Alexander Rishaug is een van de vele artiesten die acte de présence geven op het Incubate Festival 2015, dat van 14 tot en met 20 september plaatsvindt in Tilburg. Rishaug heeft voor Gonzo (circus) de moeite genomen een zeer eclectische mix samen te stellen met enkele van zijn favoriete artiesten.
Rishaug heeft de tijd genomen om een uitgebreide toelichting te geven bij zijn mix. “Ik begin deze mixtape met een stuk van Helena Gough. Ik zag haar een aantal jaar geleden optreden bij het Norberg Festival in Zweden. Haar opgeruimde en precieze collages maakten een diepe indruk op me. Het tweede nummer is van Biosphere, die een grote inspiratie voor me is. Zijn nummer “The Seal and the Hydrophone” komt van een compilatie van niet eerder uitgebracht materiaal uit de periode 1991-2004. De derde track is van de Turkse pionier Erkin Koray, wiens psychedelische folk rock nummers vrij vreemd en uniek zijn. Daarna volgt Burzum. Ik ben reeds lang geïnspireerd door zijn muziek en de rommelig klinkende uiting daarvan, maar ik ben het absoluut niet eens met zijn wereldbeeld. Het Schotse Cocteau Twins is, samen met bands als Dead Can Dance, Siouxsie and the Banshees en het Noorse Bel Canto, een van de meest interessante bands met een frontvrouw. Het nummer dat ik hier gekozen heb doet me eigenlijk denken aan de Britse elektronische groep Seefeel en komt van het debuutalbum van de Schotten.”
“Het zevende nummer is van EmbryoNNCK, een samenwerking tussen de Amerikaanse No-Neck Blues Band en de Duitse krautrock groep Embryo. Het is een vreemd album en ik heb moeite te bevatten wat de muziek nu precies is, maar ik vind het geweldig. Track acht is van FNS, ook bekend als Fredrik Ness Sevendal, een fantastische lo-fi en shoegaze muzikant uit Oslo. Hij is tevens gerelateerd aan bands als Slowburn en Del. Dan komt een nummer van Sissel Endresen, een van Noorwegens grootste experimentele vocalisten. Zijn werk is een ontdekkingstocht van de fysiek en de resonantie van de stem. De tiende track is van Autechre, het duo uit Manchester. Ik ben een grote fan van hun muziek sinds ik hen op de radio hoorde ergens in 1994. Ze brengen progressieve beats en zoeken de uitersten op van de hedendaagse club muziek.”
“Vervolgens heb ik gekozen voor een nummer van Lithops, het solo project van Jan St. Werner van Mouse on Mars. Hij brengt warme en dynamische synthesizer drones. Nummer twaalf is van het Zweedse Son of Clay. Het is uitgebracht in 2002, maar wat mij betreft springt het er nog steeds uit in de massa van melodische elektronische glitch. Het laatste nummer is van de hand van Keith Fullerton Withman. Het komt van zijn album ‘Multiples’, een van zijn vele geweldige platen voordat hij overstapte naar modulaire synthesizers. Hij beweegt zeer elegant tussen pop en experimentele muziek, en in zekere zin is dit een mooie beschrijving van mijn eigen smaak en methodes als componist zijnde.”
Rishaug gaf na het maken van de mix aan dat hij zich plotseling realiseerde dat zijn selectie bestaat uit enkel nummers gemaakt voor 2012. “Een van de redenen daarvoor is dat ik sinds 2012 eigenlijk voornamelijk nog vinyl koop en die nummers dus niet digitaal heb”. Aan de kwaliteit van de mix doet het niets af. Zoals Rishaug zelf zegt: “Luister nauwgezet en geniet van de reis!”