Sleepwalkers In A Cold Circus

Vorig jaar vertelde Koenraad Ecker in een interview in dit blad op zoek te zijn naar een manier van muziek maken waarin stilte een belangrijke functionele plaats inneemt. Op ‘˜Sleepwalkers In A Cold Circus’€™, zijn tweede album, heeft Ecker een belangrijke stap gezet op de weg naar dat doel. ‘˜Ill Fares The Land’™ was meeslepend, met dramatische momenten en de onderhuidse dreiging van geweld. Op de opvolger hebben de spanningsbogen plaats gemaakt voor vervreemding. Het geluid is uitgebeend, teruggebracht tot geïsoleerde elementen in de ruimte, hangend in stilte. IJle drones, klinkend als glas, zacht gekraak, plotse jump cuts naar galmende, niet identificeerbare geluiden. Het geluidsbeeld is gedetailleerd, vol microgeluiden en geïsoleerde sinusgolven, uitbarstingen van radioruis en spookstemmen. De geluiden zijn vaak helder uitgelicht tegen een achtergrond van diepe stilte, als kleine abstracte kunstwerken onder een felle spot in een donkere museumzaal. Het geluidspalet dat iemand als Alva Noto ook wel eens hanteert, maar Ecker speelt veel sterker op het gemoed en geeft veel minder om vaste structuur. Mika Vainio komt misschien dichter in de buurt (en ik meen ook echo’s van het door Ecker terecht bewonderde album van Rashad Becker te horen). De titel van de plaat is goed gekozen, want het geluid is kil, ongrijpbaar als droomlogica en ieder nummer lijkt te willen spreken met een eigen karakter. ‘˜Sleepwalkers In A Cold Circus’€™ grijpt je minder direct dan zijn eerste album, maar nodigt uit tot herhaald geconcentreerd luisteren, om zo misschien te ontrafelen waar Eckers slaapwandelaars over dromen.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
Koenraad_Ecker_Sleepwalkers_In_A_
geplaatst:
wo 11 mei 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!