Blood Music: tussen spieren en machines

Spanning tussen spieren en machines

Al jong speelde Simon Pomery gitaar en drums. Na drumles ging hij steevast naar de Warp-winkel in Sheffield, waar hij de klassiekers van de elektronica hoorde. De invloeden op Blood Music zijn duidelijk: “Er is bij mij altijd een kruising geweest tussen akoestische en elektronische instrumenten.”

Op Blood Musics titelloze ep uit 2013 worden de nummers voortgedreven door postpunkritmes, schurende atonale gitaren en half gefluisterde, bezwerende zang. Op het eerste gehoor gitaarnummers, met een ondergeschikte rol voor elektronica. Maar Pomery gebruikte op de plaat meerdere synthesizers, die opgaan in het geheel.

Derde brug
Gitaren, drums en elektronica zijn voor hem onafscheidelijk. Zijn eerste opnamen maakte hij op zijn zestiende, in het door zijn vader tot studio verbouwde kolenhok in de kelder onder het ouderlijk huis. Recent vond hij de opname terug, en bracht deze uit op een cassette met improvisaties en experimenten. Ook daar al die combinatie; gitaarnoise die klinkt als een synthdrone. Voor hij Blood Music begon was hij actief in tal van bands, maar werd uiteindelijk moe van de politiek binnen bands: “’Jij bent de drummer, en dus van een klasse ondergeschikt aan hen die staand spelen.” Dat stoorde me, omdat ik al sinds mijn vijfde drums én gitaar speel”, aldus Pomery. Als uitweg begon hij in 2009 Blood Music met een eerste nummer met dezelfde naam. “Het was feedback en een lage drumpartij, met een 3rd bridge-gitaar (gitaar met een extra derde brug, ms) die klonk als een klok, en alles in het rood. Mijn doel was iets niet-academisch te maken, omdat ik al zes jaar aan het studeren was. Ik luisterde naar dingen op Blast First Petite: Pan Sonic en de tapes van Suicides eerste tour. En ik was bezig me door al het werk van Steve Reich heen te werken.”
Zijn ep verscheen op Diagonal, het label van Powell, producer van harde, door bodymusic beïnvloedde techno. “Ik zie mijn werk met Diagonal als mijn redding van band boredom. Wat betreft het maken van muziek ben ik ook meer geïnteresseerd in clubs, producenten en componisten. Ik zit nog steeds in de kelder, denk ik, alleen heb ik het kolenhok deze keer zelf omgebouwd, naar Logic X.”

Geluidspoëzie
Inmiddels gaat Blood Music veel verder dan het geluid van die eerste ep. “Ik ben blij dat je de ontwikkeling in mijn geluid hoort. Dat is ook de reden dat ik een cd-r heb uitgebracht met synth-improvisaties, livetracks en nummers met alleen elektronica. Dit alles maakt het wat meer een uitdaging, het zorgt ervoor dat ik niet te comfortabel ben met wat ik doe”, aldus Pomery. “In de ‘scene’ (wat dat ook is), zijn er deejays en mensen met een achtergrond in elektronica, maar niet veel van hen kunnen instrumenten bespelen. Ik heb me laten vertellen dat dat me anders maakt, maar het maakt mijn taak niet anders: de best mogelijke muziek maken voor die paar mensen die het leuk vinden.” En waar reageren die? “Ik denk dat er een spanning in mijn werk zit die mensen herkennen, tussen spieren en machine, hout en laptop, hart en hoofd.”
Binnenkort verschijnt de 12inch ‘Chicks’. “Hoewel de elementen van percussie, herhaling en hooks er nog steeds zijn, is het resultaat nadrukkelijk anders dan op de eerste ep. Ik nam loops van taiko-drumpatronen, deed processing met Russ (Russell Haswell, waarmee Pomery veel samenwerkt, ms), bewerkte het, ging breken, rekken, slopen om er nieuwe geluiden uit te wringen. Op ‘Chicks’ en op het album speelt geluidspoëzie een belangrijke rol, het proces van snijden en manipuleren van lettergrepen.” Aan dat album wordt gewerkt, maar het kan nog even duren. “Het zou een goede start zijn als ik tenminste één albumnummer af zou maken, en zou uitzoeken hoe de nieuwe dingen live te spelen. Hoewel ik houd van wat mijn vrienden doen, word ik ziek ze te zien spelen zonder zelf lawaai te maken. Ik denk dat de tijd is gekomen om de kelder uit te komen.”

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!