Uitgeverij Voetnoot is het soort uitgeverij waaraan een lezer verslaafd kan raken. In plaats van 365 boeken op een jaar uit te geven 366 in een schrikkeljaar bouwen ze met veel geduld aan een indrukwekkende cataloog, die niet alleen inhoudelijk maar ook vormelijk uitsteken boven het gros van de boeken die in de boekhandel liggen. Onlangs verschenen delen 19,20 en 21 van hun Moldaviet-reeks, waarin ze kortverhalen of novelles van Tsjechische schrijvers voorstellen. Dit keer zijn Jan Balabàn, Arnost Lustig en Marek Sindelka de auteurs van dienst. Het wordt al snel duidelijk dat de Tsjechische literatuur niet onder één vlag te vangen is.
Balaban (1961- 2010) weeft in Dona Nobis Pacem twee verhalen door elkaar. In het ene verhaal maken we kennis met Petr Zabransky, een kunstschilder die zonet van het dak is gevallen en beseft dat hij aan het sterven is. Hij kijkt terug op zijn leven en denkt aan zijn dochter Vera. Dat is ook meteen de link met het tweede verhaal, waarin we Marek ontmoeten, een jongeman die de liefde en de seksualiteit nog moet ontdekken, tot hij Vera leert kennen. Zij zal Marek doen inzien dat hij sterfelijk is. Op die manier naait Balaban de twee verhalen mooi aan elkaar.
Arnost Lustig (1926 – 2011), misschien wel de bekendste schrijver van de drie, gooit het over een heel andere boeg. Het hoofdthema in zijn werk is de Tweede Wereldoorlog. Lustig heeft als kind dan ook nog in de Duitse kampen gezeten. De Nacht en de hoop speelt zich af in Theresienstadt, het Joodse getto. We worden meegenomen in het hoofd van Simon, die zich afvraagt hoe het kan dat hoop kan blijven bestaan in zulke omstandigheden. De stijl van Lustig is niet hapklaar. Met een licht poëtische toon had het verhaal een aantal herlezingen nodig om helemaal tot ons door te dringen.
Tot slot is er nog Polaroid van Marek sindelka (1984°), meteen ook het kortverhaal dat ons het meest aansprak. Een jongeman, Petr, neemt om niet zo duidelijke reden de trein naar een provinciestad en vindt daar in een vuilbak een polaroidfoto van een niet al te mooi meisje. Toch begint daar voor Petr de zoektocht naar een fantasie, waarbij hij alle hoop stelt op het vinden van het onbekende meisje. Hij maakt in zijn zoektocht onder meer kennis met een getrouwde apothekeres. Naarmate de novelle verder gaat, worden de grenzen tussen realiteit en verbeelding onduidelijker. Sindelka slaagt er vooral goed in om de onderhuidse eenzaamheid van Petr subtiel te houden en creëert zo een evenwichtig personage. Sindelka kreeg dit jaar trouwens de Magnesia Litera, een grote Tsjechische literatuurprijs, voor de verhalenbundel waar ‘Polaroid’ uit komt.