Identiteit

“De media hebben het gedaan” is vaak het standaard antwoord wanneer men zich afvraagt wat de bron is van het immorele, het onverantwoordelijke, het egoïstische in onze maatschappij. Terwijl de ongeregeldheden in Haren nog aan de gang waren, wees de oude media al beschuldigend naar de social media, en kwaliteitskranten naar hijgerige radio- en tv-shows. Hoewel Paul Verhaeghe nergens direct refereert aan dit soort uitingen van collectieve desinteresse in de regels van de maatschappij, verbazen ze nauwelijks meer na het lezen van zijn nieuwe boek ‘Identiteit’. Niet de media, maar de markt heeft het gedaan. Verhaeghe schetst een beeld van een samenleving die eigenlijk nauwelijks een samenleving meer is, maar bestaat uit individuen die geleerd hebben egoïstisch te zijn, en om hun eigen succes en bevrediging boven alles te stellen. Hoe het zo ver heeft kunnen komen, wordt uit de doeken gedaan in een kundig en compleet betoog, dat draait om de menselijke identiteit en hoe die is gecorrumpeerd door het neoliberalisme.
Verhaeghe, psychoanalyticus en hoogleraar psychodiagnostiek aan de Universiteit van Gent, begint zijn analyse bij de wijze waarop de identiteit van kinds af aan vorm krijgt. Daarbij legt hij sterk de nadruk op de rol die voorbeelden en imitatie spelen, met een stelligheid die niet helemaal rijmt met de wetenschappelijke discussies die er immer over dit onderwerp gevoerd worden. Zo weet hij in nog geen twee zinnen een brug te slaan van Zygmunt Bauman’s concept van ‘liquid modernity’ naar borderline-persoonlijkheidsstoornis. Het past bij de toon van het boek, die sterk pamflettistisch is. Want Verhaeghe heeft een punt te maken: de dwang tot succes die iedereen door de neoliberale samenleving wordt opgelegd, leidt tot eenzame, ongelukkige individuen.
Die situatie is terug te traceren naar het moment waarop in het westerse denken het individu belangrijker wordt dan de mens als sociaal wezen. Filosofen als John Locke meenden dat individuen en samenleving een sociaal contract aangingen. Een idee dat inmiddels zo ver is doorgeschoten, dat regels en de controle ervan inmiddels belangrijker zijn dan zaken als compassie en moraal. Daarnaast heeft de extreme vorm van meritocratie waarin we leven gezorgd voor een verdere onthechting. Ooit een bron van emancipatie binnen een verzuilde samenleving, heeft het inmiddels van iedereen beroepsconcurrenten gemaakt, volledig verantwoordelijk voor het eigen verplichte succes. Die manier van denken heeft ook ingang gevonden in onze scholen, waar de vorming van de identiteit voor een belangrijk deel plaats vindt.
Een zieke maatschappij leidt tot zieke mensen, en Verhaeghe toont aan hoe deze nieuwe identiteit de oorzaak is van allerlei nieuwe psychische stoornissen. En ook nieuwe manieren van behandelen, waartegen hij fel tekeer gaat. De hedendaagse psychiatrie probeert volgens de logica van The Diagnostic And Statistical Manual Of Mental Disorders (DSM) stoornissen zoveel mogelijk te duiden als neurofysiologische aandoeningen waar er bij iedere volgende editie steeds meer van zijn. Iedereen zijn eigen stoornis, en voor elk een specifiek medicijn. Van een ziekmakende samenleving kan geen sprake zijn.
Verhaeghe pretendeert geen pasklare oplossing te hebben, maar pleit voor een nieuw evenwicht tussen het gemeenschappelijke en het individuele in de maatschappij. Er zou bedrijven, in de zorg, en elders veel minder vertrouwd moeten worden op de vermeende meetbaarheid van effectiviteit. In plaats daarvan zou de menselijke maat weer hersteld moeten worden. Maar de voornaamste verandering dient in onszelf te gebeuren; we moeten af van de reflex schuld altijd buiten onszelf te zoeken, en ook zouden we onze verbeelding in ere moeten herstellen. Met “het is nu eenmaal zo” is nog nooit een revolutie begonnen.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
PaulVerhaeghe_Identiteit
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!