mathrock getinte nummers eromheen, maar misschien net daardoor blijft het hangen. In afsluiter ‘Towards The Void’ gaat het kwartet helemaal loos, op een dreinende, latere Killing Joke-wijze in en echobad met hier en daar een reggaehint. Het is een mooie afsluiter voor een overtuigende plaat.