Peace, love, sex en drugs. Dat is in vier woorden het beeld dat na een halve eeuw nog overblijft van die korte periode in de jaren 1960 waar een hele generatie jongeren zich plots “hippie” ging noemen, en vanuit een onbevangen idee van naastenliefde een gooi deden naar instant wereldvrede. Het Offscreen-programma ‘Apocalypse 69’ verzamelt een reeks films die op verschillende manieren de hippiecultuur belichten in al haar tegenstrijdige meerduidigheid.
De werkelijkheid was zoals altijd een stuk gelaagder: in feite ging het om een hevige opflakkering van een subcultuur die op dat moment misschien wel de kanarie in de koolmijn was voor de maatschappij die zich in die periode bevrijd zag van het juk dat zoveel achtergestelde sociale mores nog met zich meedroegen. Onvermijdelijk volgde er na de revolutie ook een ontnuchtering, die bovendien gepaard ging met een publiek proces en veroordeling van de hele beweging. Het woord ‘hippie’ had zijn oorsprong als scheldwoord, en zo zou het na een kortstondige modegril ook eindigen.
West Coast
In zijn boek ‘Waiting For The Sun’ beschrijft Barney Hoskins hoe de Westcoast altijd een plek is geweest waar het zonnige dromeland en de groezelige onderbuik dicht bij elkaar lagen – van het decadente Hollywood in de eerste helft van de eeuw, tot de zonovergoten ghetto’s van Compton in de jaren 1990. De bijhorende cultuur heeft altijd gretig geplukt uit beide kanten van de medaille: Hollywood produceerde zowel romantische idylles als grimmige film noir, en Dr. Dre’s uitgedokterd G-Funk concept wist op onwaarschijnlijke wijze de koelbloedige gangsterethos te koppelen aan een idyllisch beeld van eindeloze zomerbarbecues en chille ritjes met de lowrider.
Maar het was altijd in de ondergrond waar voor het eerst de verhalen verteld werden die liever niet gehoord werden – al was het ook diezelfde ondergrond die vaak onvermijdelijk verstrikt raakte in de schaduwzijde van de culturele wereld waarin ze kon gedijen. Zo werd Charles Manson eerst goeie vrienden met Brian Wilson van de Beach Boys, voor zijn commune van verdwaalde bloemenkinderen uiteindelijk een stel moorden pleegde die het publieke tij tegenover de hippiecultuur razendsnel deden keren.
Hell’s Angels
Journalist Hunter Thompson was de man die tijdens zijn onderzoek bij de Hell’s Angels de motorbende in contact bracht met Ken Kesey’s groep van proto-hippies, de Merry Pranksters. Hij beschrijft zelf in zijn verslag hoe die confrontatie na enkele geslaagde feestjes al gauw verzuurde in een sfeer van door drugs gevoede paranoia en wederzijds onbegrip. De ongemakkelijke relatie tussen de hippiecultuur en de vrijgevochten Hell’s Angels was gebaseerd op een vaag gedeeld idee van vrijheid in anarchie. Enkele jaren later zouden de wijd verschillende interpretaties van dat gegeven echter leiden tot de dramatische ontknoping van het Altamont Festival, waar de als security opgetrommelde bikers uiteindelijk het publiek intimideerden, en de zwarte Meredith Hunter werd neergestoken door een lid van de bende. Het bleek een symbolisch einde voor de periode van ‘peace, love and understanding’. Of was dat altijd slechts een wensdroom geweest?
Meat-hook realities
Het was wederom Thompson die in zijn boek ‘Fear And Loathing in Las Vegas’ – onder vele andere een metafoor voor het onvermijdelijke failliet van de pure hippiegedachte in de bij uitstek materialistische Amerikaanse cultuur – het best het moment beschreef waarop de naïeve hippiegedachte botste met een onontkoombare realiteit: “That was the fatal flaw in Tim Leary’s trip. He crashed around America selling “consciousness expansion” without ever giving a thought to the grim meat-hook realities that were lying in wait for all the people who took him seriously… (…) What Leary took down with him was the central illusion of a whole life-style that he helped create… a generation of permanent cripples, failed seekers, who never understood the essential old-mystic fallacy of the Acid Culture: the desperate assumption that somebody… or at least some force – is tending the light at the end of the tunnel.”
Occultisme
De spirituele grondslag van de scene trok een grote verscheidenheid aan oprechte en onechte goeroe’s aan, en de zelfverklaarde ‘Age of Aquarius’ ging gepaard met een opleving van het occultisme. De omstreden grondlegger van het moderne satanisme Aleister Crowley vormde een inspiratiebron voor vele artiesten (waaronder zelfs The Beatles) en andere culturele figuren. De moderne satanist Anton LaVey richtte in 1966 de ‘Church of Satan’ op in San Fransisco, en mocht even baden in de aandacht van de aanstormende rock-elite, tot de ritueel aandoende moorden door de Manson-adepten de salonfähigheit van het satanisme effectief de nek omdraaide.
Lucifer Rising
Kenneth Anger is waarschijnlijk de voornaamste kroniekschrijver van deze ambigue scene, en de dunne scheidingslijn tussen mythe en realiteit die haar fataal werd. Hij situeerde verschillende van zijn films in het milieu, en met zijn boek ‘Hollywood Babylon’ vermengde hij feiten en fictie tot een mythologisch draagvlak voor het idee van een glamoureuze occulte traditie aan de Westcoast. Zijn film ‘Invocation of My Demon Brother’ (1969) bevat cameo’s van LaVey, Mick Jagger en de Mansonite Bobby Beausoleil. De lange ontstaansgeschiedenis van de kortfilm ‘Lucifer Rising’ vertoont ook vele echo’s van de gespannen relatie tussen de rockcultuur en haar schaduwzijde. Anger liet de soundtrack verzorgen door Jimmy Page, met wie hij een vriendschap sloot over een gedeelde fascinatie met Crowley’s occulte leer. Na een conflict tussen de twee werd de compositiejob doorgeschoven naar Angers oude kennis Bobby Beausoleil, die ondertussen in de gevangenis zat voor een moord die hij in opdracht van Manson had gepleegd.
Offscreen
Het Offscreen-programma ‘Apocalypse 69’ ontstond vanuit een brainstorm die vertrok bij het gegeven ‘biker movies’, en die erfenis is nog steeds aanwezig in de programmatie met niet alleen het iconische ‘Easy Rider’, maar ook de ‘bikesploitation’ cultfilms ‘Werewolves On Wheels’ en ‘Satan’s Sadists’, allebei ook voorzien van een opmerkelijk groovy soundtrack. Beide films worden vertoond tijdens een speciale ‘Apocalypse 69’ avond op vrijdag 17 maart (vanaf 21u30). Verder tippen we graag de performance van de Brusselse multimedia-artieste Shazzula Vultura en gitarist Marc ‘Mongolito’ De Backer (ook in de nieuwe Gonzo (circus) als leden van de band Wolvennest!). Zij brengen een eerbetoon aan Kenneth Anger met een live-improvisatie bij Shazzula’s experimentele film ‘Black Mass Rising’.
Alle informatie: offscreen.be.