‘While The Recording Engineer Sleeps’ van de Duitse band The Cocoon werd opgenomen in 1985 en voor het eerst uitgebracht in 1989. Staubgold brengt het album nu opnieuw uit als verloren schat van een vergeten supergroep. Dat lijkt me wat overdreven; het is vooral een gezellig samenzijn van muzikanten rond het What’s So Funny About-label: Jürgen Gleue (39 Clocks) en Rüdiger Klose kenden elkaar al van Exit Out, Klose en Matthias Arfmann speelden al samen in Kastrierte Philosophen. Het zijn vooral de bijdragen van jazzlegende en multi-instrumentalist Gunter Hampel die deze plaat interessant maken. Uitschieters zijn het titelnummer en ‘I Can Hear Voices’, met veel ruimte voor Hampel op fluit en vibrafoon. Beide nummers doen sterk denken aan Embryo ten tijde van hun album ‘Rocksession’. Ook de invloed van Can is duidelijk hoorbaar, met name – maar niet alleen – door de nogal onvaste Damo Suzuki-achtige zang, die soms wel érg over het randje gaat. ‘Teenage Dope Slaves’ – opgenomen toen de opnametechnicus een dutje deed – klinkt dan weer als The Fall.
Interessanter nog is ‘I Belong to a World that’s Destroying Itself’ van Annette Peacock, een heruitgave van het album ‘Revenge’, dat in 1971 werd uitgebracht onder de naam Bley-Peacock Synthesizer Show. De opnames dateren echter al uit 1968 en zijn hun tijd ver vooruit. Er wordt flink geëxperimenteerd met vroege Moog-synthesizers, maar het is op zich al bijzonder dat een club van jazz- en sessiemuzikanten een rauw rock-geluid weet voort te brengen als in het titelnummer, of in ‘I’m the One’, dat later ook het titelnummer van Peacocks eerste solo-album werd. Haar zang klinkt hier als een mix van Janis Joplin en Carole King, de muziek doet bij vlagen aan The Doors of de vroege Soft Machine denken. In tracks als ‘Dreams’ en ‘Daddy’s Boat’ blijven (Paul) Bley en Peacock wat dichter bij hun (experimentele) jazz-roots. Een krachtig en veelzijdig album dat zijn plaats in de muziekhistorie alsnog mag komen opeisen. Deze – alleen al vanwege het nieuwe artwork – prachtige heruitgave is vooralsnog helaas alleen verkrijgbaar via de website van Annette Peacock.